Van de diplomaat in Thibaut Courtois over de ergernis van Radja Nainggolan en het nieuwe ordewoord ‘positivisme’, tot de liefde tussen Marc Wilmots en de Hollanders. Het leven zoals het is bij de Rode Duivels.

Hij zou onvermijdelijk komen: de dag dat Jordan Lukaku aan het vraag-antwoordspel met het verzamelde journaille zou worden onderworpen. Benieuwd naar wat hij te vertellen zou hebben over de zeperd van zijn broer Romelu tegen Italië. De perschef van de Duivels had alvast zijn voorzorgen genomen: ‘Gelieve alleen vragen voor en over Jordan te stellen.’ Vanzelfsprekend was er een brutale vlerk in de zaal die het er toch op waagde, maar voor hem had de kleine broer een klaar en duidelijk antwoord klaar: ‘Ik ben Jordan.’ Verder zei hij ‘dat het geen persoonlijke mislukking zou zijn mocht ik geen seconde spelen op dit EK. Mijn doel bij het begin van het seizoen was om de 23 te halen. Dat is me gelukt, maar het wil niet zeggen dat ik op mijn lauweren rust nu ik hier ben.’ Dat hij nu gauw weg moet bij KV Oostende om zijn tocht naar de top te vervolgen, dat zei hij ook nog: ‘Iedereen weet dat de Belgische clubs niet meer aan zet zijn.’

Wat dan weer zo grappig is aan Jordan Lukaku, is dat hij zelf de vragen gaat stellen én de antwoorden geven.

‘Wist ik dat Italië achterin met drie verdedigers van Juventus zou spelen? Ja, natuurlijk: ik volg de wedstrijden van Juve.’

‘Hebben ze indruk op mij gemaakt? Nee.’

‘Was er een oplossing tegen hen? Da’s ingewikkeld.’

Het is algemeen geweten: Jordan heeft het hart altijd meer op de tong gehad dan Romelu. Dat zijn moeder ermee dreigde hem te slaan met een leren riem mocht hij voor zijn ploegmaats van het terrein stappen: hij geeft het gewoon toe. Ook: ‘Als we een kwajongensstreek uithaalden, moesten we op de knieën in de hoek gaan zitten, de armen in de lucht, een fles water in elke hand. Soms wel een uur lang. Als er een fles viel, kregen we een pak slaag.’

Niet bang van rake formuleringen: zo is hij, de kleine die zich op zijn twitteraccount voorstelt als The Lion King: ‘De leeuw is onafhankelijk en zelfverzekerd. Hij vreest niemand. Zo zie ik ook mezelf.’

ALDERWEIRELD EN HET RISICO

Bordeaux, zaterdagavond. We slaan buiten het stadion een praatje met Vic Alderweireld, de vader van Toby. Tussen vader en zoon zijn de sms’en over en weer gevlogen in de uren na de nederlaag tegen Italië. Toby wilde weten of hij echt schuldig was aan het eerste doelpunt van de Italianen. Het stak hem dat L’Equipe terugkwam op het gebrek aan communicatie tussen hem en Laurent Ciman bij die fase. ‘Vervelend voor de verdediger van Tottenham is dat Marc Wilmots hem had gevraagd de leider van de defensie te worden’, schreef de Franse sportkrant.

Terwijl we de wereld veranderen met Vic, herinnert hij ons eraan hoe hij zijn tienerzoon destijds in handen gaf van Ajax. Met een gebroken vaderhart. Hem dan hier op het EK bezig zien, doet hem er jaren later vrede mee hebben dat het de juiste beslissing is geweest. ‘Je hebt een jongen die je volwassen wil zien worden, aan wie je verantwoordelijkheid wil geven, maar dan krijg je die aanbieding van Ajax. Ze dringen aan, aan jou om ja of nee te zeggen. Mijn andere zoon heeft het uiteindelijk voor een stuk in mijn plaats gedaan. Hij zei me: papa, ik begrijp je, maar in het leven moet je soms een risico nemen.’

COURTOIS EN DE MUILKORF

Zo’n wonderlijk mooi golfterrein ligt er aan het hotel van de Rode Duivels dat de specialisten onder de spelers goed gek zouden zijn mochten ze er geen gebruik van maken. Neem nu Thibaut Courtois. ‘We hebben er al enkele leuke partijtjes opzitten met Dries Mertens, Jan Vertonghen, Simon Mignolet en Thomas Vermaelen.’ En in de Londense mist? ‘Daar speel ik met een vriend die niemand kent. Ik zou het kunnen opnemen tegen John Terry, maar dat doe ik toch liever niet: hij is veel te sterk.’

