In Le Canonnier, het stadion van wat voorheen Excelsior Moeskroen was, speelt nu een vierdeklasser. Sport/Voetbalmagazine ging er kijken.

Zo veel is er niet veranderd in Moeskroen. Een bord op de N58 waarschuwt voor een mogelijke file – zij het nu door wegwerkzaamheden en niet wegens een voetbalwedstrijd in Le Canonnier – en in de tunnel even verder valt nog altijd de radioverbinding weg. In de Clos Jean-Marc Vandenbogaerde rijden we ons vast, de weg is er ter hoogte van het oefenveld gebarricadeerd. De persingang bevindt zich nu in de Clos des Saules. Maar in het perslokaal staat nog steeds Brigitte achter de toog. “De vrijwilligers zijn gebleven,” zegt ze met de glimlach, “en de echte supporters ook.”

Zowat tien jaar na de uitspraak van toenmalig voorzitter en burgemeester Jean-Pierre Detremmerie dat hij tegen 2010 mikte op een budget van een miljard Belgische frank en een depolitisering van de club, voetbalt er in het grondig gerenoveerde stadion van Moeskroen een vierdeklasser met het stamnummer 216 van Racing Club Péruwelz: Royal Mouscron-Péruwelz. In zijn veertiende seizoen in de eerste klasse ging Excelsior Mouscron na een lange overlevingsstrijd failliet. De kleuren van de nieuwe fusieclub zijn blauw en rood, maar veel valt daar nog niet van te merken. Het decor waar vroeger na de wedstrijd de persconferentie plaatsvond, is nog altijd rood en wit en op de deur ernaast staat nog altijd ‘Jacques Vandewalle, secrétaire’. Volgens de website van Royal Mouscron-Péruwelz heet de secretaris nu nochtans Pierre Huys. ” Jacques heeft hier nog zijn bureau”, zegt Brigitte. “Hij doet niets meer, maar af en toe komt hij nog een glas drinken.” Ook Martin Luther King hangt er nog. I have a dream that one day (…) knowing that we will be free one day. De wandklok is stilgevallen op 11.09 uur. “We zeggen nog altijd: on va à l’Excel“, zegt Brigitte. “Veel supporters van Péruwelz komen er trouwens niet. Dat is normaal. Het is drie kwartier rijden.” In Henegouwen is in de laagste provinciale reeks een nieuwe club van start gegaan. Péruwelz Football Club.

Als …

Le Canonnier is met zijn capaciteit van meer dan tienduizend plaatsen veel te groot voor de naar schatting zevenhonderd toeschouwers die zich op een twintigtal na allemaal in de hoofdtribune bevinden. Duiveltjes lopen mee op, een mascotte en drie pompom girls geven het beste van zichzelf. Royal Mouscron-Péruwelz speelt tegen Football Couillet-La Louvière met:

1. Montuelle Sébastien

2. Martin Lorite Cédric

3. Guilmot Olivier

4. Kane Alpha

8. Blancke Mathijs

11. Broccolicchi David

15. Felix Kieran

17. Turcan Marvin

19. Martins Loic

20. Hugelier Lauden

21. Mezine Jérôme

Bankzitters zijn: 22. De Meulemeester Niels, 5. Preseaux Christophe, 10. Brandl Karl, 13 Wiika Mula Fiston.

Alleen Guilmot is ons bekend, ooit speelde hij met La Louvière in de eerste klasse. Veertien van de tweeëntwintig A-kernspelers werden opgeleid in Futurosport, vernemen we, het jeugdopleidingscentrum waar onder meer ook Gonzague Vandooren (Lierse), Jonathan Blondel, Maxime Lestienne en Daan Van Gijseghem (allen Club Brugge) en Jimmy Hempte (Roda JC) gevormd werden. Hoofdtrainer is Philippe Saint-Jean, de man die Jean-Pierre Detremmerie in 1997, een jaar na de promotie naar eerste, aantrok om eigen jeugd naar het eerste elftal te leiden.

Het niveau van de aftrap valt tegen: de tweede baltoets van de thuisploeg is een te korte pass achteruit die wordt onderschept. Op de ledwall verschijnen de standswijzigingen op de velden waar Jupiler Pro Leaguewedstrijden worden gespeeld. Net voor het rustsignaal wordt er ook in Moeskroen gescoord: 1-0.

Belegde broodjes worden er tijdens de rust niet meer aangeboden en voor sommige collega’s maakt dat een groot verschil. Maar er is hoop. “Misschien”, zegt Brigitte, “zitten we binnen een jaar of vijf weer in eerste.” Misschien, misschien ook niet. Maar wellicht zijn ze in Moeskroen door de voorbije ervaringen wel gelouterd en gesterkt, zoals op www.rmp-foot.be mag blijken uit de introductie van de club door middel van een vertaling van André Maurois van enkele passages uit het gedicht ‘If’ van Rudyard Kipling:

Si tu peux voir détruit l’ouvrage de ta vie

Et sans dire un seul mot te mettre à rebâtir,

(… )

Si tu peux rencontrer Triomphe après Défaite

Et recevoir ces deux menteurs d’un même front,

Si tu peux conserver ton courage et ta tête

Quand tous les autres les perdront,

Alors les Rois, les Dieux, la Chance et la Victoire

Seront à tous jamais tes esclaves soumis,

Et, ce qui vaut mieux que les Rois et la Gloire

Tu seras un homme, mon fils.

Mini-Europa

De stand wijzigt niet meer. De vijfde opeenvolgende zege is een feit en wordt hartstochtelijk gevierd. Na een povere competitiestart is Royal Mouscron-Péruwelz in 4A opgeklommen naar de derde plaats. “Voor het seizoen werd er gespeculeerd dat we zonder problemen de titel zouden behalen”, zegt aanvoerder Lauden Hugelier, een twintigjarige universiteitsstudent kinesitherapie uit Gullegem die al acht jaar in Moeskroen voetbalt. “Maar in het begin lieten we het wat afweten met drie gelijke spelen. Elke tegenstander is tegen ons supergemotiveerd en vecht voor elke bal om minstens een punt te behalen. Dat maakt het voor ons moeilijker.

“Een groot deel van onze kern bestaat uit jongens die uit de beloften, de U19 en de U17 komen, aangevuld met ervaren spelers zoals Olivier Guilmot en Christophe Preseaux. Het is in vierde niet altijd even gemakkelijk voetballen voor ons, het spel is er harder en de staat van sommige velden laat minder voetbal toe. Maar we zijn heel gemotiveerd. De infrastructuur, de trainer en de trainingen, vijf avonden per week, zijn op eersteklasseniveau gebleven. We willen absoluut weg uit bevordering.”

Aan de rand van het veld staat Philippe Saint-Jean Notélé te woord, latélévision de la Wallonie Picarde (West-Henegouwen). “Twee dingen moeten beter”, zegt hij. “De pressing en de afwerking. Dit is een ontdekkingsseizoen: we wisten niet wat we precies waard waren. In elk geval is dit een moedige groep. De spelers werken hard.

“Het is hier voor niemand gemakkelijk. In de voorbereiding wonnen we bijna al onze wedstrijden en in de beker schakelden we onder meer tweedeklasser Tubeke en derdeklasser Geel-Meerhout uit, maar zodra de competitie begon, raakten we verlamd door de stress. De eerste drie à vier speeldagen durfden we niet te voetballen en op dat moment ontbrak het ons aan ervaring en leiderschap. Al van bij het begin legt iedereen druk op ons. Onze tegenstanders maken foto’s van het stadion als ze naar hier komen en daarna spelen ze doorgaans hun beste wedstrijd. Het is duidelijk dat er veel van ons verwacht wordt. We wíllen ook absoluut weg uit bevordering, maar daarvoor zullen er in januari een of twee echte versterkingen nodig zijn. Ondertussen moeten we ervoor zorgen dat onze achterstand niet meer groter wordt.

“De uitdaging is gecompliceerd. Het zijn de mannen van het jeugdcomité die de zaak redden. Toen Excelsior failliet ging, wilden zij er alles aan doen om de jeugdploegen in competitie te houden en richtten ze een commissie op. Zelf ben ik met Péruwelz gaan praten. Ik ken die mensen, want ze vroegen mij ooit om voor hen te werken. Behalve de voorzitter en twee andere bestuursleden maken ook nog een staflid, twee ploegafgevaardigeden en vijf spelers van Péruwelz deel uit van de nieuwe club. De manager en de secretaris komen uit ons jeugdbestuur. Ik ben sportief directeur, maar om kosten te vermijden, doe ik ook de job van hoofdtrainer. Het stadion wordt nog altijd beheerd door de intercommunale IEG. Er worden inspanningen geleverd om het fatsoenlijk te houden en in afwachting dat we zelf weer groeien, bestaat de kans dat Zulte Waregem hier volgend seizoen komt spelen tot de werken in hun Regenboogstadion voltooid zijn.

Ideale overgangsfase

“Er is een grote aarzeling geweest, maar intussen is het leven weer hervat”, zegt Saint-Jean. “Veel van de oudste talenten van Futurosport vertrokken om op eersteklasseniveau te kunnen blijven, maar in de categorieën beneden de zestien jaar zijn de meesten gebleven. De jeugdcompetities zijn weliswaar wat zwakker geworden, maar iedereen weet dat de opleiding en de infrastructuur hier goed zijn. Pas als we opnieuw in de tweede klasse raken, komen we weer in aanmerking om tegen de elitejeugd te spelen. Voor de rest is alles hetzelfde gebleven: hier combineren nog altijd 150 leerlingen hun studies met voetbal en ook het internaat zit nog altijd vol. We zijn het jeugdopleidingscentrum van la Wallonie Picarde, maar we willen meer. Op de grens tussen Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk bevindt Moeskroen zich ook een beetje in mini-Europa. Daarom streven we naar een grensoverschrijdend, Europees project en willen we Rijsel erin integreren. Drie jaar geleden sprak ik trouwens al eens met hen. Zij maakten toen een financiële analyse van de club en waren bereid ons te helpen, maar helaas werd er toen voor de Spaanse piste gekozen. De gevolgen waren catastrofaal.

“Juridisch moet de constructie nog op punt gesteld worden, maar de aanzet om op sportief en financieel vlak samen te werken is gegeven. Met Rijsel is er voor ons misschien meer mogelijk dan binnen de vijf jaar een tweedeklasser te worden. Dankzij hen kunnen we nog altijd dromen van eerste. Ondertussen veranderden zij al hun politiek: ze kwamen tot het inzicht dat ze beter een Belg rekruteren dan een Parijzenaar, omdat een Belg zich gemakkelijker aanpast aan de mentaliteit van Noord-Frankrijk. Bij ons, waar velen drietalig zijn, kunnen zij jonge Belgen of jonge buitenlanders plaatsen om zich aan te passen. Momenteel zit er in Moeskroen op school een West-Vlaming die Rijsel bij Club Brugge weghaalde. Het is voor hem een ideale overgangsfase, omdat het onderwijs hier wel Franstalig is maar de meesten er in tegenstelling tot in Frankrijk en dieper in Wallonië ook wat Nederlands spreken en begrijpen. Wat wij samen aan het realiseren zijn, gaat veel verder dan wat Cercle Brugge en Sporting Lissabon nu doen. Je moet weten dat er tussen Futurosport en het Domaine de Luchin, het opleidingscentrum van Rijsel, amper twintig kilometer liggen. Dat maakt het mogelijk om op vele vlakken samen te werken: qua talentdetectie en vorming van trainers en ook op medisch gebied bijvoorbeeld.

“Natuurlijk kan niet alle jeugd die we opleiden in óns eerste elftal spelen. Er is in het project nood aan een piramide van clubs van eerste nationale tot en met eerste provinciale. Daar zijn we momenteel ook werk van aan het maken. Het beste is dat talenten hoogstens één tot anderhalf jaar in de beloftecompetitie spelen en daarna doorstromen naar een fanionteam op het niveau waar ze op dat moment aan toe zijn. Daarom drong ik er in het tussenseizoen bij een jongen van zestien hard op aan om bij ons te blijven. Tevergeefs. Hij vertrok naar Standard. Jammer, want ik weet zeker dat hij meer geleerd zou hebben van twintig wedstrijden in bevordering dan van dertig met de U17 van een eersteklasser.”

Aan de andere kant van het stadion, aan de hoofdingang in de rue du Stade, schittert de façade van Le Canonnier met de letters en het logo van Royal Excelsior Mouscron als een sprookjeskasteel in de nacht. Op de terugweg missen we in de tunnel op de N58 op Sporza Radio net de reactie van Bob Peeters op de suggestie van Jos Willems dat het voor een jonge trainer wel leuk moet zijn om met zo’n goeie ploeg als die van Cercle Brugge te kunnen werken. Zo veel is er niet veranderd in Moeskroen.

door christian vandenabeele – beelden: fred guerdin (reporters)

” Dankzij Rijsel kunnen we nog altijd dromen van eerste klasse.”

Philippe Saint-Jean

” De vrijwilligers zijn gebleven en de echte supporters ook.”

Brigitte, vrijwilligster

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content