Een kwartfinale, een verdediging die goed haar plan trekt, een emotioneel afscheid en de vraag: hoe koppel je defensieve aan offensieve efficiëntie?
Zo, het zit erop. Het avontuur dat we met z’n allen aangevat hebben op 19 mei, dat op scherp werd gezet door een stage in Zweden en Knokke en dat ons nadien naar Brazilië voerde, is dus gestrand op een doelpunt van de Argentijn Gonzalo Higuaín in de kwartfinale. Het bilan oogt positief. Volgens de loting stond ons in de achtste finales een eervolle exit tegen Duitsland of Portugal te wachten. Het werd uiteindelijk het Argentinië van Lionel Messi dat ons een ronde later uit het toernooi knikkerde. Deze Belgische ploeg heeft heel het land begeesterd, dat ondergedompeld werd in een volksvreugde die we al heel lang niet meer mochten beleven (we kunnen ons zelfs afvragen of we zoiets überhaupt al ooit hebben meegemaakt). Ze heeft het eerste hoofdstuk van haar eigen succesverhaal geschreven, met meteen al enkele records, zoals de eerste negen op negen in de poulefase. Deze ploeg heeft blijk gegeven van standvastigheid, gedrevenheid en solidariteit, kwaliteiten die maar weinig ploegen zolang weten vast te houden.
Een stevige verdediging
Vraag om het even welke buitenlandse journalist wat onze sterke punten zijn en hij zal het hebben over de techniek en de beweeglijkheid van het middenveld, dat draait rond Eden Hazard. Nooit zal hij onze verdediging vermelden. Het fenomeen Thibaut Courtois grijpt natuurlijk steeds meer om zich heen, maar die onneembare defensie bestaat niet alleen uit onze nationale doelman. We kunnen het echt wel stilaan over een bolwerk hebben, als je ziet dat die verdediging ook al zo solide voor de dag kwam in de kwalificatiewedstrijden. We kunnen gerust spreken van ‘ons sterk punt’ nu die defensie het al twee jaar uitstekend doet. Nochtans zetten de blessuregevoeligheid van Vincent Kompany en Thomas Vermaelen niet aan tot optimisme en als men ons twee jaar geleden had verteld dat we de afwezigheid van deze twee steunpilaren amper zouden merken, we zouden er geen woord van geloofd hebben. Maar Daniel Van Buyten en Nicolas Lombaerts hebben altijd met brio gedepanneerd. Afgezien van de kwartfinale speelde Kompany het perfecte toernooi en Courtois heeft gedaan wat hij moest doen. Onze backs – vaak beschouwd als een zwak punt omdat het geen echte flankverdedigers zijn – waren onberispelijk. Jan Vertonghen kende dan wel een lastige start, maar hij kwam sterk terug met drie grandioze prestaties tegen Zuid-Korea, de VS en Argentinië. Deze verdediging is goed bezig en we zien niet welke teams haar in de kwalificatiecampagne aan het wankelen zouden kunnen brengen.
Van Buyten in tranen
De verdediger van Bayern München heeft het toernooi van zijn leven gespeeld. Zes maanden geleden zou geen kat vermoed hebben dat hij op de leeftijd van 36 jaar alle vijf de wedstrijden op het WK zou spelen. Nochtans werd het in de loop der maanden een vanzelfsprekendheid, gezien hij zo’n kracht en zo’n goede vorm uitstraalde, terwijl zijn concurrent Vermaelen kampte met blessures en een vertrouwenscrisis. “Daar raak je de kern van mijn carrière aan”, zegt hij. “Wanneer je een doel hebt en hard werkt, dan kun je er geraken. Na mijn prestaties in Kroatië en Schotland had ik het gevoel dat ik steeds dichter bij een basisplaats kwam. Ik trainde hard met één doel in mijn hoofd: het WK. Ik begreep tijdens de voorbereiding dat de vorm van het moment beslissend zou zijn. Ik bereidde me voor alsof ik titularis was. Weet je, dit WK is niet het resultaat van toeval. Je plukt altijd de vruchten van je werk en je opofferingen. Ik heb het gevoel nu eindelijk iets terug te krijgen nadat ik al mijn hele leven lang zoveel gegeven heb. Ik leef als een monnik, ik verzorg me, ik let op mijn rust, ik eet geen frieten! Een groot speler word je alleen door te volharden.”
