Maandag hervatte Lierse de trainingen. De nieuwe trainer, Chris Janssens, moet tonen dat hij het kan. ‘Vechten tegen vooroordelen, dat doe ik al mijn hele carrière.’

Een week voor hij zijn eerste training leidde, zat kersvers trainer Chris Janssens (net 42) met Liersebaas Maged Samy een supportersavond voor in een vol Themacafé op het Lisp. In plaats van uitgebreid te genieten van een welverdiende vakantie, zag Janssens er zich vragen beantwoorden over Eiji Kawashima, Benjamin Nicaise en Joeri Dequevy.

Dat komt ervan als je je op het laatste ogenblik kandidaat stelt om hoofdtrainer te worden. Spijt heeft Chris Janssens daar nog geen seconde van gehad. Zenuwachtig is hij ook niet. “Nog nooit in mijn leven geweest.” Bang, misschien? “Bang ben ik alleen dat mijn gezin iets overkomt. Voor de rest kan je tegen alles vechten. Dat doe ik al heel mijn carrière, vechten tegen vooroordelen.”

Dat er flink wat vraagtekens gesteld worden bij zijn hoofdtrainerschap, beseft de nieuwe trainer wel. “Die vragen zijn er altijd geweest in mijn loopbaan: toen ik van derde naar tweede klasse ging, en later, toen ik van tweede naar eerste ging. Elke keer hoorde ik: hij zal dat niet aankunnen. Dat zal nu ook zo zijn.”

Veel nieuwe spelers inpassen zal hij bij Lierse niet moeten doen. “Hooguit één per linie”, liet sterke man Maged Samy al weten. Dat zijn er maximaal vier. “Of drie, als Kawashima blijft.” Ervin Zukanovic, afgelopen seizoen centraal verdediger bij Eupen, zou de eerste aanwinst worden.

In doel keert Nathan Goris (ex-belofte-international) terug van Turnhout. Janssens gelooft erg in de jonge Matz Sels die hij als een type- Courtois omschrijft. Sels liet ook een goeie indruk op Trond Sollied. Samen vormen zij Lierses keeperstrio tenzij Kawa-shima vertrekt. In dat geval wil Janssens er nog een ervaren doelman bij.

Op het middenveld moet Benjamin Nicaise een van de motors worden, naast de tweede aanwinst, een nog te halen centrale middenvelder.

4-3-3

Op de vraag hoe hij gaat voetballen, geeft Janssens aan dat hij al iets in zijn hoofd heeft dat hij in de voorbereiding wil uitproberen. Op dat vlak maakt hij een minder besliste indruk dan Bob Peeters, die al met de besprekingen bij Cercle aangaf hoe hij zou spelen, waarom hij dat zo zou doen en hoe hij dat zou aanpakken.

Of het nu 4-4-2 of 4-3-3 wordt, zal na de voorbereiding blijken, zegt de nieuwe trainer. “Misschien wordt het 4-4-2 in balbezit en 4-3-3 bij balverlies.” Hij wil de spelers op hun beste positie uitspelen. ” Wesley Sonck is een centrumspits, geen speler voor de rechterkant. Ik wil Sonck in de zestien meter krijgen. Daar was hij te weinig.” Maar Dodo El Gabas is ook een centrumspits en Peter Kovacs ook. Janssens lacht. “Dat is toch goed? Ik kan ook Kovacs diep zetten, en Sonck daar net achter.” Verder wil hij aandacht besteden aan de stilstaande fases. Vorig jaar scoorde Lierse amper op stilliggende ballen en kreeg het op die momenten een karrenvracht goals tegen.

De nieuwe trainer wil ook opnieuw jonge spelers een kans geven. “Vorig jaar was daar niet het geschikte moment voor.” Toen hij op het eind van het seizoen de beloften coachte in hun wedstrijd tegen Anderlecht, viel hem daar een speler op: Dylan Carton. “Een rechtsback met duelkracht en passing.” Ook Jason Adesanya, Niels Vets, Glenn Claes en Matz Sels krijgen een kans.

Janssens is bezeten van voetbal. De spelers waren zeer te spreken over de invulling van zijn veldtrainingen en zijn gedrevenheid. Het bestuur zag hoe hij tijd maakte om een talent op de dool als Christopher Meyers een tijdlang aan het handje mee te nemen en te proberen op het goede pad te brengen. Tot het over was. “Wie talent heeft, verdient één à twee kansen, maar bij de derde leugen trap ik er ook niet meer in”, is Janssens daar kort over.