Meer dan zijn golfkunstjes was het zijn tactische analyse na het verlies tegen Italië die over de tongen ging. Dit is wat Courtois ons hier achteraf over zei: ‘Natuurlijk weet ik dat het niet ideaal is om te praten wanneer je pas uit de kleedkamer komt en nog boordevol adrenaline zit. Soms besef je achteraf dat het misschien beter was geweest eerst de beelden nog eens te bekijken en pas te praten wanneer je tot rust bent gekomen. Maar wat me stoort, is dat we tegenwoordig een cultuur hebben waarin je niets meer mag zeggen. Dat je bijna wordt gedwongen slechts in clichés te praten en analyses zonder peper en zout te maken om toch maar niemand voor het hoofd te stoten. Et is een klimaat dat door de voetbalwereld zelf is gecreëerd. Een klimaat waarin je een diplomaat moet zijn. Wie iets buitengewoons zegt in Engeland, krijgt een boete. De Engelse bond legt elke uitspraak onder het vergrootglas. Als een scheidsrechter een grote vergissing heeft begaan en je signaleert dat, word je direct twee of drie wedstrijden geschorst. Je hoort respect te hebben voor de officials, akkoord, maar ons muilkorven kan ook niet.’

En hij ging verder, onze nationale doelman: ‘Achter iemands rug praten, of rond de pot draaien: dat is niks voor mij. Waarom heeft Chelsea een moeilijk seizoen gehad? Omdat we het maandenlang niet hebben aangedurfd de problemen te benoemen. Tot men een grote vergadering met de spelers heeft belegd, waarin ieder heeft gezegd wat hem van het hart moest. Vanaf dan is het beter gegaan. Dat gesprek heeft voor de déclic gezorgd.’

Of hij zenuwachtig is, hier in Frankrijk? ‘Maak je ’n grap, of wat? Er is maar één ding wat me zenuwachtig kan krijgen: dat ik in het stadion aankom en vaststel dat ik mijn handschoenen ben vergeten. Maar dat is nog nooit gebeurd.’

NAINGGOLAN EN DE BLOEM

Mister Verticaliteit is even direct naast het veld als erop. ‘Ik weet dat Antonio Conte me wil bij Chelsea’, vertelt Radja Nainggolan aan Romelu Lukaku, als was het de normaalste zaak van de wereld. Op training is hij, een Antwerpenaar, het die het hoge woord voert in het Frans. Een excentriekeling is hij, een beetje gek, maar met een groot hart. Zo wordt hij door de meeste van zijn ploeggenoten omschreven.

Tegenover de pers daarentegen is hij wantrouwig. Mede een gevolg nog van zijn uitspraken voor het WK 2014 (‘Ik verdien het om mee te gaan naar het WK’), die hem niet in dank werden afgenomen door Marc Wilmots en die de balans uiteindelijk in zijn nadeel liet doorwegen. Wanneer het zijn beurt is om voor de verzamelde journalisten te verschijnen, beschouwt hij dat als een verplicht nummer, als iets wat hem even van zijn vrijheid berooft. En hij steekt het niet weg. Voor een kort interview met de RTBF moet hij mee naar een studio in een tentje, waarvan de airco rare kuren vertoont. De temperatuur loopt er onredelijk hoog op. ‘Wat is het warm hier, putain. Niet te doen!’, steekt Nainggolan zijn ergernis niet onder stoelen of banken, terwijl andere spelers die hem zijn voorgegaan er geen punt van maakten. Nainggolan, dat is yin en yang. Grappen en grollen met zijn maten, bits en koel met buitenstaanders. Voor de camera’s van de RTBF stelde journalist Vincent Langendries hem de vraag waarom hij een bloem als tattoo heeft. Het antwoord: ‘Omdat ik van bloemen hou, okay?’

Zijn naturel aangevuld met een portie gekte heeft van Nainggolan een bijzondere speler én mens gemaakt, naar wie iedereen luistert en die men liever niet tegen zich in het harnas jaagt. Die er ook met een kwinkslag op tijd en stond de goede luim inhoudt, zoals wanneer hij bij een afwerkvorm op doel waardeloze voorzetten krijgt van T2 Vital Borkelmans en hem toeroept: ‘Wat wil je dat ik doe met zulke centers?!’

KRITIEK EN DE ROZE BRIL

De Duivels kregen er na de nederlaag tegen Italië van langs als nooit tevoren. Liet de uitschakeling tegen Argentinië in de kwartfinales van het WK 2014 ons achter met het gevoel dat het allemaal iets te weinig was geweest, het verlies tegen de Squadra kwam aan als een mokerslag. Waar Wilmots zich dan weer geen zorgen over hoeft te maken, is de houding van zijn spelers tegenover de pers. Na de wat dubbelzinnige en ongelegen woorden van Thibaut Courtois na de match in Lyon, sloten de Duivels de rangen: ze zouden zich niet meer laten vangen aan vragen over de afwezigheid van een tactisch plan. De minder ervaren spelers ontvingen instructies, de anderen wisten het taboe met hun professionalisme handig te omzeilen.

