Club Brugge wordt allicht geen kampioen dit seizoen. Andrés Mendoza voelt zich daar niet méér verantwoordelijk voor dan de andere spelers.

Andrés Mendoza ontvangt ons bij hem thuis, op wandelafstand van het Jan Breydelstadion. De man des huizes laat even op zich wachten, maar Andrés Desailly ontvangt ons met open armen. De eerstgeborene zoon van de Clubspits heeft alvast één ding gemeen met zijn vader : een brede glimlach om de lippen. Desailly en Patrick, zo heten de twee telgen van het gezin Mendoza. Misschien genoemd naar een Franse verdediger en een Nederlandse spits ? “Nee hoor”, lacht de fiere vader een eerste keer zijn tanden bloot. “Desailly vond ik gewoon leuk klinken en la señora heeft de naam van de jongste gekozen.”

Opdat de kleine Andrés niet zou storen, raadt Mendoza ons aan om het interview toch maar af te nemen op de club.

Andrés, de laatste weken lijkt het alsof jij verantwoordelijk gesteld zal worden als Club geen kampioen wordt. Voel je dat ook zo aan ?

Andrés Mendoza : In voetbal win je met z’n allen en verlies je met z’n allen. De titel verspeel je ook niet in een paar weken tijd. We laten al heel het seizoen steken vallen. De tegenstander staat altijd met getrokken messen tegenover Club Brugge. Dat is ons lot als topploeg. Ik voel mezelf in ieder geval niet méér schuldig dan de anderen voor het feit dat we nu niet aan de leiding staan.

Je scoort, maar mist ook heel wat kansen. Tegen Charleroi maak je één doelpunt uit acht kansen, tegen Standard één uit vier, tegen RWDM één uit zeven. Torinstinct is wat anders, natuurlijk. Hoe komt dat ?

Mocht ik al die kansen verzilverd hebben, dan zou ik Sonck nog hebben bijgehaald ( lacht). Weet je, ik kan alleen maar mijn best doen. Alle spitsen krijgen veel meer kansen dan ze doelpunten maken.

Je krijgt kritiek omdat je veel kansen mist, maar je bent wel de enige speler van Club Brugge die nog kansen krijgt. Hoe verklaar je dat ?

Als spits moet je constant bewegen om de ruimte te zoeken. Anders krijg je geen kansen. Dat is een wet in het voetbal.

Zeg je nu dat de andere aanvallers bij Club niet voldoende bewegen ?

Nee. Ik word momenteel vaak aangespeeld omdat Rune en Gert minder bewegingsvrijheid krijgen van hun mandekkers. We spelen met drie spitsen die alle drie de ruimte mogen induiken.

Je bent niet echt een ‘killer’ in het strafschopgebied. Heb je het altijd al moeilijk gehad om te scoren ?

Toen ik zeventien, achttien jaar was, scoorde ik aan de lopende band. Drie, vier doelpunten per wedstrijd vormden in Peru voor mij geen uitzondering. Ik trainde ook erg veel op de afwerking. Na elke training bleven we met enkele spelers nog een half uur doorwerken; heel de tijd de doelman onder vuur nemen, schieten op doel, de afwerking bijschaven.

Gebeurt dat bij Club Brugge te weinig ?

Toch niet. Ook hier wordt altijd tijd gespendeerd aan de afwerking. Echt, ik kan je geen verklaring geven waarom het de ene keer lukt om de bal in het doel te krijgen en de andere keer net niet. Soms staat de doelman goed opgesteld, soms staat het doelhout in de weg…

Jij zal er zelden je glimlach bij verliezen. Zelfs niet als je niet scoort.

Als ik een echt grote kans de nek omwring, dan lach ik groen. Het gaat dan veeleer om een ontgoochelde lach, zo van : hoe kan ik dat missen ? El fútbol es para divertirse, voetballen doe je voor je plezier. Wat je graag doet, doe je toch niet met een lang gezicht ? Wees gerust, na een wedstrijd die we verliezen of na een gelijkspel, ga ook ík niet lachend van het veld. Mijn glimlach hoort bij mijn manier van spelen. Het is een gewoonte. Dat wil nog niet zeggen dat ik niet voluit ga. Ik geef me telkens voor de volle honderd procent.

In Peru zeggen ze : ‘Als hij lacht, dan is het omdat hij zenuwachtig is.’ Ben je onzeker ?

