Westerlo ging al voor de bijl, volgende week probeert Olsa Brakel ook KV Mechelen op te peuzelen. Het leven zoals het is in een gemeente in de Vlaamse Ardennen…

Liefst hadden ze in Brakel komende woensdag voor één dag Jan Mulder als voorzitter gehad, maar dat lukte met Mulders agenda net niet. Verder heeft de bekerstunt tegen Westerlo het leven in het landelijke Brakel, goed voor 14.500 inwoners verspreid over de acht deelgemeenten, voor geen millimeter veranderd. Brakel is het platteland zoals het in Vlaanderen nog amper aangetroffen wordt: dun bevolkt, met bossen, heuvels en weidse vergezichten. Vijftig tinten groen, zoals de website aangeeft. Hier komen buitenstaanders om te wandelen en vooral te fietsen. Of paard te rijden, zoals de plaatselijke familie De Croo -Herman is geboren in Brakel-graag doet.

Bij het binnenrijden van de zuidoost-Vlaamse gemeente kan je niet naast de voetbalaccommodatie kijken van het Oud-Leerlingenverbond Sint-Augustinus, afgekort tot Olsa. Een relatief jonge club, opgericht in februari 1952. Pas in 1990 belandde de club in nationale, waar ze zeven jaar later weer uit tuimelde om er in 2007 terug te keren. In 2010 promoveerde ze via de eindronde onverwacht naar derde klasse.

De voorzitter, Stephan Van den Berghe, is een flamboyante persoonlijkheid. Niet alleen is hij een Brakels zakenman die het bedrijf van zijn vader, het bouwen van machines om rijstwafels te maken, overnam, maar hij is ook openlijk homoseksueel. Bij Olsa belandde hij toevallig omdat zijn zoon en later zijn dochter er gingen voetballen. Na de bekerstunt tegen Westerlo liet hij optekenen: “In onze ploeg zitten weinig lelijke jongens.”

Limiet

Hoger dan derde klasse mikt Olsa niet, zegt trainer Steven Huysveld. “Het doel van onze voorzitter was bevordering. In derde zitten we qua mogelijkheden aan onze limiet. Brakelaars zijn nuchtere mensen. Wij gaan onszelf niet verkopen om hoger te mikken. Het motto hier is: alles kan, niets moet.”

Huysveld, amper 34 jaar oud, woont in Brakel zelf. Overdag werkt hij bij de Brusselse watermaatschappij Vivaqua, daarna spoort hij naar huis. Nooit was hij hoofdtrainer bij een andere club dan Olsa. Voetballen deed hij bij de naburige provincialers KSV Geraardsbergen, Zegelsem en Bonanza. In 2000 belandde hij als jeugdtrainer bij Olsa. In het seizoen 2009/10 – Huysveld was toen al opgeklommen tot beloftecoach – ging de competitiestart van Olsa Brakel in bevordering de mist in. Huysveld werd doorgeschoven naar de positie van hoofdtrainer. In plaats van te degraderen promoveerde de club via de eindronde voor het eerst in de clubgeschiedenis naar derde klasse. Vier jaar later is hij er nog steeds coach, met een spelerskern waar de laatste drie seizoenen amper verloop was. Dat kan, bij het soort familieclub dat Olsa is.

In zijn reeks is Brakel, dat net als reeksgenoten Coxyde en Gent-Zeehaven op kunstgras speelt (bij Olsa het derde seizoen), een buitenbeentje. Verbaasd aanhoren bestuurders, trainers en spelers elders verhalen over slechte betalingen, buitenlandse investeerders en dreigende faillissementen. Zelf hanteert het een van de laagste budgetten in de reeks waar het zijn vijfde opeenvolgende seizoen afwerkt, met een zesde plaats (vorig seizoen) als beste resultaat.

Jan Mulder had er kunnen vaststellen dat de spelers zich komende woensdag net als tegen Westerlo en voor elke thuiswedstrijd pas anderhalf uur voor de aftrap aanmelden. Een spelershome hebben ze niet. De meesten komen recht van het werk. Profs of semiprofs heeft de club niet, en wil men ook niet. Toen Olsa in augustus en september dertien wedstrijden in acht weken afwerkte, moesten de meeste spelers voor de uitwedstrijden op woensdag een halve dag vakantie nemen. Op een paar spelers na die tweede klasse meemaakten, voetbalde niemand hoger. Gemiddeld woont een kernspeler twintig kilometer van Brakel. Eén komt van het verre Dilbeek, ruim veertig kilometer ver. Twee wonen in Waregem. Naar Brakelse normen zijn het exoten.

Voor de wedstrijd tegen Westerlo daagden er op een doordeweekse woensdagavond 1720 kijkers op, waaronder amper honderd uit de verre Kempen. Volgende week zullen er dat een pak meer zijn uit Mechelen.

Al weken geleden gaf de clubwebsite aan dat de bekerwedstrijd tegen KV Mechelen voor een vol huis gespeeld zou worden. De maximumcapaciteit was vastgelegd op 3000 plaatsen. Capaciteit is hier een rekbaar begrip. Een zittribune, laat staan loges, heeft Olsa Brakel niet. Die zittribune wordt na Nieuwjaar gebouwd. Een perstribune bezit de club evenmin. Tegen Westerlo werd er voor de aanwezige reporters geïmproviseerd met tafels en stoelen in de openlucht, net voor de kantine. Gelukkig bleef het die avond droog. Persconferenties heeft de trainer nog nooit meegemaakt. De twee plaatselijke reporters van Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws lopen na de match gewoon de gang in voor een praatje met de coach.

De vips worden net als tegen Westerlo opgevangen in een tent naast het veld, waar ze ook een hapje kunnen eten. Doorgaans dagen 300 à 400 kijkers op voor een thuismatch. Na de bekerstunt zijn dat er gemiddeld zo’n honderd meer geworden.

Vijf euro

In de kantine worden voor vijf euro speciale supporterssjaals te koop aangeboden, met de naam van de wedstrijd, net zoals gebeurde ter gelegenheid van Olsa Brakel-Westerlo.

Wat trainer Steven Huysveld het meest bij zal blijven, was de ereronde na de bekerzege: “Zeker 1600 van de 1700 aanwezigen bleven rond het veld staan terwijl we uitliepen. Vooraf gaven we onszelf één procent kans. Toen we na drie minuten met 2-0 voor stonden, kwamen een paar spelers naar de bank, met een blik van: dit kan toch niet? Pas op het uur, toen het 4-1 werd, besefte ik: we gaan hier winnen. Na de wedstrijd is Dennis van Wijk ons in onze kleedkamer komen feliciteren.”

Liefst 47 vaten bier werden die avond op het succes gedronken, meent men zich te herinneren. Tot halftwee ’s nachts stond de kantine vol. Om halfvier trok de trainer naar huis. Om negen uur ’s ochtends was hij in Brussel op zijn werk, en begon de telefoon te rinkelen.

Wat hem het meest verbaasde, was het contrast met de bekerstunt van die andere derdeklasser, zegt hij bescheiden: “Wij kregen alle publiciteit, terwijl over de stunt van onze reeksgenoot Coxyde tegen Mouscron-Péruwelz amper gerept werd. Uiteindelijk deden ze toch hetzelfde als wij.”

DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN JURGEN VANTOMME

Liefst 47 vaten bier werden die avond in Brakel gedronken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content