Bertin Tomou had negen jaar geleden voor Standard kunnen spelen en belandde na vele omzwervingen in Azië bij Moeskroen.

Door de blessure van DembaBa en de schorsing van AdnanCustovic beschikte GilVandenbrouck tijdelijk over maar één aanvaller : BertinTomou (28). De Kameroener, die vlak voor het seizoen na een overtuigende oefenwedstrijd een contract tekende, heeft tot nu toe minder nadrukkelijk van zich doen spreken dan de twee andere spitsen, maar hij betreurde wel hun afwezigheid. ” Adi zal er na zijn schorsing wel snel weer staan. De hele ploeg moet Demba echter nog verschillende weken missen. Met ons drieën waren we goed aan de competitie begonnen, want we zijn behoorlijk complementair. Demba is snel, Adi schiet met scherp en ik probeerde op de verdediging te wegen en ballen af te leggen. Door mijn fysieke kracht vergelijk ik mezelf graag met een stier, maar ik ben ook goed in staat om te combineren op de kleine ruimte. Ik kan ook wel een goal maken maar in de eerste wedstrijden ontbrak het me daarvoor aan wat geluk.”

Tomou is na het vertrek van PatriceNoukeu naar AA Gent dus de Kameroener van dienst bij de grensploeg. Hij heeft trouwens een en ander gemeen met zijn landgenoot : een grote inzet op het veld en een brede glimlach ernaast. En ze hebben ook allebei hun haar wat kleur gegeven.

“Het is jammer dat Patrice vertrokken is, terwijl ik nog maar pas was aangekomen”, zegt Tomou. “Ik had graag een seizoen met hem gespeeld. Ik ken alle Kameroense voetballers goed, ook Daniel Wanzi, de spits van Bergen. Maar het lot heeft er anders over beslist. Het belangrijkste is dat ik met Excelsior bij een sympathieke eersteklasser ben terechtgekomen.”

Bertin Tomou is afkomstig van Douala, een stad die economisch behoorlijk belangrijk is in Kameroen, maar voetbalde verderop, bij het bij ons weinig bekende PWD Bamenda. “Het is de belangrijkste club uit het noordwesten, de Engelstalige regio van het land. Als Franstalige was het daar voor mij eerst niet gemakkelijk, maar ik had bewust voor die club gekozen omdat er een trainer was die ik eerder had leren kennen en in wie ik vertrouwen had. Met PWD heb ik in de eerste klasse gespeeld. We werden zesde en op een gegeven ogenblik voerde ik met veertien goals zelfs de ranglijst van de topscorers aan.”

Bertin Tomou kreeg op dat ogenblik ook zijn eerste oproepingen voor de nationale ploeg. “De Belg HenriDepireux was toen bondscoach. Ik zal hem eeuwig dankbaar blijven. Ik speelde vriendschappelijke matchen en kwalificatiewedstrijden maar ik heb nog nooit een groot toernooi zoals de Afrikaanse landenbeker of de Wereldbeker meegemaakt. Ik zou het jammer vinden als ik mijn carrière zou moeten afsluiten zonder die ervaring.”

Bertin Tomou speelde pas begin dit jaar, op zijn 28ste, voor de eerste keer in een Europese competitie, meer bepaald bij Brest. “Ik heb zes maanden doorgebracht in de uithoek van Bretagne. Dat was zeker geen verloren tijd, maar in juni was ik einde contract. De zoektocht naar een nieuwe club bracht me uiteindelijk bij Moeskroen en daar ben ik heel blij om.”

Buitenlands avontuur

De manier waarop de carrière van de spits tot nu toe verliep, is op zijn zachtst gezegd atypisch. Op zijn negentiende verhuisde hij immers naar Pohang Steelers in Zuid-Korea. “Zoals de meeste Afrikanen was ik tuk op een buitenlands avontuur. Henri Depireux heeft er alles aan gedaan om me te helpen. De bedoeling was eigenlijk dat ik toen al naar België zou komen, meer bepaald naar Standard. Maar de kans om in Zuid-Korea te gaan spelen doorkruiste die plannen. Ik heb lang getwijfeld, maar uiteindelijk is het daar goed gelopen. Ik kon me goed aanpassen en werd zelfs topscorer. Het was wellicht beter geweest om daar te blijven, maar ik maakte de overstap naar een Chinese ploeg.”

Daar verging het Tomou minder goed, onder meer omdat hij werd geconfronteerd met racisme. “Ik wil daar niet te veel meer op terugkomen, want het zijn pijnlijke herinneringen. Men moet niet noodzakelijk een mes in je rug steken om je pijn te doen. Ik heb op dat vlak nogal wat negatieve ervaringen beleefd. Ik kon me daar niet tegen verweren. Ik kon enkel proberen om me volop op het voetbal te concentreren. De Chinese competitie is sterker dan je zou denken. Er wordt hard gespeeld en er zijn heel wat stevige jongens. Ik heb in China enorm veel ervaring opgedaan en ik ben daar ongetwijfeld sterker uitgekomen. Toen ik in Zuid-Korea wegging, rekende ik ook in China op een sympathiek en warm onthaal. Maar dat viel enorm tegen. De eerste jaren waren bijzonder moeilijk. Men liet me op alle mogelijke manieren voelen dat ik niet welkom was.

In acht jaar speelde Tomou er voor vier clubs : Shenzen, Yinnan Hongta, Greentown (twee keer) en Xiamen Red Lions. “Dat bewijst dat ik mentaal bijzonder sterk ben. Na al wat ik heb beleefd, kan niets me nog ontredderen.” In vergelijking met China moet Moeskroen dus wel het paradijs zijn. “Het is in ieder geval in Europa en alle Afrikaanse spelers dromen ervan om daar op een dag te spelen. Dat is me nu ook gelukt. Beter laat dan nooit.”

DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content