Hoe kan je voetballen, als je onzeker bent ? Ik heb voldoende zelfvertrouwen om niet zenuwachtig te zijn tijdens een wedstrijd ( lacht). Met Peru speelde ik al tegen grote ploegen als Argentinië of Brazilië. Dan ben je wel even onder de indruk.

Je wisselt geregeld van schoenen. Heeft dat niet met onzekerheid te maken ?

Na de wedstrijd tegen RWDM zei een vriend me : gooi die schoenen maar weg, ze blijken niet te deugen. Welk schoeisel je draagt, maakt niet zoveel uit. Als je je er maar goed bij voelt. De laatste keer dat ik voor een ander paar koos – trouwens hetzelfde model – scoorde ik wel meteen. Maar nee, ook daar kan ik het niet op steken dat ik wel eens een kans mis ( lacht).

Iets anders dan maar. Wat vind je van het seizoen van Brugge ?

We hebben goed voetbal gebracht, vind ik. Alleen, als we op voorsprong komen, willen we altijd doorduwen. We zouden misschien beter het tempo even drukken en de bal rondspelen. Ook door gewoon een resultaat vast te houden, kan je een wedstrijd winnen.

In België wordt er soms wel eens blind naar voor gestormd. In Spanje, bijvoorbeeld, wordt het balletje meer rondgetikt. Als je dat hier wat te dikwijls doet, word je uitgefloten door de supporters. Ik begrijp dat de mensen waar willen voor hun geld, veel doelpunten willen zien, maar voor ons blijft de wedstrijd winnen het belangrijkste. Kan dat met veel doelpunten verschil, des te beter, maar 1-0-winst bezorgt je ook de drie punten.

Wat vind je van het systeem, een 4-3-3-opstelling, waarvoor Brugge kiest ?

Dat is het systeem waar de trainer voor staat. Wij, spelers, moeten daar respect voor opbrengen.

Jij zou liever in een 4-4-2 voetballen als centrumspits ?

De bondscoach van Peru kiest voor dat systeem. Ik vind ook dat ik beter tot mijn recht kom als centrumspits in een 4-4-2 dan op de flank.

Heb je niet veeleer de kwaliteiten van een echte buitenspeler : startsnelheid, wendbaarheid, loopvermogen, een goeie linker, een dribbel uit stand ?

Je kan je snelheid ook uitspelen in de punt van de aanval. In Peru speelde ik altijd met een echte nummer tien in de rug. Hij wist precies hoe hij dat balletje naast of over de verdediging moest spelen om mij op snelheid weg te sturen.

In een 4-4-2 moet de trainer wel een keuze maken : Lange-Mendoza, Verheyen-Mendoza, Lange-Verheyen. Wat is volgens jou het meest complementaire duo ?

Ik wil in elk geval spelen ( lacht). Nee, ik moei mij niet met de opstelling, noch met de veldbezetting. Dat is het werk van de trainer.

Het is dit seizoen zelden rustig geweest in Brugge. Er deden onder meer verhalen de ronde over vechtpartijen op training.

( Ontwijkend) Meningsverschillen zijn er altijd. Als we op training een wedstrijdje zes tegen zes spelen, heb ik geen vrienden. Ik train om een betere voetballer te worden. Na de training stelt er zich voor mij geen probleem meer, dan zijn alle spelers amigos.

Jij zou in de douche op de vuist zijn gegaan met Ristic.

Ik weet niet wie je dat vertelt heeft, want er waren geen journalisten ( grijnst). Maar op de vuist gegaan, nee, we hadden een woordenwisseling, meer zeg ik daar niet over.

Dany Verlinden zei eerder in een interview : ‘Brugge is geen blok meer zoals vroeger.’

Tja, hoe zal ik het stellen… Om kampioen te worden, vorm je best een hechte groep. Je moet als spelers onder elkaar kunnen spreken over wat er misgelopen is bij een verlieswedstrijd. Dat is niet gebeurd. In Peru praatten we vroeger wel over zulke zaken. Als de trainer de dag na de wedstrijd een bespreking houdt en vraagt of er iemand iets wil zeggen, blijft het hier muisstil.

