Vorige week gaf de Knokse gemeenteraad groen licht voor het bouwrijp maken van het oefencomplex van Club Brugge. Na Genk, Standard en Anderlecht krijgen de West-Vlamingen ook een splinternieuw oefencentrum.

Knokke-Heist is op het einde van de lente/begin van de zomer the place to be voor de voetballiefhebber. Al twee jaar na elkaar is de nationale ploeg er op stage en inmiddels al bijna een half decennium bereidt ook Club Brugge er zijn seizoen voor. En dat wordt in de toekomst nog meer het geval, als Club zijn state-of-the-artoefencomplex in Westkapelle, een deelgemeente van Knokke-Heist, in gebruik neemt. Startdatum: seizoen 2017/18. Investeringskost: 10 miljoen euro. Fors, maar noodzakelijk in de verdere uitbouw van de club.

Westkapelle nu bereiken is onderweg een beetje struikelen. Tussen Brugge en de Knokse kust wordt keihard gewerkt, op verschillende werven. In september 2017 moeten ze allemaal afgerond zijn, en worden Zeebrugge, Knokke-Heist en Brugge met elkaar verbonden via een gloednieuwe snelweg. Ideaal qua timing, want net dan wil Club ook het oefencomplex in gebruik hebben.

De Knokse schepen van Sport, Daniël De Vlamynck, heeft in Westkapelle zijn praktijk als dierenarts. Vanuit de tuin kijkt hij uit op de (drie jaar geleden afgebrande) kerk van zijn dorp. “Een ongeval. Het heeft wat geduurd voor de verzekeringen uitklaarden wie schuldig was. Nu kunnen we verder met de wederopbouw.” Er komt een gedeelte voor katholieke rituelen, maar ook een ruimte voor lekengebruik. Moderne cohabitation.

Dat zal straks ook het geval zijn op sportcentrum Molenhoek, op dit moment de thuisbasis van de lokale derde leeftijd (de petanquebaan is drukbezet), jeugd (in de sporthal turnt de lagere school) en de plaatselijke eersteprovincialer, die de terreinen straks zal blijven delen met de eersteklasser. Weliswaar gescheiden.

De Vlamynck leidt ons rond op de site. Zijn gemeente staat ook voor wat investeringen, alles samen zo’n 1,6 miljoen euro. “De petanquebaan kan blijven, de skate-infrastructuur gaan we een nieuwe locatie geven. De parking wordt nog wat veranderd, en er moeten wat gronden worden aangekocht en bouwrijp gemaakt. Een forse investering voor ons, vandaar dat het wachten was op het tekenen van de intentieverklaring die Club en de gemeente al in 2013 afsloten.”

Club krijgt op Molenhoek vier velden. Het huidige A-terrein van de provincialer (die elders op Molenhoek een nieuw terrein krijgt) en een veld ernaast, waar nu een klein bosje is. De Vlamynck: “Daar zal de jeugd van Club op trainen.”

De A-ploeg krijgt twee totaal nieuwe velden, ook naast elkaar. Formaat van een hoofdveld. Om (een klein stukje van) die ruimte vrij te maken moest een landbouwer worden onteigend. De man krijgt elders in het dorp vergelijkbare ruimte. De Vlamynck: “Voor de plannen van Club moest zijn hoeve niet verdwijnen, maar we hebben die toch aangekocht. Dat was nodig voor de volgende fase in de uitbreiding van de industriezone.” Aan de rand van die twee velden gaat Club een gebouw neerzetten met drie verdiepingen en een parking. In de stijl, aldus de schepen, van bedrijvencentrum ’t Walletje, de industriegebouwen die nu aan de overkant van de weg zijn opgetrokken.

Ontstaansgeschiedenis

Waarom Knokke-Heist? De Vlamynck: “De afstand, zeker als de ploeg met zijn nieuwe stadion nog meer in onze richting opschuift, en de positieve ervaringen met het trainen hier. Zij zijn naar ons gekomen. Eerst met de vraag of ze mochten trainen op Molenhoek, omdat ze zelf nieuwe oefenvelden aanlegden. Wij hadden daar geen problemen mee, tijdens de zomermaanden staat dat sportcentrum zogoed als leeg. Ze vonden hier ook alles wat ze nodig hadden: goeie terreinen buiten en binnen een sporthal die te compartimenteren viel met de hulp van doeken. In het achterste deel konden ze bedden plaatsen, in het middelste fitnesstoestellen en vooraan was er ontspannings- en massageruimte. Zo heeft ook de nationale ploeg het vorige zomer gedaan. Marc Wilmots wilde eigenlijk op Club Brugge trainen, maar praktisch was dat niet haalbaar. Club heeft hen naar ons doorverwezen.”

Volgens de sportschepen speelt ook de infrastructuur van Knokke-Heist zelf haar rol. Er zijn hotels beschikbaar (de nationale ploeg die dit jaar in Heist traint, slaat zijn tenten op in La Réserve), én, zodra de verhuizing naar Westkapelle definitief is voor Club, ook verblijfsaccommodatie voor de spelers. Nu woont het gros van de spelerskern (zeker de buitenlanders) in of rond Brugge. Zo’n 20 procent verkiest de kust. Wellicht wordt dat straks andersom, en krijgt Knokke er een boel voetballers bij.

De Vlamynck: “Dat kan voor Club ook een argument in de aanwerving zijn. We hebben woningen en appartementen, de zee uiteraard, en fiscale aantrekkingskracht. Hier is er geen personenbelasting, elders toch wel snel vijf à zes procent. Zolang het financieel goed gaat, willen wij dat ook niet invoeren. Club had even goed richting landelijke gemeenten in de buurt kunnen uitwijken, genre Varsenare. Maar hier heb je verstedelijkt gebied. Weliswaar beperkt, maar het is er: casino, hotels, winkels,… Voor spelers is Knokke aantrekkelijk.”