De komende weken heeft hij nog zo’n uitdaging. Een jaar geleden was Joeri Dequevy dé toptransfer, maar de laatste maanden van het seizoen raakte de Brusselaar nog am- per op de bank. Zo iemand moet heel goed begeleid worden, weet de nieuwe trainer. “Zo’n jongen moet je vertrouwen geven. Dat kan door hem in de voorbereiding veel te laten spelen. Maar er moet dan ook iets in return komen. Trond had daar geen tijd voor, doordat hij zo laat kwam. Joeri heeft zich toen laten gaan en gehuild dat hij geen kans kreeg. Hij heeft er bijna niet voor gevochten, en dat verwijt ik hem.”

Hoe zwaar de nieuwe trainer weegt als hij een aantal wedstrijden verliest en onder vuur komt, durft niemand te voorspellen. “Hij kan een nieuwe Bob Peeters worden, het kan ook dat hij het niet maakt. Misschien was hij beter nog een jaar meegelopen in de schaduw van iemand als Sollied of een andere ervaren hoofdtrainer”, klinkt het bij mensen die hem kennen.

Dat was ook de bedoeling, zegt Janssens, die ontkent dat hij zijn vriend Sollied heeft gedribbeld: “Tot een paar dagen voor die ommekeer was ik ervan overtuigd dat Trond zou blijven en dat ik zijn assistent zou blijven. Maar toen de voorzitter duidelijk maakte dat hij niet langer wilde wachten, heb ik mijn kans gegrepen.”

Als Maged Samy de sportieve lat hoger had gelegd dan een rustig seizoen in eerste beleven, had hij het misschien niet gedaan, zegt de nieuwe trainer: “Trond wil prijzen pakken, en dat kan op dit moment nog niet met Lierse. Het verschil tussen Trond en ik is simpel. Hij heeft een palmares om u tegen te zeggen en ik heb geen palmares. Maar hij is ook op een dag van nul moeten beginnen als trainer.” Janssens’ voorbeeld blijft Georges Leekens: “Omdat hij verkreeg dat de spelers voor hem door het vuur gingen.”

Zijspoor

Als het verkeerd loopt, zal Chris Janssens wel in een andere functie opgevist worden, zoals zijn voorgangers, klinkt het in de wandelgangen. Toen Herman Helleputte anderhalf jaar geleden zelf de handdoek gooide als trainer, benoemde Maged Samy hem tot technisch directeur. Toen Eric Van Meir trainer-af was, werd hij benoemd tot assistent van Herman Helleputte. Er zat zelfs een loonsverhoging in. Maged Samy gaf er ooit een interessante uitleg voor: “Het kan dat een lid van je familie niet op de juiste plaats op de bus zit. Misschien is hij niet goed als chauffeur, dan zet je iemand anders achter het stuur en zoek je een andere plaats voor hem, maar je gooit hem er niet uit.” Aimé Anthuenis werd door een aantal spelers gewraakt? Maged Samy stelde hem voor om trainer te worden van Wadi Degla in Egypte. Toen Anthuenis weigerde, kreeg hij vooralsnog een nieuw contract als trainer.

Het afgelopen jaar kwam Herman Helleputte als technisch directeur een paar keer onder vuur. Lierse transfereerde in de twee transferperiodes samen twintig spelers. Niet meteen een voorbeeld van goed sportief beleid vanwege de technisch directeur, die in de loop van het seizoen alle sportieve bevoegdheden verzamelde, nadat Neel De Ceulaer om gezondheidsredenen een stap terug zette. Helleputte verweerde zich met de argumenten dat hij ook rekening moest houden met de wensen van boven (de commerciële belangen van Maged Samy zelf) en dat hij de nieuwe job nog onder de knie moest krijgen. Uiteindelijk besliste de eigenaar vorige week om Helleputte te belasten met een speciale missie in Egypte, waar hij gaat scouten naar talent en deel uitmaken van een jury die het winnende voetbalidool een profcontract aanbiedt bij Lierse. Een elegante manier om Helleputte zonder gezichtsverlies op een zijspoor te schuiven en hem toch een goed gevoel te bezorgen.

Het is, zeggen spelers en criticasters, Samy’s zwakke punt als voetballeider. Hij kent weinig van het spelletje en wil iedereen in zijn omgeving een goed gevoel bezorgen, terwijl hij dat toch al doet door zijn medewerkers stevige lonen te betalen. Het gevolg van die politiek? De sportieve leiding op het Lisp wordt stilaan een vriendenclubje waar het aangenaam toeven is bij goed weer. Als het straks tegenvalt, wordt het weer schuiven op de familiebus. Maar dat soort angstige gedachten spookt op dit moment niet door het hoofd van Chris Janssens. Die beseft maar al te goed dat hij uit de luwte in de schijnwerpers stapt: “Maar ik ben iemand die graag risico’s neemt.”

DOOR GEERT FOUTRÉ

“Het verschil tussen Trond en ik? Hij heeft een palmares om u tegen te zeggen en ik heb geen palmares.”