Het is niet slecht, het is niet goed, maar twee gelijke spelen, een weerbarstige vorm bij te veel spelers en een uitschakeling voor de Champions League hebben Anderlecht uit de droom gehaald.

Wordt de 3-2 van Romelu Lukaku tegen Partizan Belgrado niet afgekeurd en strandt de heftige aanvalsgolf uit de slotfase tegen Zulte Waregem niet twee keer op de paal, dan krijg je een ander verhaal. Nu lijkt het alsof er van alles aan de hand is met Anderlecht, na twee gelijke spelen, niet eens nederlagen. Dat ligt niet aan die gelijke spelen, maar aan de zware gevolgen van het eerste gelijkspel: het missen van de Champions League.

Anderlecht was zowel van Partizan als van Waregem duidelijk de betere. Of het goed was, is nog wat anders. Tegen de Serviërs begon het slap en stond het twee gemakkelijke doelpunten toe. Pas na de aansluitingstreffer van Lukaku wekte het de indruk over de tegenstand te zullen walsen. Tegen Waregem was het omgekeerd: sterk begonnen, amper iets weggegeven, maar gaandeweg slordig en pas op het eind in de hoogste versnelling gegaan. Twee keer werd het overwicht niet in een voorsprong omgezet.

Ariël Jacobs voerde na de Europese uitschakeling twee wissels door in het elftal. Cheikhou Kouyaté loopt al weken achter zijn goede vorm van vorig seizoen te zoeken en verzeilde op de bank. VíctorBernárdez verving de geblesseerde OndrejMazuch. De coach hechtte geen waarde aan de opmerking dat te veel spelers niet helemaal fit waren geweest voor Partizan. Lucas Biglia vierde uit het niets zijn wederoptreden na een schouderblessure, Jan Polák stond na zijn contractperikelen pas terug in de ploeg, en Lukaku’s integratie verliep sneller dan gepland door de nieuwe blessure van Tom De Sutter. Toch stelde Jacobs ze allemaal op.

Hij had wellicht gelijk. Lukaku scoorde, twee keer eigenlijk, maar een grabbelaar als de doelman van Partizan zullen ze nog niet te vaak hebben gezien in de Cham-pions League. De afstanden die Biglia en Polák in de verlengingen nog aflegden, lieten geen grote vermoeidheid zien. Waregem maakte er evenmin een fysieke slag van. Het kroop collectief achteruit en trainer Bart De Roover was zo eerlijk om achteraf toe te geven dat hij voor een strakke organisatie had gekozen boven de optie om met Anderlecht mee te voetballen. Zeventig procent van het balbezit was voor de thuisploeg, veel hoefde die niet achter de bal te lopen.

Onevenwichtige kern

Jacobs ging na de 0-0 tegen Waregem pal achter zijn spelers staan. Dat klonk oprecht, maar hij trok er ook een rookgordijn mee op. Hoewel Anderlecht beide duels net zo goed had kunnen winnen, legden ze opnieuw oude tekortkomingen bloot. Buiten de Jupiler Pro League is Guillaume Gillet een kwetsbare factor op de rechtsachter. Met Nemanja Rnic blijft de landskampioen een speler op de bank houden die hij al lang heeft afgeschreven en zelfs in nood niet snel geneigd is te gebruiken.

De Brusselse kern blijft er een met onevenwichten. Middenvelders op overschot, maar geen alternatief voor Lukaku nu De Sutter weer lang buiten strijd is. Pablo Chavarría zat tegen Partizan niet eens op de bank en mocht zich tegen Waregem slechts opwarmen. Idem trouwens voor Sacha Kljestan, de Amerikaan die zaterdag door de blessure van Mazuch slechts in laatste instantie de achttien haalde. Ook Jan Lecjaks – nog een aanwinst – zat de ene keer op de bank, de andere keer niet in de selectie. Vooral Chavarría had de ploeg diensten kunnen bewijzen, maar in Brussel zijn ze de lange aanpassingsperiode die ook Matías Suárez nodig had, niet vergeten. Een toekomstgerichte transferpolitiek heet dat, maar de ambities liggen in het nu.

En zo rust er opnieuw veel gewicht op de schouders van een 17-jarige scholier. Lukaku imponeerde in zijn debuutseizoen met fysieke présence, maar technisch en tactisch blijft er werk aan. Hij is een diamant, maar een ruwe. Zelfs zijn leeftijd en recente blessure indachtig blijft het opvallend hoe gemakkelijk de ballen van zijn voeten springen en hij zich moeilijk aanspeelbaar maakt. Anderlecht mist op dit moment een balvaste, scherpe spits. Daar lijdt heel het elftal onder.

Ook Mbark Boussoufa, die van lieverlee steeds vaker voor de verdediging komt zwerven. Met Jelle Van Damme had hij iemand die buitenom ging en ruimte cre-eerde tussen de rechtsachter en de centrumverdediger. Daar profiteerde hij van. Polák en Kljestan zijn andere types. En zo is dé meevaller van het seizoensbegin misschien nog Lukas Marecek. Dat hij tegen Partizan moest wijken voor de terugkerende Biglia, en niet Kouyaté, was misschien de enige discutabele beslissing van Jacobs. Tegen Waregem zette hij dat – façon de parler – recht.

door jan hauspie

Lukaku is een diamant, maar een ruwe. Er blijft werk aan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content