En er is nog een win-winsituatie voor de gemeente, zegt De Vlamynck: “Club zocht naar een apart oord waar het in alle stilte en rust kon oefenen en zich voorbereiden. We gaan hier geen wedstrijden organiseren en hebben daar dan ook niet de ‘overlast’ van. Veiligheidsproblemen en dergelijke horen er niet bij. In de overeenkomst staat ook dat er een sportieve samenwerking gaat komen. Voetbalclinics, met opgeleide trainers, uitwisseling van kennis. Op die manier gaat de jeugdwerking hier in Knokke-Heist ook verbeteren. We hebben drie ploegen, Knokke in vierde nationale, Westkapelle in eerste provinciale en Heist in tweede. Het is de bedoeling dat die ook een beetje meegenieten van het succes.”

Hadden ze een voorbeeld voor ogen? De Vlamynck: “Wij zijn niet naar trainingscomplexen gaan kijken, omdat wij vinden dat zoiets voor Club is. Wij kunnen niet beslissen wat er aanwezig moet zijn. Het zal alleen stedenbouwkundig wat moeten passen in de rest. Wij doen de grondverwerving en het bouwklaar maken van de gronden. Wegen, elektriciteit, alles moet aanwezig zijn tot de openbare weg. Zij vullen de rest in zoals ze zelf willen. Dat is de afspraak.”

Eigenheid

Hoe willen ze het bij Club? Drie mensen zitten in de ‘werkgroep oefencentrum’ die er bij de ploeg is: sportcoördinator Roel Vaeyens, jeugdcoördinator Pascal De Maesschalck en Dagmar Decramer, operations manager. Vaeyens: “Uiteraard in nauw overleg met alle andere betrokkenen: het management, de raad van bestuur, de trainer en de staff,… Iedereen had zijn zeg.”

Een bestaand centrum hebben ze niet willen kopiëren. Ze hebben er wél een aantal bezocht, en daar die dingen uitgepikt die ze interessant vonden. Vaeyens: “Kopiëren mag je niet, Club heeft zijn eigen waarden, zijn identiteit.” Bovendien is er ook de specificiteit van de locatie en de eigenheid van een polder vlak bij zee: wind is een nadrukkelijk aanwezige factor. Daarom komen er bomen, die niet te breed wortelen en niet te veel blad verliezen. En zal het gebouw ook zó ingeplant worden dat de lichtinval optimaal is en de beschuttingsfunctie zo groot mogelijk. Vaeyens: “Wij hebben al dingen geschetst, op papier gezet, binnenkort gaat alles naar de architect om in plannen te worden gegoten.”

Wat zijn ze er allemaal van plan? Alles om in de meest optimale omstandigheden te werken en te leven als topprofessional: fitness, kleedkamers, douches, wat moderne wellness, een klein zwembad, kantoren voor de sportieve en de administratieve staf. Een perszaal, een auditorium, leslokalen, een veertigtal eenpersoonskamers, wat tweepersoonskamers, een restaurant, een spelershome, een appartement voor de conciërge. Een gebouw met drie bouwlagen. Vaeyens: “De bedoeling is dat we voldoende kamers voorzien, zodat spelers en staf er kunnen verblijven. Ofwel voor een ministage, ofwel voor afzonderingen bij thuiswedstrijden. Individuele kamers voor de spelers, met voldoende comfort, al zal het geen vijf sterren zijn. Niet alleen met de bedoeling om er ’s middags tussen trainingen in wat te rusten, maar ook om er afzonderingen te houden. We hebben met het idee gespeeld om er ook een internaat te maken, voor jongere spelers, maar dat gaan we niet doen, omdat we een goeie samenwerking hebben met de scholen in Brugge en ook in Knokke zijn er op dat vlak mogelijkheden tot samenwerking. Er komen wel klaslokalen, om te studeren, en om onderwijs te geven aan voetballers. Taallessen aan A-kernspelers of onderwijs aan jeugdspelers. Ze zullen nog wel naar hun scholen gaan, maar sommigen hebben een individueel traject, en zo kunnen we hen optimaal begeleiden.”

Dus niet alleen de A-kern verhuist naar Westkapelle? Vaeyens: “Neen. Alle contractspelers vanaf U16 tot en met de A-kern. In totaal gaat het om zo’n vijftig spelers. Zolang we niet in het nieuwe stadion zitten, blijft de rest van de jeugd op Jan Breydel. Later kan die wel verhuizen. Door onze verhuizing krijgt de jeugd op Jan Breydel ook velden en ruimte bij. Naast de contractspelers verhuist ook iedereen die met het sportieve te maken heeft. Ook scouting, een stukje administratie, de mensen van de communicatie. Club wil een team zijn waar iedereen met mekaar samenwerkt.”

Afrondend: “Dit is een mijlpaal voor Club Brugge. We hinken al jaren achterop inzake infrastructuur, maar Westkapelle wordt een belangrijke inhaalbeweging en een strategische stap voorwaarts. Het oefencentrum zal goed afgewerkt zijn, maar niet extravagant zoals in Tottenham. De ruimtes van de A-kern zullen afgescheiden zijn, maar jeugd en A-kern zullen elkaar ontmoeten. Voor zij die op Jan Breydel zijn, moet het doel worden in Westkapelle raken. En voor zij die daar zijn, is het doel de A-kern. Wij zijn tegen een complete scheiding.”

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S: KOEN BAUTERS

“Voor spelers is Knokke aantrekkelijk: de zee, geen personenbelasting en verstedelijkt gebied.” Daniël De Vlamynck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content