Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Philippe Clement meent dat Club Brugge recht op de landstitel afstevent. ‘Nog drie maanden alles geven en het is binnen.’

Blauw-zwart staat eerste. Mogen we dat verrassend noemen, aangezien het in de heenronde niet altijd zo geweldig klikte ? Philippe Clement, stoere Antwerpse verdediger/ middenvelder en na zeven jaar trouwe dienst een boegbeeld bij Club Brugge, gaat er niet mee akkoord. “We vonden elkaar wél, alleen mag je niet vergeten dat we met tien belangrijke geblesseerden zaten. Er bestaat in België geen enkele club die zo’n ziekenboeg kan opvangen. Vandaar dat de ploeg voortdurend door elkaar geschoven moest worden en we nooit honderd procent op elkaar ingespeeld raakten. Dat de nationale en Europese wed- strijden elkaar zo snel opvolgden, heeft ons punten gekost. En de moeilijkste verplaatsingen – Genk, Standard, Anderlecht en Zulte Waregem – kregen we voor Nieuwjaar al op ons bord. Dat speelt ook mee.”

Breekijzer

Dat kan dan mee verklaren waarom Club voor de match op Sint-Truiden nog maar drie keer buitenshuis won, de “uitwedstrijd” tegen Cercle Brugge meegerekend. “Thuis halen we 30 op 33, normaal zit je dan op schema voor de titel, maar uit lieten we te veel punten liggen om die ambitie helemaal kracht bij te zetten. In de wedstrijd op Roeselare dacht ik nog : misschien hebben we in dit soort matchen een breekijzer nodig, iemand die met power het verschil kan maken. Wij proberen het met onze kwaliteiten meestal voetballend op te lossen, maar dat lukt niet altijd.”

Álle topploegen laten dit seizoen ongewoon veel punten liggen. Hoe komt dat ? “In de eerste plaats is het de verdienste van de zogenaamd kleinere ploegen, al konden alle topteams wel speciale omstandigheden inroepen waarom het even minder ging. Men zei van Standard dat zij een geweldige eerste ronde hadden gespeeld. Maar zij hadden met Nieuwjaar wel maar drie punten meer dan wij. En zij moesten geen Europese matchen spelen. Het is dus allemaal niet zo zwart of wit als de buitenwereld het maakt. Club zat niet in een crisis, Standard zat niet op rozen.”

Voor de match tegen STVV kon Club een non-losing streak van acht wedstrijden noteren ; niemand in eerste klasse komt zelfs maar in de buurt. Is Club Brugge nu echt vertrokken ? “Ik ben daarvan overtuigd. Ik zie hoe scherp iedereen weer staat op training. Dat voorspelt het allerbeste. Nog drie maanden alles geven en het is binnen.”

Woensdag 15 februari komt AS Roma langs. “Onze scouts zagen hen voor de winterstop al aan het werk tegen Juventus, toen ze Juve scoutten voor de Champions League, en toen zei men dat Roma in de eerste plaats een verzameling individuen was. Dat is nu blijkbaar veranderd, de Romeinen vormen tegenwoordig een sterk blok op het veld. Pech voor ons. We treffen hen blijkbaar op een moment dat zij erg sterk bezig zijn.” Hetzelfde kan natuurlijk gezegd worden over Club Brugge, ook veel beter op dreef dan in de eerste ronde. Misschien omdat de ego’s minder spelen en Javier Portillo en Bosko Balaban minder vaak voor eigen succes gaan ? “Daar ben ik het niet mee eens. De grote kwaliteit van deze groep is net dat we van ego- istisch spel geen last hebben. Ik zie wat dat betreft dan ook geen ommekeer tegenover de heenronde. Natuurlijk moesten we ons aanpassen aan een nieuwe trainer en een nieuw systeem. Maar ook de ploeg van vorig jaar had met tien geblesseerden nooit beter gedaan. Ik moest de weken voor de winterstop vaak denken aan ons seizoen van twee jaar geleden. Toen hadden we aan de winterstop 28 punten. En dat met een ploeg die drie jaar samenspeelde en een trainer die al jaren in Brugge was. Kom mij dus niet vertellen dat het dit seizoen nog niet zo goed liep bij Club Brugge. Ik heb hier al andere dingen meegemaakt.”

