Kjetil Rekdal gelooft nog in het behoud van Lierse. Na Westerlo wordt het moeilijk daar nog anderen van te overtuigen.

Hun vrije dag zijn de spelers van Lierse voorlopig kwijt, merkten ze toen ze het programma voor deze week kregen. Alleen vandaag woensdag staat één training op het menu, de andere dagen twee. Als trainer legt Kjetil Rekdal er de pees over : wie technisch en qua puntenaantal te kort komt, moet dat compenseren met andere dingen. Hard werken, bijvoorbeeld.

Hield Rekdal zich de eerste dag nog wat afzijdig en observeerde hij vooral de spelers vanaf de zijlijn, dan merkten die spelers dat de nieuwe trainer vanaf dag twee (na een observatieronde) naar een vast tactisch systeem toe werkt waarin hij de ploeg ook de komende maanden wil kneden. Spectaculair oogt dat niet. Een team dat niet sterk is en elke vorm van vertrouwen mist, moet eerst de verdediging op punt stellen en pas als dat lukt naar voren proberen te voetballen.

Dat eerste lukte op Westerlo een uur lang moeiteloos, het tweede minder. Rekdal koos voor drie centrale verdedigers, één diepe spits en een versterkt middenveld waarvan de achterste twee flankspelers bij balverlies terugplooien tot een vijfmansdefensie. Bij balbezit schakelde geel-zwart over naar een 3-4-3, met extra steun langs de flanken voor die ene diepe spits.

Meer dan een helft lang kreeg een onmondige thuisploeg geen greep op de gretige, hardwerkende bezoekers die voor elke bal knokten, maar bij het uitvoetballen te zelden konden prikken. Na de eerste tegengoal kon Lierse geen vuist meer maken.

Niet naar FC Köln

Na afloop klonk Rekdal al een stuk minder enthousiast dan op de persconferentie. Bij zijn komst kende hij het team niet. Dag na dag krijgt hij een beter zicht op wat hij wel en niet in huis heeft. Met deze kern, beseft iedereen, redt geen enkele trainer het. Wat Lierse moet doen in afwachting dat hij met een lijstje van gewenste spelers op bepaalde posities naar de voorzitter stapt ? “Keihard werken en het de tegenstander moeilijk maken”, zegt Rekdal. “Ik geloof dat we het met sommige versterkingen op de juiste plekken misschien wel kunnen halen.” Bij momenten zag hij zijn team goed pressing zetten, bij momenten was Lierse totaal afwezig. Geel-zwart moet, gaf hij ook aan, zelf gevaarlijker worden. “We moeten beter worden, anders zakken we. Ik ben wél zeker dat Lierse een goeie tweede ronde gaat spelen.”

Rekdal, verzekeren zijn vrienden, is niet naar Lierse gekomen om in België wat te freewheelen. Als hij roept dat hij nog gelooft in het behoud, méént hij dat ook. Voor Rekdal, zegt zijn manager en vriend Harold Suvain, is niets onmogelijk. Hij moet alleen één ploeg achter zich houden. Onmogelijk leek ook de situatie toen hij als spelertrainer aan de slag ging bij Vålerengen, drie jaar geleden. Die club dreigde te zakken van de tweede naar de derde klasse. Rekdal riep dat hij dat wel even zou oplossen, voerde Vålerengen niet alleen terug naar eerste, maar vervolgens ook naar de titel. “Onmogelijk bestaat niet voor hem”, zegt Suvain, die Rekdal al op zijn zestiende zag debuteren in het eerste elftal van Molde. Toen al was hij rijper en mentaal volwassener dan zijn leeftijdsgenoten. “Tactisch was hij al een klein genie. Kjetil is een winnaar. Hij had dit niet gedaan als hij voor zichzelf geen mogelijkheden zag om Lierse alsnog in eerste te houden. Bang voor een nederlaag is hij niet. Zelfs als hij twee keer na mekaar verliest, zal hij niet in een hoekje zitten. Mentaal is hij heel sterk. Hij gelooft alleen in zichzelf, kan heel veel energie overbrengen op anderen.”

