In den beginne zag KRC Genk nog sterretjes. Gele sterretjes op een blauwe achtergrond, verwijzend naar de Europese vlag. Twee niet-Limburgers zonder voetbalverleden, een Brabander en een West-Vlaming, leverden de nieuwe fusieclub in 1988 haar naam, kleuren en logo.

Toen in 1988 werd besloten tot een fusie tussen KFC Winterslag en THOR Waterschei, had de nieuwe club nog geen naam, geen kleuren en geen logo, noch een naam voor zijn stadion. De eerste doortastende daad van Tyl Gheyselinck, de crisismanager van de Kempische Steenkoolmijnen die aan de basis lag van de fusie, was een raad van bestuur samenstellen die behalve uit vier leden van de twee verdwenen clubs, ook uit vijf buitenstaanders zonder voetbalverleden bestond.

Jean Claude Van Rode, afkomstig van Vilvoorde, was een van die buitenstaanders. Hij zou achttien jaar lang bestuurslid blijven. “Op de eerste vergadering stonden er twee punten op de agenda: de keuze van een naam en van de clubkleuren. Van de naam ben ik de founding father geweest. Aanvankelijk kwamen er enkel gekke voorstellen op tafel, genre Waterslag en Winterschei. Toen heb ik gezegd: laat ons dit systematisch aanpakken. We hadden het stamnummer 322 van Winterslag overgenomen. Simpelweg omdat zij in eerste klasse bleven en Waterschei uit tweede naar derde degradeerde. Winterslag had in zijn naam ook ‘Koninklijke’ staan, iets wat je krijgt als je vijftig jaar bestaat. Iedereen was het erover eens dat we dat zouden behouden. Dus ik schreef op een flipover een grote letter K.

“We waren twee clubs uit Genk. Ik zei: laat ons de naam van de stad gebruiken. Ook daar was iedereen het vrij vlug over eens. Zo hadden we al K Genk. Daar moest nog iets tussen komen. We probeerden van alles, zoals Sporting. Maar dan had je KS Genk gekregen en dat vonden we toch ongelukkig na de sluiting van de mijnen. Geen enkele van de uitgeprobeerde combinaties beviel ons. Tot er mij iets te binnen viel. In mijn jeugd ging ik vaak naar Racing Mechelen kijken. Ik ben een Vilvoordenaar en Mechelen is daar maar tien kilometer vandaan. Ik heb altijd gevonden dat ‘Racing’ goed bekte. Dat het goed scandeerde ook: allez Racing, allez Racing… Dus ik zei: laat ons dat ertussen zetten, zo hebben we meteen ook een mooie afkorting. Om het uit te proberen zijn we daar in die vergadering met zijn allen in koor aan het zingen gegaan. Iemand maakte nog de opmerking dat we zo wel een automobielclub leken, maar de meesten waren er toch vrij snel voor gewonnen.

“Zo hadden we al KR Genk. Daar is dan de C van ‘club’ nog aan toegevoegd, waardoor we KRC Genk hadden, wat in het begin nog als KRCG werd afgekort. Maar dat klonk niet goed. Die G is er dan later afgevallen, waardoor het huidige KRC is ontstaan. Met dat Racing heb ik achteraf meer dan gelijk gekregen. Forza Racing is helemaal ingeburgerd geraakt. Het doet mij telkens weer een groot plezier als ik het iedereen in de tribune uit volle borst mee hoor scanderen.”

Graafschap Loon

Het tweede agendapunt betrof de keuze van de clubkleuren. Van Rode: “Winterslag speelde in rood en zwart, Waterschei in geel en zwart. Het meest voor de hand liggend was rood-geel-zwart, maar dat zagen de nieuwe bestuurders niet zitten. Wij wilden duidelijk maken dat KRC Genk een nieuwe club was. Er is toen bewust voor gekozen om iets totaal anders te nemen.”

Bert Verbrugghe gaat de geschiedenisboeken in als de founding father van de Genkse kleuren. September 1987 was in Waterschei de laatste steenkool naar boven gehaald, zeven maanden later sloot ook de mijn van Winterslag. Europa zette een groots reconversieplan op voor Limburg. Verbrugghe, afkomstig van Wevelgem maar vandaag nog steeds wonend in Genk, was in het kabinet van Vlaams minister-president Gaston Geens verantwoordelijk voor de uitvoering van dat geïntegreerde actieprogramma van Europa. Op verzoek van Gheyselinck trad hij toe tot de raad van bestuur van KRC Genk. Hij verliet de club in 1993.

Verbrugghe: “De fusieclub en het nieuwe stadion maakten deel uit van het grote ERC-project, waarin de R stond voor recreatie. Het voetbal hoorde daar bij. Het oorspronkelijke plan betrof een full seated stadion waarin ook Europees voetbal zou worden gespeeld (streefdoel was 1992, wanneer de Europese Unie zou worden opgericht, nvdr). Gezien die grootse ambities en het belang van de Europese fondsen in het hele reconversiegebeuren, heb ik heel spontaan het blauw en de gele sterretjes van de Europese vlag naar voor geschoven. Ik herinner me geen weerstand. Iedereen ging snel akkoord. Bovendien waren geel en blauw de kleuren van het graafschap Loon, waartoe Genk in de middeleeuwen behoorde. Ik heb dat nooit gezegd in die vergadering, maar in mijn achterhoofd speelde dat wel mee.”

Van Rode haalt nog een ander argument voor de Europese kleuren aan: “Je had op dat moment slechts twaalf landen in wat toen nog de Europese Gemeenschap heette. Elke ster stond voor zo’n land. Met die twaalf sterretjes hebben we een G gevormd die als logo op de truitjes kwam. Hiermee wilden we ook het multiculturele van het Europese gedachtegoed bena-drukken. KRC Genk is van in den beginne een club voor de héle gemeenschap geweest. Alle nationaliteiten zijn hier welkom. We wilden een grote familieclub zijn, zonder onderscheid. We hebben toen een brief geschreven naar Europa om hen op de hoogte te brengen van onze keuze. Er zat ook een uitnodiging bij om Jacques Delors(toenmalig voorzitter van de Europese Commissie, nvdr) de aftrap van onze allereerste wedstrijd te laten geven. Maar dat is niet gelukt. Bij mijn weten is er nooit een officiële reactie op die brief gekomen.”

Enige animositeit

Restte er nog een nieuwe naam te vinden voor het André Dumontstadion, de thuishaven van THOR Waterschei waar het nieuwe KRC Genk zijn intrek nam na de verbouwingswerken tijdens het eerste seizoen. Bert Verbrugghe zorgde ervoor dat het naar Tyl Gheyselinck werd vernoemd. “Dat was niet eenvoudig en ging toch met enige animositeit gepaard. Hij was tenslotte de man die de mijnen had gesloten. Maar voor mij was hij ook degene die Limburg een nieuw elan gaf. En hij had beide clubs bij elkaar gebracht, wat toch iets is als water en vuur met elkaar verzoenen. Ik vond dat een enorme verdienste. Voor mij was het dan ook evident dat het stadion naar hem werd vernoemd.”

DOOR JAN HAUSPIE

“We wilden Jacques Delors de aftrap laten geven, maar dat is niet gelukt.” Jean Claude Van Rode

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content