Het ordewoord tot de wedstrijd tegen de Ieren, was: ‘positivisme’. Geen sprake van alles nu weer in vraag te stellen. ‘Om alles nu te gaan veranderen, is het te laat. Dat hadden we dan maar vroeger moeten doen’, drukte Axel Witsel zich handig uit. Zelfs Alderweireld, door de bondscoach nochtans verantwoordelijk gehouden voor het eerste Italiaanse doelpunt, klopte op het zelfde nageltje en verkoos aan zelfkritiek te doen boven de confrontatie te zoeken. Idem dito bij Vermaelen, van wie weinigen hadden gedacht dat hij na jaren van blessures dit niveau zou halen. Bij de Barçaverdediger valt op hoe geconcentreerd hij op het trainingsveld staat en er niet voor terugdeinst de enkels van Christian Benteke en Michy Batshuayi zachtjes te betokkelen.

WILMOTS EN DE HOLLANDERS

Je moet er maar mee omkunnen: hun uitspraken zijn vaak pittig en ontwrichtend. Nu hun eigen Oranje er niet bij is, hebben de Nederlandse journalisten zich op onze Duivels gegooid om hun voetbalzomer gevuld te krijgen. In hun caravans hebben ze uiteraard al hun flair en directe vragen meegebracht voor Marc Wilmots – als de perschef van de KBVB ze tenminste niet afblokt, wat dan weer aanleiding geeft tot mooie verbale oorlogjes.

Wilmots is er dan weer de man niet naar om zich uit het lood te laten slaan. Tenslotte zit er ook een stukje Nederlander in Willy: opgeheven kin, zelfverzekerd discours. Hoe meer de tijd verstrijkt, hoe meer toenadering er groeit tussen Wilmots en de Hollandse pers – in beide richtingen, overigens. Dat levert vaak een verbaal steekspel op, met de glimlach. ‘Straks moeten jullie nog een standbeeld voor hem bouwen in Brussel of Antwerpen’, wierp een NOS-man ons na de 3-0 tegen Ierland voor de voeten.

Met de Belgische media daarentegen is de relatie minder funky. Nooit eerder was de teneur zo anti-Wilmots als nu. Zij die hem al maanden in hun vizier hebben, hebben nu hun bazooka bovengehaald, helaas zonder altijd doel te treffen. Zelfs al is alles verre van perfect en de kritiek gerechtvaardigd, het pessimisme bij vele volgers is opvallend. Hoe anders te verklaren dat een journalist in de armen van een collega viel na de nederlaag tegen de Italianen in Lyon?

MERTENS, GEEN HAZARD

De avond van de wedstrijd tegen Italië zoekt de website van L’Equipe nog de controverse met een provocerende, veeleer belachelijke titel over Eden Hazard: Boulet Hazard. Onze nummer 10 wordt met argusogen gevolgd door de internationale pers, vooral dan de Franse. Die behandeling is niet altijd in goede aarde gevallen bij Hazard zelf. Na de afgang tegen de Italianen loopt hij zonder één woord te zeggen voorbij de wachtende journalisten. Hazard en interviews, het is nooit goed samen gegaan. Een vorm van minachting is het, die niet strookt met de verplichtingen die zijn nieuwe rol als aanvoerder met zich meebrengen.

Wilmots zou hem er vorige week op hebben aangesproken. Op het veld daarentegen lijkt de aanvoerdersband hem steeds meer te bevallen. Zelfs al herhaalt hij graag dat hij liever met zijn voeten spreekt, toch is hij het die voor de aftrap tegen Ierland de spelers rond zich verzamelt. Iets wat hij ook doet nadat hij Lukaku de 3-0 op een blaadje heeft geserveerd: zowel de doelpuntenmaker als Kevin De Bruyne, twee spelers die na Italië het meest door de kritiek waren geviseerd, trekt hij stevig tegen zich aan.

Ah, hoe graag zou Dries Mertens Eden Hazard zijn. Net als Hazard mijdt hij de pers als hij niet verplicht moet opdraven van zijn bazen. Net als Hazard dribbelt hij en daagt hij uit. Net als Hazard wil hij graag één van de uitblinkers op dit toernooi zijn. Bijgevolg begint zijn statuut van supersub steeds zwaarder op zijn gemoed te wegen. Het is een etiket waarvan hij zich liever vandaag nog dan morgen ontdoet. En dus gaat hij te veel forceren, bijvoorbeeld door op doel te trappen wanneer een ploegmaat beter geplaatst staat. Nee, Mertens is Hazard niet, en zal het ook nooit zijn.

DOOR THOMAS BRICMONT, PIERRE DANVOYE EN PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Wat me stoort, is dat we tegenwoordig een cultuur hebben waarin je niets meer mag zeggen.’ THIBAUT COURTOIS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content