Na een inactiviteit van zeven jaar keert het gewezen boegbeeld van STVV als trainer van een vierdeprovincialer terug in het voetbal. Overdag loopt Wilfried Sleurs bij apothekers binnen.

Een druilerige vrijdagmiddag, het wegrestaurant aan de E314 in Aarschot. Wilfried Sleurs heeft er met zijn nieuwe firma zopas een weekje teambuilding in Zuid-Frankrijk opzitten en maakt op weg van zijn woonplaats Bilzen naar het hoofdkantoor in Brussel een tussenstop. Sinds een half jaar is hij districtsmanager bij het nog jonge bedrijfje Over the Count, dat onder meer schoonheidsproducten levert bij apothekers in heel Vlaanderen. “Maar niet alleen dat”, zegt hij. “Heb je last van zweetvoeten ? ( Haalt een spuitbusje tevoorschijn met het opschrift Cool feet.) Dit heb ik zelf ontdekt en bij onze firma aangeprezen. Een echt succes inmiddels.”

Sleurs houdt van zijn nieuwe job. Hij liet er zijn vorige baan als kantoorhouder van een bank- en verzekeringsfiliaal voor staan. “Er sloop te veel onzekerheid in die sector. Dit is totaal iets anders.” Sleurs kan zich in zijn nieuwe commerciële functie vooral ook verbaal uitleven, een kwaliteit waardoor hij ook als voetballer bij de media een vaak gesolliciteerde gast was. Communicatie is een sleutelwoord in het leven van de gewezen aanvoerder van Sint-Truiden.

“Ik was amper 22 toen ik op Staaien de aanvoerdersband kreeg”, vertelt hij. Op één van mijn eerste dagen bij Sint- Truiden, ik was negentien, liet ik me al horen. We zaten na een verloren match in het spelershome aan de koffietafel, toen voorzitter Jef Cleeren briesend binnenviel en iedereen begon uit te schelden. Ik stond meteen recht en stapte op hem af. ‘U bent dus meneer Cleeren ? Ik heb al veel over u gehoord en nu ken ik u ook meteen.’ Waarop hij briesend weer naar buiten stoof. Mijn medespelers verklaarden me voor gek. ‘Jij weet niet wat je doet ! Dat gaat je duur te staan komen.’ Maar ik was nu eenmaal iemand die niet met zich liet sollen. Tenslotte hadden wij niet met opzet verloren en had iedereen zich ingezet. Bovendien hadden we die match ook niks verdiend. Dus moest hij niet nog eens op zo’n manier komen zeggen hoe slecht het wel was geweest. Heel de week die volgde, stak ik me weg als hij ons een hand kwam geven. Maar dan vond ik het welletjes en dacht ik : zand er- over. We reikten elkaar weer de hand en van dan af mocht ik Cleeren alles vragen.”

Door zijn leiderscapaciteiten werd Sleurs niet alleen aanvoerder, maar later ook interimtrainer en zelfs hoofdtrainer van de Kanaries. “Na mijn beenbreuk ging het bergaf met de ploeg en op een bepaald moment stond Guy Mangelschots als trainer ter discussie. Het bestuur vroeg me of ik geïnteresseerd was om het van hem over te nemen. Nadat ik eerst de boot wat had afgehouden, lieten ze mij toch verstaan dat vooral mijn aanwezigheid in de groep belangrijk was. Toen Mangelschots uiteindelijk toch moest vertrekken als trainer en gepromoveerd werd tot technisch directeur, heb ik de job aanvaard. Dat was voor de laatste tien wedstrijden van het kampioenschap. Blijkbaar met succes, want het volgende seizoen mocht ik aan de competitie beginnen.

“Uit onze eerste vier wedstrijden haalden we amper één punt. In de vierde match, op Eendracht Aalst, haalden we een 3-0-achterstand op, maar de volgende woensdag werd ik bedankt voor bewezen diensten. De manier waarop dat gebeurde – met inlevering van de seizoenskaarten die ik had gekregen, de shirts en de trainingspakken -, vond ik zo laag bij de grond dat ik sindsdien geen voet meer op Staaien heb gezet. En dat bij de club waar ik nagenoeg mijn hele carrière heb doorgebracht ! Wat nog het meeste knaagt, is dat ik daardoor een schakel in mijn loopbaan mis. Ik heb als trainer nooit echt de kans gekregen om te tonen wat ik kan. Dat blijft vooralsnog en onbeantwoorde vraag.”

“Mijn grote droom”, zegt Wilfried Sleurs, “is een provinciaal opleidingscentrum op te richten met steun van de voetbalbond. Ik heb er al met Matty Billen en Ludo Geurts over gepraat. Die mannen zijn wild enthousiast. De vraag is alleen of de bond dat wel wil. Een andere droom is om met de oud-spelers van Sint-Truiden een goed scoutingapparaat op poten te zetten. Akkoord, de jonge gasten die naar het eerste elftal van Sint-Truiden zijn doorgestroomd, hebben het goed gedaan vorig seizoen, maar ik maak toch deze kanttekening. Collectief hebben ze sterk gepresteerd en zich vooral aan elkaar opgetrokken. Maar zet ze elk stuk voor stuk in een andere ploeg en je ziet ze zo wegdeemsteren. Ik vind niet dat er bij de jeugd van Sint-Truiden goed is gewerkt. Vorig seizoen eindigden de meeste jeugdploegen onderin. Dit seizoen is het toch weer wat beter, heb ik gemerkt.”

Het voetbal blijft hij dus nog wel van nabij volgen, vooral dan via de media. Nu en dan eens naar Genk, en binnenkort zal Wilfried Sleurs zich wel weer eens op Sint-Truiden vertonen. Ondertussen zal hij zich vooral trachten te amuseren met zijn nieuwe ploeg, de vierdeprovincialer Zichen-Zussen-Bolder. “Met mijn boezemvriend Johan Vandecaetsbeeck en Jean-Marie Abeels heb ik enkele veteranen in de ploeg, die het niveau naar boven kunnen halen. Want Zichen-Zussen-Bolder is ambitieus. Prachtig veld, mooie kantine en iedereen in hetzelfde trainingspak. Op onze eerste training waren er maar liefst honderd en tien toeschouwers. Voor de wedstrijden dagen er drie- à vijfhonderd op. En wat vooral leuk is : op training doe ik alle oefeningen mee. Ik heb me bij de bond toch maar opnieuw als speler ingeschreven. Je weet maar nooit.”

door Stefan Van Loock

‘Ik vind niet dat er bij de jeugd van Sint-Truiden goed is gewerkt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content