Voor het geld moest de Noor niet naar Lierse komen. De meeste Noorse eersteklassers betalen beter dan de meeste Belgische clubs. In eigen land kon hij zo aan de slag bij Molde of Stavanger, maar in Noorwegen had Rekdal alles gehad : promotie naar eerste, titel, beker, Europees voetbal. Bij FC Köln was hij even in beeld, maar daar koos men voor Christoph Daum, in de Domstad een monument. Köln wilde ook een trainer voor drie jaar. Met een verbintenis voor zes maanden (Rekdals gezin blijft voorlopig in Noorwegen) kan Rekdal hier straks nog alle kanten op.

à la Sollied

Toen de Noor ergens in 2000 aangaf dat hij trainer wilde worden, vroeg een Belgische journalist hem of dat bij Lierse zou zijn. “Nee, nooit, dank u”, luidde prompt het antwoord. In 1996 stapte hij met slaande deuren op bij Lierse toen die club niet meteen meewerkte aan zijn transfer naar Rennes. Maar de sentimentele band met Lier bleek groter dan hij destijds toe gaf. Zijn zoon werd in Lier geboren, de supporters dragen hem er nog op handen en hij telt er nog tal van vrienden.

Nochtans kwam hij op het Lisp altijd voor zijn mening uit. Eddy Snelders, die vaak met hem optrok, noemt hem iemand die nogal zwart-wit denkt, vrij ongenuanceerd is. “Een tussenweg, dat kent hij niet.” Dat niet iedereen het met zijn kritische aanpak eens was, besefte Rekdal zelf ook toen hij in de herfst van 1994 na een kort eerste dispuut met Lierse op aandringen van toenmalig trainer Erik Gerets terugkeerde : “Ik ben een open mens en zeg dus steeds wat ik denk. Dat levert kritiek op, maar zo ben ik nu eenmaal.” Hij was geen gemakkelijk mens voor zijn jongere ploegmaats, herinnert Snelders zich : “Vooral naar de jongeren Snoeckx, Peeters en Huysmans kon hij scherp uithalen. Met name Bob Peeters had het daar toen moeilijk mee. Kjetil vond dat Bob niet altijd deed wat hij moest doen. Hij maakte dat ook vrij scherp duidelijk. Misschien is Bob dat niet vergeten, maar ik weet zeker dat het bij Kjetil niet is blijven hangen. Kjetil is niet rancuneus.”

Snelders ziet Rekdal functioneren à la Sollied. Die trok ook een lijn, zowel qua gedrag als qua tactiek, waar iedereen zich met zelfdiscipline maar aan moest houden. “Ik zie hem niet individueel met elke speler gaan praten. Eigenlijk is Kjetil vrij gesloten, op het communicatieve vlak erg stil. Kristof was verbaasd dat hij niet één opmerking naar mij toe ventileerde, maar zo zit Kjetil nu eenmaal in mekaar.”

Ouderwets Noors voetbal wil Rekdal niet brengen, weet Snelders. Bij de nationale ploeg gruwde hij van die lange bal, waarbij hij zelf vaak werd overgeslagen. Bij Lierse kon hij in het combinatievoetbal zijn kwaliteiten wél benutten. Als trainer wil hij vooral over de flanken opbouwen en het centrum dicht houden. Aan passie zal het de nieuwe trainer evenmin ontbreken als zijn voorganger, meent Snelders : “Kjetil heeft een bal in zijn maag. Voetbal is zijn leven. Buiten het voetbal heeft hij geen interesses.”

Toen Rekdal als speler kwam, was Lierse een ploeg die ternauwernood aan de degradatie ontsnapt was. Ononderbroken joeg hij spelers én bestuur op. Na zijn vertrek bloeiden de andere spelers helemaal open en waren ze rijp voor de titel. Als speler heeft Rekdal Lierse beter gemaakt. Als hem dat als trainer met dit team lukt, verdient hij net als Trost vorig jaar een standbeeld.

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content