Van Heerden

Club roerde zich minder in de winterkoopjes dan de laatste jaren het geval was. De jonge Zuid-Afrikaan Elrio Van Heerden is de enige nieuwkomer. “Het is natuurlijk vroeg om hem te beoordelen, maar iedereen ziet zo dat het een snelle jongen is. Klein, maar zeker niet te tenger. Van Heerden staat steviger in de duels dan je op het eerste zicht misschien zou zeggen. Heeft duidelijk ook een erg goede techniek. Een aanwinst, volgens mij, die weer nieuwe kwaliteiten aan onze groep toevoegt.” Van Heerden kan meer variatie en verrassing in het spel brengen. “Misschien wel ja. Maar als de tegenstander met negen man op de backlijn staat, mag je nog zo snel en creatief zijn als je wil. Dat haalt allemaal niet zo veel uit. Ik denk dat je dan ook fysiek soms het verschil moet maken.” Laat dat nu net dé specialiteit van Philippe Clement zijn. In het heetst van de strijd is de kracht van de man uit Linkeroever al vaak erg nuttig gebleken. Sinds de winterstop zit hij echter vrij vaak op de bank. “Ik vind het straf dat er zoveel spel rond gemaakt wordt dat ik af en toe eens naast de ploeg val. Ongeveer iedereen kwam dit seizoen bij ons al op de bank terecht. In het profvoetbal is dat toch niet ongewoon ? De ploeg speelde erg goed tegen Brussels, toen ik geschorst was. Dan is het normaal dat de trainer vertrouwen blijft geven aan jongens die het in de wedstrijd zo goed gedaan hebben. Daar kwam dan nog bij dat we al enkele weken spelen op half bevroren velden, waar ik als grote jongen niet echt in het voordeel ben. Andere, technische types komen dan beter tot hun recht. Jan Ceulemans legde me het zo uit en ik vind zijn redenering eerlijk gezegd logisch.”

Supersub

Tegen Lierse viel Clement pas tien minuten voor tijd in en scoorde nog tweemaal. Zijn opmerkelijke invalbeurten zorgen ervoor dat hij samen met Bjorn De Wilde van Westerlo eerste staat in de supersubstand. “Dat is nochtans geen specifieke ambitie van me ( lacht). Als ik kampioen kan spelen en in de UEFA-beker zo ver mogelijk raak, mag iemand anders gerust de Supersub van het Jaar worden.” Een diplomatisch antwoord van de steeds voorzichtige en bedaarde Clement. “Hmm, nochtans ben ik niet altijd dé diplomaat. Ik heb toch ook al taart moeten betalen ( lacht).”

Zoals in heel de eerste klasse is er bij Club Brugge maar één gespreksonderwerp in de kleedkamer : de Chinese gokmaffia en de spraakmakende VRT-documentaire daarover. “Als er spelers vals spelen, dan moet die stal zo dringend mogelijk uitgemest worden”, vindt Clement. “Maar het zou spijtig zijn dat er met de huidige hetze voetballers of trainers worden genoemd die hier eigenlijk niets mee te maken hebben. Heren journalisten, pas daar alstublieft mee op, want je bezorgt die mensen een brandmerk dat ze de rest van hun carrière meedragen. Vernoem dus geen namen als er geen concrete bewijzen zijn. Het gerecht moet uitmaken wie schuldig is en wie niet.” Zelf had Clement nog nooit het gevoel dat er iets niet helemaal in de haak was, al speelde hij ook mee in de naar verluidt verdachte thuiswedstrijd tegen La Louvière. “Op het veld heb ik nog nooit gedacht dat een match verkocht was. Wel herinner ik me dat toen we destijds op de club de beelden van STVV tegen La Louvière bekeken, we tegen elkaar zeiden : ‘Hé, dit zijn rare goals.’ Maar wat bewijst dat ? Er vállen nu eenmaal rare doelpunten in het voetbal, dat is inherent aan de sport.”

JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content