En zo werd Big Dan een onberispelijke titularis. Meer dan dat: na de eerste ronde behoorde hij tot de beste zes spelers van het toernooi. Toen men hem die statistieken meedeelde, blonken zijn ogen als die van een jongetje, zo blij was hij dat hij de erkenning kreeg die hij al heel zijn loopbaan nastreeft. Bovendien geniet hij veel respect in de kleedkamer. “Wanneer ik na de wedstrijd tegen Argentinië naar binnen ging en de jongens me de hand drukten en zeiden dat ik een van de beste spelers op dit WK was, dan kreeg ik het daar warm van”, zegt hij met de tranen in de ogen. “Ik heb geduelleerd met spelers van twintig die dachten dat ik het in een sprintje zou moeten afleggen. Maar het was net andersom!”
Het WK is afgelopen. In zijn herinnering trekken de beelden voorbij van een carrière die hij misschien nog wel wil verlengen. “Ik kom van een kleine club, Froidchapelle, die niemand kent. Ze spelen helemaal in de kelder van het voetbal. En zie mij nu: ik ben 36 en ik speel mijn tweede Wereldbeker. Dit is het meest intense moment dat ik meegemaakt heb.”
Veel mensen dringen er bij hem op aan om door te gaan tot het EK in 2016. Je merkt dat hij daarover nadenkt, maar pas wanneer alle druk en emoties zijn weggeëbd, zal hij een beslissing nemen. “Ik heb hem gezegd: drink een pint en we praten er later over”, gaf Marc Wilmots aan. En Kompany voegde eraan toe: “Het zal ervan afhangen hoe goed die pint hem smaakt…”
Werkpunten
Tijdens de poulefase kreeg Marc Wilmots geregeld kritische vragen over het spelniveau. Er was een discrepantie tussen wat men van de Belgen verwachtte en het strijdplan dat door Wilmots was uitgedokterd. Tegen versterkte verdedigingen hebben de Rode Duivels toen een oplossing gevonden, door een zekere volwassenheid en door geduld. Deze ploeg heeft ook de grote kwaliteit van een topploeg verkregen: ze kan een resultaat vasthouden. Dat betekent dat de Rode Duivels voortaan in staat zijn om alle wedstrijden tegen evenwaardige en zwakkere teams te winnen.
De uitdaging zal zijn om die resultaatgerichte efficiëntie te koppelen aan een iets aantrekkelijker spel. Wilmots herhaalt het voortdurend: zijn voetbalfilosofie is gebaseerd op aanvallend voetbal. Wat evenwel opviel tijdens deze Wereldbeker, was de verdedigende stevigheid, ook al speelde België zeker niet afwachtend. De Rode Duivels hebben wel altijd aangevallen, maar ze zijn er zelden voluit voor gegaan. Hazard was de eerste om dat na de match tegen Argentinië toe te geven. “We hebben in de kwartfinale ons eigen spel niet ontwikkeld. We leken wel wat timide. Dat is ergens ook normaal, we spelen niet elke dag een WK-kwartfinale! Maar er zat onvoldoende beweging in ons collectief. Dat is al zo sinds het begin van de campagne. Dat is zeker een werkpunt voor de toekomst. We beschikken over goeie individuele voetballers, maar het geheel is niet altijd geolied. Het gaat nooit tik-tik-tik en het loopt niet altijd even vloeiend. We moeten daar samen over praten en zien hoe we dat kunnen verbeteren met het oog op het EK in 2016.”
De Belgen hebben ook nood aan een referentiematch. Voorlopig is die er nog niet gekomen. Oké, de Rode Duivels hebben Nederland geklopt in een vriendschappelijke wedstrijd en Kroatië en Servië in de kwalificaties, maar ze slagen er niet in ploegen te verslaan van het kaliber van Argentinië, Brazilië, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië of Portugal. Om echt een onvergetelijk team te worden, moeten ze die drempel nemen. Deze ploeg is daartoe in staat, ze heeft er de kwaliteiten voor. We hebben gezien dat er niet veel meer nodig was om te rivaliseren met Argentinië. Maar juist dat ‘niet veel meer’ maakt het verschil. “We missen nog iets, dat is duidelijk”, zegt Hazard. “Maar het is moeilijk te zeggen wat precies.” Ook Nicolas Lombaerts geeft toe: “Tot nu toe kwam onze onervarenheid niet aan het licht. Maar tegen Argentinië was dat wel een beetje het geval. De Argentijnen kenden echt de kneepjes van het vak.”
DOOR STÉPHANE VANDE VELDE – BEELDEN BELGAIMAGE
“Er zit onvoldoende beweging in ons collectief. We beschikken over goeie individuele voetballers, maar het geheel is niet altijd geolied.”
Eden Hazard
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier