Toen Brazilië in 1950 in het eigen Maracana de finale van het WK verloor van Uruguay, werd een wedstrijd uitgeschreven om een nieuw nationaal shirt te ontwerpen. De winnaar werd een Braziliaanse duizendpoot van 19 die supportert voor … Uruguay.

Hoe sterk kan een mens beïnvloed zijn door wat hij ziet op tv … Na een lange nacht op de bus vanuit de Uruguayaanse hoofdstad Montevideo, komen we even over vier in de ochtend aan in Pelotas, Brazilië. Als de bus vertraagt en de stad in draait, weerklinken plots harde ploffen. Geweerschoten? Vlak voor afreizen nog Cidade dos Homens gezien, een verhaal over vriendschap en drugsbendes in de favelas van Rio. Vergelijkbaar met de bekendere Ci-dade de Deus van Fernando Meirelles. Als de bus even later een politiepost passeert en drie agenten met kogelvrij vest in hun auto stappen, is het voor ons duidelijk: een schietpartij. Even later worden we bij de bushalte haastig uit de bus gezet. Ik stap uit. De busbeambte bij wie ik een ticket voor de terugreis moet versieren, verstaat mijn Spaans niet. Tot overmaat van ramp werkt mijn visakaart niet. Totale vervreemding en een hart dat plots sneller klopt.

Een paar uur later is Aldyr Schlee er. Hij lacht en legt uit dat ik vuurwerkknallen hoorde. Om de twee uur mag een andere sambaschool tijdens het carnavals-weekend vuurwerk afsteken … Er is geweld, zegt hij, er zijn drugs en er is openlijk prostitutie in de stad, maar “dit is Rio niet”. Schlee is van Duitse afkomst, zijn vrouw Marlene van Franse. Beide families emigreerden op het einde van de 19e eeuw. In de auto zingen we de Marseillaise, het enige Frans dat Marlene nog kent. Haar vader dwong het haar elk jaar op 14 juli te zingen …

Schlee neemt me een hele dag op sleeptouw door zijn wereld, aanvankelijk in het Spaans, maar naarmate de dag vordert steeds meer in het Portugees. Hij heeft net een nieuw boek uit, en nu en dan groeten oude bekenden de schrijver. Tijdens de dictatuur in Brazilië nam hij het als docent recht aan de universiteit op voor de vrije meningsuiting, waarna hij twaalf jaar werd opgesloten. Als ik vraag hoe het komt dat er zo veel leeftijdsverschil zit tussen zijn twee zoons en zijn dochter, ruim 15 jaar, begint hij over die donkere periode. Over hoe hij in een cel zat met drie andere proffen en ze een vaste dagindeling hadden: ’s morgens schoonmaken en daarna doceerde elk zijn vakgebied. Schlee recht, de tweede landbouw, en de derde – de strengste – wiskunde. De vierde was een oud-leerling van hem, die ook recht gaf. Na de middag mochten ze wandelen en daarna hadden ze vrij. Een boek per maand was het leesquotum.

Na de lunch troont hij ons mee naar zijn ronduit schitterende haciënda, inclusief zwembad, voetbalveld, hoenderhok met vijver én barbecueschuur. De weg ernaartoe is onverhard, vandaar dat de auto, die slechts 80.000 km op de teller heeft, er wel 800.000 lijkt te hebben. De putten zijn tot dertig centimeter diep, we raken amper vooruit. Schlee mag dan wel 75 zijn, elke dag schrijft hij vijf à zes uur. Hij toont me zijn nieuwste boek, 800 bladzijden. Het is af, maar nog niet gedrukt.

Experimenteren met tinten

Het mooiste verhaal is dat van zijn jeugd. Hij leefde in Jaguarão, aan de oevers van de gelijknamige rivier die Brazilië van Uruguay scheidt. Hun hele leven was gericht op het buurland: de tandarts woonde aan de overkant, de dokter ook. Later raakte hij beïnvloed door de Spaanse literatuur van onder meer Eduardo Galeano en Mario Benedetti. Schlee: “Porto Alegre was quasi onbereikbaar. Met de stoomtrein deed je er twee dagen over. Televisie hadden we niet, contact met de wereld hield je via krant en radio. Spaanstalige radio. Overdag konden we alleen zenders uit Uruguay ontvangen, ’s nachts die uit Argentinië. ( lacht) Voetbal, de media, alles was Spaans. El Gráfico uit Buenos Aires, El Mundo Deportivo uit Montevideo … Mijn achtergrond als kind maakt dat ik passie en verbondenheid voel met Uruguay, en dat ik op voetbalvlak fan ben van Uruguay, ook al ben ik Braziliaan en heb ik het shirt van Brazilië ontworpen.”

