Manager van Asse-Lennik hoopt op het grote geld.
door Kristof de Ryck
De play-off zou de spannendste in jaren worden, zo werd voorspeld. Dat valt tegen. Averbode – in de reguliere competitie goed op dreef – mengt zich niet in de debatten. En afgelopen weekend moest ook Asse-Lennik de rol lossen. Het verloor de cruciale thuiswedstrijd tegen Maaseik. En dus lijken de Vlaams-Brabanders alweer tussen twee stoelen in te vallen. De titelstrijd wordt hoogstwaarschijnlijk opnieuw een krachtmeting tussen Maaseik en Roeselare, ondertussen al bijna even vaak herhaald als de afleveringen van FC De Kampioenen.
Asse-Lennik is altijd de enige ploeg die in staat wordt geacht om eventueel het jaarlijkse onderonsje van Maaseik en Roeselare te verstoren. Is dat een vermoeiende rol?
Manager Geert De Dobbeleer: “Ja. Budgettair hinken wij achterop en toch moeten wij dikwijls de competitie redden, want anders wordt het wel een heel saaie boel.
“Veel ploegen zeggen ook: ‘Tegen Maaseik en Roeselare kunnen we toch niet winnen. Maar als Asse-Lennik komt, plooien we ons dubbel.’ Bovendien hebben we zo’n lange traditie dat we overal bekende gezichten tegenkomen. Al die jongens willen tegen hun ex-ploeg nog eens het onderste uit de kan halen. Maaseik en Roeselare hebben dat probleem niet; die spelen met veel buitenlanders.”
Er is een nieuwe regel in de maak om het aantal buitenlanders te beperken. Is dat een maatregel die jullie dichter bij de top twee kan brengen?
“De vraag is of het wettelijk wel kan, gezien de Europese wetgeving; vrij verkeer van werk.
“Uiteindelijk zou dit leiden tot veel minder kwaliteit en verlies aan belangstelling van sponsors en media. Het vergt tijd om te bekomen dat clubs zich meer op hun jeugdwerking concentreren. Het is kortzichtig om te denken dat je het hiermee oplost.”
Trekken jullie uit dit seizoen al lessen voor volgend jaar?
“Veel meer kunnen wij er niet uithalen met dit budget.”
En de middelen optrekken, hoe moeilijk is dat?
“In 1997 verhuisden we naar Zellik. We begonnen toen min of meer te bouwen aan een nieuwe club en kozen ervoor om te werken met veel sponsors, zodat we een spreiding van het budget bekwamen. Dat is vandaag onze sterkte, maar tegelijk onze zwakte, omdat het ons minder middelen verschaft.
“Onze piramide klopt nu onderaan. We kunnen de stap zetten om onze voet naast Maaseik en Roeselare te krijgen op het budgettaire vlak. Er zijn al veel geldschieters uit een bepaald segment en cosponsors daarboven, maar de top van de bedrijfswereld ontbreekt nog. We zijn met een aantal dossiers bezig, over enkele weken weten we meer.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier