Zelden werden op een groot toernooi de bondscoaches zo bekritiseerd als tijdens Euro 2004.

Dat de beschuldigende vinger richting trainer wijst wanneer het wat minder loopt – of dat nu terecht of onterecht is -, blijft een van de traditionele gebruiken in de voetballerij. Euro 2004 vormt daar geen uitzondering op. Integendeel : tijdens de eerste ronde van dit EK werden maar liefst tien van de zestien aanwezige bondscoaches zwaar op de rooster gelegd. Zelfs bij de ploegen die zich plaatsten voor de kwartfinales viel hier en daar gemor op te vangen.

Dat mocht Luiz Felipe Scolari, trainer van gastland Portugal, al meteen bij de start van het toernooi merken. Al sinds zijn aanstelling – 18 maanden geleden – werden grote vraagtekens geplaatst achter de man die met Brazilië in 2002 wereldkampioen werd. Na het debacle in de openingswedstrijd tegen Griekenland (1-2) stond het Portugese volk haast klaar om hem te lynchen. Maar zoals dat zo vaak gaat in de sport, bepaalden de resultaten de sfeer. Twee matchen en evenveel zeges later, 2-0 tegen Rusland en vooral een 2-1-overwinning op aartsvijand Spanje, krijgt Scolari bijna een standbeeld.

“Van zero to hero“, bevestigt Vitor Serpa, Portugees journalist bij A Bola. “Scolari bewees zijn vakmanschap en talent door radicaal het geweer van schouder te veranderen. In Portugal heersen er twee voetbalstijlen die elkaar naar de kroon steken : enerzijds het academische voetbal, met Benfica als uithangbord, en anderzijds het strategische voetbal, met FC Porto als exponent. Elke clan heeft uiteraard zijn aanhangers, maar de methode van de Dragoes bleek de laatste jaren stukken efficiënter. De verdienste van Felipe Scolari is dat hij zijn aanvankelijke voetbalfilosofie liet varen om de succesvolle strategie van Porto te hanteren. In die optiek bediende hij zich voor de levensbelangrijke partij tegen Rusland van vijf spelers uit de ploeg van de Champions-Leaguewinnaar : Ricardo Carvalho, Nuno Valente, Costinha, Maniche en Deco. De overwinning op Spanje katapulteerde Scolari de onsterfelijkheid in.”

De andere vertegenwoordiger van het Iberische schiereiland kwam er minder goed van af. Nochtans werd Spanje, net als Portugal, een favorietenrol in Groep A toebedeeld. Maar naar slechte gewoonte liet Spanje het weer afweten op een groot toernooi. In tegenstelling tot zijn collega Luiz Felipe Scolari, die met succes zijn tactiek aanpaste, toonde Iñaki Sáez zich een pak conservatiever en hield elke wedstrijd vast aan zijn 4-4-1-1-systeem. Het is daar dat de banbliksems hem raakten. Want uitgezonderd de vruchtbare inbreng van JuanValéron in de eerste wedstrijd tegen Rusland, bleken al zijn wissels nefaste gevolgen te hebben. Met de onbegrijpelijke vervanging van Joaquín (op de rechterflank) door de pure linkse poot Albert Luque in de Iberische clash met Portugal als stokpaardje van de kritische Spaanse pers.

Ondanks de slechte afloop van het verhaal – Spanje uitgeschakeld en Sáez die opstapte als bondscoach ondanks een pas getekend contract tot 2006 – kon de Baskische trainer nochtans rekenen op wat krediet van de Spaanse persjongens. “Ons probleem is niet de selectieheer, maar de spelers zelf”, verklaart Diego Torres van de krant El País. “Bij hun clubs getuigen ze steevast van een professionele ingesteldheid en valt er niets aan te merken op hun mentaliteit, maar vanaf het moment dat ze bij de nationale ploeg komen, demonstreren ze niet diezelfde gedrevenheid. Raúl is daar het beste voorbeeld van. Terwijl hij met Real Madrid de prijzen en eervolle vermeldingen opstapelt, heeft hij nog nooit kunnen overtuigen in de Spaanse nationale ploeg. Voor mij, en vele collega’s trouwens, is Raúl slechts een pseudo-vedette. Naar het beeld van zijn Madrileense ploegmaats Ivan Helguera en Fernando Morientes.”