Voetbal is een ploegsport. Het stoot mij dan ook tegen de borst als ik een speler na een nederlaag hoor zeggen : ik heb niet slecht gespeeld. No ! Zo werkt het niet. Je speelt goed als ploeg of je speelt slecht als ploeg. Een individuele prestatie mag geen criterium zijn.

Een aantal spelers uitten kritiek op de trainer. De trainingen zouden soms saai zijn, er zou onvoldoende discipline geëist worden.

Er zijn altijd oefeningen die je minder graag doet dan andere, maar saai vind ik de trainingen zeker niet. En een gebrek aan discipline is er evenmin. Dat Trond Sollied trainer is bij een topclub als Club Brugge wil toch zeggen dat hij een góeie trainer is, niet ? Volgens mij levert hij alvast goed werk. De spelers die zich kritisch uitlaten over een trainer, zijn meestal diegene die niet aan spelen toekomen. Maar Sollied is een eerlijke trainer. Wie hard werkt en zich toont op training, wordt beloond.

Doe jij extra aan powertraining ? Of heb je dat atletische lichaam meegekregen van de natuur ?

Ik doe wat nodig is om fysiek klaar te staan voor de wedstrijden, maar ik ben absoluut niet fanatiek bezig met mijn lichaam. Ik zie het niet zitten om mij dagelijks in de powerzaal uit te sloven om nog wat meer spiermassa bij te kweken. Laat ons zeggen dat ik mijn musculatuur voor een groot deel van moeder natuur heb meegekregen. Net als mijn donkere gelaatskleur trouwens ( lacht).

Andrés Mendoza kan alles, wordt gezegd. In potentie is hij een absolute topspeler, maar hij leeft niet genoeg voor zijn sport. Hij is niet altijd even professioneel met zijn vak bezig. Klopt dat ?

Op training en in de wedstrijden ga ik tot het uiterste. Een vrije dag is een vrije dag. Sommige spelers komen wat bijtrainen, maar ik ben dan graag bij mijn gezin.

Je zou, nog volgens de critici, als persoon te weinig gedisciplineerd zijn. Je zou al heel wat verkeersboetes verzameld hebben. Wat is daarvan waar ?

Ik rijd graag snel met de auto, maar dat mag hier niet ( lacht). Bij ons in Peru mag je zo snel rijden als je wil. No problema. Ik heb wel wat parkeerboetes gekregen in mijn eerste jaar in België, maar ik heb bijgeleerd. Ik zal nu al eens sneller voor een betaalparking kiezen.

Je bent zopas voor de tweede keer vader geworden. Zijn kinderen belangrijk voor jou ?

Ik ben heel graag met de kinderen bezig, zoals elke vader, zeker ?

Je gaat niet meer zo vaak op stap ?

( Na een korte stilte) Op vakantie ga ik wel wat meer uit dan hier. De sfeer die er op de Peruaanse fiestas heerst, is met niets te vergelijken.

Mis je je vaderland ?

Als de laatste wedstrijd gespeeld is, vlieg ik over naar de familie in Peru, maar ik ben het leven in België ook al gewoon, hoor.

Zie je Club Brugge als een tussenstap in je carrière, een tussenstap richting de Europese top ?

Ik ben ambitieus. Als er een aanbod komt van een grote club in Spanje, Engeland of Italië, neem ik dat ongetwijfeld in overweging. Vooral de Spaanse competitie spreekt me aan. Daar wordt het beste voetbal geserveerd. Maar het is niet zo dat ik constant aan een transfer zit te denken. Ik heb nog een contract voor twee jaar in Brugge.

Wat moet Club Brugge kopen om volgend seizoen de titel te grijpen ?

Misschien moet er wel helemaal niets veranderen, is het voldoende als de groep wordt samengehouden. Hoe langer je met dezelfde spelers voetbalt, hoe beter je op elkaar ingespeeld raakt. Dan moet je niet meer nadenken over waar je de bal moet inspelen, moet je zelfs niet meer kijken, want je weet : mijn teammaat bevindt zich daar.

Ik kan bijvoorbeeld enorm genieten van het voetbal dat Manchester United opdist. Die mannen vinden elkaar blindelings. Ja, daar zou ik wel willen spelen.

door Christian Vandenabeele en Roel Van den broeck,

“Had ik al die kansen verzilverd, dan had ik Sonck nog bijgehaald.”

“Misschien moet er voor volgend seizoen niets veranderen, is het voldoende als de groep wordt samengehouden.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content