Belg, geboren op 16 februari 1981 in Gent. 1,85 meter – 76 kilo.

Profiel: de overlever.

O livier Deschacht: “Geconfronteerd worden met vooroordelen is iets waar ik al mijn hele leven tegen moet opboksen. Ik leerde er ondertussen mee leven, ik maak me er ook niet langer druk over. Omdat ik toch weet dat het een onbegonnen strijd is. Ik ben nochtans een ontzettende koppigaard. Als er iemand op een heel onrechtvaardige manier op mijn tenen trapt of mij ongefundeerd belachelijk wil maken, dan stopt het. Maar als ik zelf fout ben, dan ben ik wel de eerste om sorry te zeggen.

“Blijkbaar is het bij ons niet eenvoudig om iemand te feliciteren met de weg die hij al aflegde of de prestaties die hij al leverde. In België wordt eerst het negatieve aangehaald. Je moet altijd opnieuw beginnen en iets opbouwen, je krijgt echt weinig krediet. Gelukkig ben ik een vechterstype: opgeven staat niet in mijn woordenboek.

“Ik ben misschien niet de beste voetballer van België en geen supertalent, maar qua inzet en mentaliteit kunnen er mij weinig overtreffen. Ik vertegenwoordig de oeroude Belgische waarden: hardnekkigheid, nooit aflaten en altijd terugkeren. Daarom blijf ik ook hopen op de Rode Duivels. Ik verdien zeker mijn kans bij de kern van twintig. Dat is een grote teleurstelling. Ik hoop op een dag beloond te worden voor mijn inspanningen. Dat wringt. Geen enkele wedstrijd miste ik door een spierblessure of ziekte, wat ook iets zegt over hoe ik me verzorg. Mijn gemakzucht is omgezet in meer professionalisme.

“Ik ben heel blij met wat ik tot nu toe bij Anderlecht realiseerde. Het maakt me echt heel gelukkig. Dit is voor niet veel spelers weggelegd. En zeker voor een Belg, bij een topclub, om je basisplaats te veroveren en te behouden. Ik ben de overlever, de man met de langste staat van dienst. Daar ben ik ook bijzonder fier op. Normaal gezien heb ik nog een contract voor twee jaar, maar ik zie mezelf hier nog wel een tijdje doorgaan. Stilletjes droom ik van nog een nieuwe periode van minstens vijf seizoenen. Voetbal is mijn leven én passie. Welke zin heeft het om ergens in het buitenland te gaan verkommeren bij een staartploeg? ( grijnst) Als je gewoon bent om wekelijks te winnen, ruil je dat toch niet zomaar in voor de lokroep van het grote geld. Ik blijf ook graag in mijn vertrouwde omgeving. In de buitenlandse competitie zouden mijn gebreken misschien sneller aan de oppervlakte komen. Ik weet ook niet hoe ik zou reageren bij een team dat veel meer verliest dan wint. Een wereld van verschil. Voor de absolute top in het buitenland ben ik toch niet goed genoeg, maar misschien wel voor een goede middenmoter.

“Ik ben een denker, maar ook een piekeraar. Blijven stilstaan bij pietluttige details, zelden tevreden zijn over jezelf. Diep vanbinnen ben ik vaak onzeker, maar ik laat dat uiterlijk alleszins nooit blijken. Ik stel me sowieso niet graag kwetsbaar op. Veel mensen vinden daarom dat ik heel zelfverzekerd overkom. Voor sommigen neigt dat naar arrogantie. Dan krijg je de stempel van dikke nek opgekleefd. Dat stoort me. Het zegt veel over de vaak bekrompen Belgische mentaliteit. Heel speciaal. Rechttoe rechtaan zijn ligt heel moeilijk. Er bestaat veel frustratie en jaloezie. De ander iets gunnen, is blijkbaar niet eenvoudig. In Nederland doen ze niet anders. Als je daar je mening ongezouten formuleert, ben je immens geliefd. Het is daar de normaalste zaak ter wereld.” S

door frédéric vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content