Een groot verschil met Luis Figo, vindt Torres. “Die toont zich tenminste een groot kampioen. Zoals in de beslissende wedstrijd tussen Portugal en Spanje, waar hij een knalprestatie neerzette. Als er iemand de Gouden Bal verdient, is hij het wel. In ieder geval meer dan Raúl. Die jammert elk jaar opnieuw dat de juryleden hem vergeten, maar ik vind dat eigenlijk niet zo onlogisch. Raúl zou een voorbeeld moeten nemen aan Zinédine Zidane, op wie je altijd kan rekenen. Een Raúl met dezelfde professionaliteit was al lang tot beste speler van Europa verkozen. Maar nu, gezien zijn passiviteit in de nationale elf, verdient hij niet meer.”

Uit dat hele lijstje toptrainers die met gebogen hoofd Euro 2004 dienden te verlaten, springt Giovanni Trapattoni, de coach van de Squadra Azzurra, het meest in het oog. Trap, die in het calcio een ongeëvenaarde palmares kan voorleggen, ging in Portugal roemloos onderuit met een paar minder geslaagde ingrepen. Zo bijvoorbeeld zijn ideetje om tegen de Zweden Antonio Cassano en Alessandro Del Piero, zijn twee offensieve troeven, naar de kant te halen. De tandem had net een uur lang de imposante Zweedse verdediging aan de praat gehouden. Het was een foute tactische beslissing die ervoor zorgde dat de Scandinaven op de valreep nog konden gelijkmaken (1-1).

Door de eerdere puntendeling met Denemarken kwam Italië daardoor in wel heel erg nauwe schoentjes. Zeer pijnlijk als je bedenkt dat Italië over een kern beschikte die, op papier althans, de vergelijking met de beste teams op Euro 2004 kon doorstaan. Het probleem lag echter bij de speelwijze van de Italianen : Trapattoni koos, net zoals zijn voorganger Dino Zoff, al te vaak voor een defensieve en afwachtende houding. Op Euro 2000 zag Italië daardoor Frankrijk met de hoogste eer uit de finale komen. In Portugal waren de gevolgen nog zwaarder, de fiere Italianen overleefden zelfs de eerste ronde niet. Welke lessen zullen ze eruit trekken ? Trapattoni zelf verklaarde alvast stellig niét te zullen opstappen : slechts een formaliteit, want op 15 juli loopt zijn contract af en geen kat die gelooft dat hij een nieuwe verbintenis krijgt.

“Te veel is te veel”, zegt Luca Valdisseri van de Corriere della Sera. “Wie met vuur speelt, verbrandt zijn vingers. We kregen vier jaar geleden al een waarschuwing en op het WK in 2002 was het ook niet denderend. Als we verder blijven gokken op die voorzichtige aanpak belooft de toekomst weinig goeds. Ik huiver bij de gedachte dat Marcello Lippi waarschijnlijk overneemt als bondscoach, want net als Cesare Maldini is hij een aanhanger van het catenaccio. Ik denk dat het dringend tijd wordt om eens een buitenlandse bondscoach aan te stellen, zodat die kan breken met de aloude Italiaanse traditie. Engeland heeft dat uitstekend begrepen door, na jaren van protectionisme, zijn grenzen open te stellen voor buitenlandse trainers. Eerst op clubniveau, daarna aan het hoofd van de nationale ploeg.”

Met succes, want Sven-Göran Eriksson kon dankzij zijn ervaringen in de Italiaanse Serie A de Engelsen de kunst van het verdedigen bijbrengen. Valdisseri : “Wij, de Italianen, hebben daarentegen nood aan een buitenlandse invloed die ons leert aanvallen. Arsène Wenger bijvoorbeeld. Ik ben ervan overtuigd dat we met hem sterke resultaten zouden boeken op internationaal niveau. We hebben nood aan een nieuw elan. En enkel iemand die niet opgegroeid is binnen het Italiaanse keurslijf kan ons dat geven.”