Want daarvoor zijn we hier: dat shirt. Dat prachtige shirt waarin Brazilië straks speelt, is van zijn hand. Zijn ontwerp. Maar als Brazilië tegen Uruguay speelt, supportert hij voor de ander. Zijn vrouw niet, lacht hij.

Zijn jong leven omschrijft hij als dat van een bohemien, een artiest. Om wat bij te klussen, ging hij rond zijn vijftiende, toen hij naar Pelotas verhuisde om er te studeren, werken als tekenaar op een krant. Zijn taak was het illustreren van doelpunten. Schlee: “Er was al een tijdschrift dat doelpunten op een schematische manier weergaf, maar ik voegde er mannetjes aan toe. Kleine karikaturen.” Een techniek die in Uruguay en Argentinië al populair was.

Tijdens de WK-finale van 1950 zat hij in de filmzaal. Plots werd de film gestopt, waarna iemand aankondigde: we zijn wereldkampioen, we hebben in Maracana Brazilië geklopt. Schlee: “Waarna de hymne van Uruguay weerklonk. Ik weende toen van vreugde.”

Drie jaar later las hij in de krant de aankondiging van een ontwerpwedstrijd van het nieuwe shirt van Brazilië. Tot dan speelden de Brazilianen in volledig wit (A-shirt) of blauw (B-shirt). Slechts een paar keer kwamen ze in gemengde uitrusting (wit-blauw) aan de aftrap, maar groen en geel was het nooit. Het nieuwe uniform, zo luidde het reglement, moest die twee kleuren uit de Braziliaanse vlag combineren met blauw-wit. Schlee zette zich aan het denken en tekenen. Hij probeerde alles uit, ging experimenteren met tinten. Ander type groen, ander type geel, kobalt, goud. De kleuren die hij gebruikte voor zijn eindontwerp waren uiteindelijk niet die van de vlag, maar daar viel niemand over. Dat hij, een snotter van nog geen twintig, de wedstrijd gewonnen had, moest hij zelf in de krant ontdekken. Schlee: “Elke dag gingen we de kranten halen in het kantoor van de luchtvaartmaatschappij die ze naar Pelotas vloog. De ochtend van 17 december 1953 sloeg ik heel toevallig als eerste de Correio da Manhã open. Plots zag ik op een van de pagina’s mijn tekening. Dit wordt het nieuwe shirt van de Braziliaanse sporters, schreven ze. Ik heb staan gillen en roepen.”

De boel onderkotsen

Schlee tekende een document, dat hij de publieke rechten op het ontwerp afstond, maar kreeg in ruil wel een volledig betaalde stage als tekenaar op een krant in Rio. Hij maakte ook kennis met de voetbalwereld, werd betrokken bij promoties, logeerde af en toe bij de spelers tijdens een voorbereiding op een kwalificatiewedstrijd. Dat was een afknapper. “Mijn helden bleken gokverslaafd of drankverslaafd, of allebei. Ik heb pijnlijke dingen gezien. Dat een voetballer, dronken, een ongeval had en zijn neus brak, terwijl hij op afzondering had moeten zitten. Geen krant die erover schreef, tot twee dagen later de officiële uitleg klaar was: hij was in de badkamer gevallen … Een ander stond op wacht in de gang, terwijl zijn kamergenoot met tien anderen rookte en kaartte voor geld. Tot het ochtendgloren. In de namiddag hielden ze een siësta en nadien, tot de avondtraining, kwamen de meisjes, om hen te ontspannen.”

Na een tijdje keerde hij naar Pelotas terug. Hij leerde Marlene kennen, keerde zijn leven als bohemien de rug toe en ging rechten studeren. Daar was hij eigenlijk al twee jaar mee bezig, maar niet serieus. Op één examen was hij zelfs zo dronken van een nachtje stappen dat hij bij het beantwoorden van de vraag onpasselijk werd en de boel onderkotste. Schlee: “Hoe het kan dat ik later prof ben geworden aan dezelfde universiteit, vraag ik me nog steeds af.”

Win een door Aldyr Schlee gesigneerd shirt van Brazilië! Lees er alles over op pagina 13 in dit nummer.

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content