Giovanni Trapattoni bezit natuurlijk niet het alleenrecht op hoongelach van de eigen achterban op dit EK. Dick Advocaat, bondscoach van Nederland, had het zo mogelijk nog zwaarder te verduren. Zeker nadat hij bij een 2-1-stand tegen Tsjechië de zeer ongelukkige ingeving had om de dreigende Arjen Robben te vervangen door kuitenbijter Paul Bosvelt. Resultaat : 3-2 voor Pavel Nedved en de zijnen. Moby Dick moest de kelk tot op de bodem ledigen. Op het internet brachten die avond 130.000 surfers hun stem uit op de website met de naam ‘de slechtste wissel ooit’.

“Het is absoluut hallucinant : met Ruud van Nistelrooy, Patrick Kluivert, Roy Makaay en Pierre van Hooydonk beschikt Nederland over aanvallers die iedereen hen benijdt”, geeft columnist Jan Mulder aan. “Op het middenveld hebben we de beste ruit van de wereld met de ervaren Edgar Davids en de jonge talenten Rafael van der Vaart, Wesley Sneijder en Andy van der Meyde. Achterin kunnen we rekenen op Jaap Stam en Edwin van der Sar. En dan zie je op het veld altijd miserie. De spelers dragen ook verantwoordelijkheid in deze malaise, want je kunt bijvoorbeeld niet zoals Clarence Seedorf eisen stellen terwijl je in het nationale team nog nooit iets bewezen hebt. Hetzelfde geldt voor Patrick Kluivert.

“Het probleem van Dick Advocaat is dat hij niet boven zijn spelers staat. Rinus Michels bezat die aura wel en kreeg dus terecht die titel van ‘generaal’. Advocaat laat zich ‘de kleine generaal’ noemen. Als je hem vergelijkt met Michels een waardeloze generaal, ja. Op het tactische vlak verandert hij even vaak als van hemd en het was steeds een komen en gaan van spelers. Om iets te verwezenlijken heb je stabiliteit nodig. Dat vind je bij Advocaat niet terug.”

Voor Rudi Völler werd Euro 2004 zijn zwanenzang. De teambaas ging tijdens een live programma al eens zwaar in de clinch met de Duitse voetbalgrootheid Günter Netzer omdat die het gewaagd had zijn Mannschaft op de korrel te nemen. Maar Netzer bleek heus niet de enige die Völler en de zijnen aanviel, een lawine van kritiek daalde op hem neer na de negatief verlopen eerste ronde op het EK. Het begon nochtans met een hoopgevende 1-1 tegen Nederland. Maar daarna volgde een beschamende vertoning tegen Letland. Tegen het lelijke eendje op dit EK kwamen de Duitsers niet verder dan een scoreloos gelijkspel. De vernedering werd compleet toen Duitsland in een alles-of-niets-duel tegen het B-elftal van Tsjechië een 2-1-nederlaag opliep. Waarmee de roemloze uitschakeling in de eerste ronde meteen een feit was.

Met het vizier op het WK van 2006 in Duitsland zal deze vroegtijdige uitschakeling heel wat verschuivingen teweegbrengen binnen de Mannschaft . Verwacht wordt dat Ottmar Hitzfeld, bij Bayern München vervangen door Felix Magath, het roer overneemt van Völler. “We moeten nu niet al het goede werk dat Rudi Völler tijdens zijn mandaat geleverd heeft, overboord smijten”, benadrukt Christoph Biermann van de Süd-Deutsche Zeitung.

“De selectie die hij onder zijn hoede had, kon in niets de vergelijking doorstaan met de generatie waar Völler zelf deel van uitmaakte, met vedetten als Lothar Matthäus, Andreas Brehme, Thomas Hässler en Andy Möller. Toch slaagde Völler erin om op het jongste WK de finale te bereiken. Ondertussen moest hij dan nog eens bouwen aan een nieuwe ploeg, want veel internationals namen afscheid. Je mag geen mirakels verwachten van jongelingen als Philipp Lahm, Bastian Schweinsteiger of Lukas Podolski. Zij missen allemaal nog ervaring op dat niveau. Binnen twee jaar zijn die mannen wél klaar om te oogsten. Waarom niet met Ottmar Hitzfeld als stuurman ? Hij heeft zijn competentie toch voldoende bewezen bij Bayern. Als er één man is die het team weer op de rails kan krijgen, is het Hitzfeld wel.”

door Bruno Govers

‘Advocaat verandert even vaak van tactiek als van hemd.’ (Jan Mulder)

‘Het is dringend tijd voor een buitenlandse bondscoach.’ (Luca Valdisseri)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content