‘Wie iets van voetbal kent,’ zegt Ivan Perisic, ‘zag bij Roeselare al wat ik kan.’ Club Brugge trok hem eind augustus aan en betreurt zich die ultieme transfer niet. De jonge Kroatische middenvelder zit inmiddels aan dertien doelpunten. Een interview.

Het scheelde weinig of Ivan Perisic speelde dit seizoen voor Roeselare of Kortrijk. Beide clubs deden hem in augustus, toen bleek dat hij nog altijd op de markt was, een concreet voorstel en Dennis van Wijk en Georges Leekens lieten Tonci Martic, zijn zaakwaarnemer, niet met rust. Maar in de laatste week van de transferperiode meldde Club Brugge zich en vertrok de jonge Kroaat alsnog naar een topclub.

Zeventien was Perisic toen hij van Hajduk Split naar FC Sochaux verhuisde, maar daar raakte hij niet in het eerste elftal. Na twee en een half jaar stelde de Franse eersteklasser hem zes maanden ter beschikking van SV Roeselare en daar scoorde hij in korte tijd acht keer. Bij Club Brugge zit hij – Europees en in de competitie – inmiddels aan dertien doelpunten.

Na het gelijkspel in Anderlecht vertrok hij twee dagen naar Split om er met familie en vrienden Pasen te vieren. “We aten samen, zijn samen naar de mis geweest en de rest van de dag bij elkaar gebleven”, vertelt hij in het Kroatisch-Italiaans restaurant Living Room in Moeskroen. “Het geeft mij extra kracht om het seizoen sterk te kunnen eindigen. Als we Anderlecht niet meer bijhalen, moeten we onze tweede plaats veiligstellen.

“Ik was blij dat we nog eens allemaal samen konden zijn. Tenslotte leeft ons gezin gescheiden sinds ik in het buitenland voetbal. Omdat het een beslissende stap voor mijn carrière kon zijn, gingen mijn moeder en mijn zus met mij mee naar Sochaux. Nu wonen we in Noord-Frankrijk, Anita zet er in Tourcoing haar studies in het Frans voort. Mijn vader bleef in Kroatië en komt om de twee maanden één of twee weken op bezoek. Mijn vriendin studeert in Split.”

Met plezier

Wat vind je van je eerste volledige seizoen in de basis van een eersteklasser?

“Tot nu toe ben ik heel tevreden. Iedereen verwachtte veel van mij en ik denk dat ik tot op heden geslaagd ben. Hopelijk blijft het duren. Ik ken mijn kwaliteiten en geloof in mezelf, ik moet alleen kansen krijgen om te kunnen tonen wat ik kan. Dennis gaf mij die en ook Adrie ( Koster, nvdr) deed dat. Bij Sochaux kreeg ik twee en een half jaar lang géén kans. Ik zal dan ook niet nalaten te verkondigen dat voor jonge spelers België en Nederland uitstekende opties zijn. Het lijkt nu allemaal simpel, maar je moet natuurlijk wel het vertrouwen winnen en het ook weten te behouden. Bij een kleine club als Roeselare je kwaliteiten tonen is moeilijker dan bij Club Brugge, vind ik. De spelstijl is er anders en dat geldt ook voor het niveau. Met klassespelers als Dirar, Vargas en al die anderen is het gemakkelijker om kansen te creëren. Maar wie iets van voetbal kent, zag vorig seizoen al wat ik kan.”

Ook bij Club Brugge kende je na een explosieve start een terugval, zij het dat die minder groot was dan bij Roeselare. Leer je beter te doseren?

“Wanneer vind je dat ik slecht speelde?”

Wat vind jij?

“Misschien in januari, maar als je van begin september tot in december zowat om de vier dagen een wedstrijd speelt en je telkens honderd procent geeft, is dat niet abnormaal. Niemand presteert altijd even goed. Ik begrijp dat iedereen altijd evenveel van mij verwacht, maar ik ben Lionel Messi niet, hè. Het is ook een kwestie van ervaring en ik mis natuurlijk nog veel ervaring. Het gaat heel snel voor mij. Anderhalf jaar geleden keek ik nog op televisie naar Darijo Srna, de aanvoerder van Kroatië, nu speel ik tegen hem ( met Club Brugge tegen Shakhtar Donetsk in de Europa League, nvdr). Ik dacht toen niet dat het zo vlug zou gaan.”

Wat is je grootste werkpunt?

“Af en toe zegt de coach mij dat ik verloren loop op het veld, dat ik te veel links of te veel rechts of te dicht bij Dorege ( Kouemaha, nvdr) zit. Ik moet vooral leren een wedstrijd te spelen zoals de trainer hem tactisch voorbereidde en dat betekent: binnen mijn zone bewegen, niet te veel erbuiten, en de verdedigende middenvelder van de tegenstander weinig ruimte geven.”

“Maar de coach wil dat ik meer centraal blijf om op centers in de zestien meter te kunnen komen omdat, zegt hij, ik sterk ben met het hoofd en gemakkelijk een goal maak.”

Bij de nationale belofteploeg van Kroatië sta je op de linkerflank.

“Inderdaad, in 4-4-1-1 ben ik er linkermiddenvelder. Het is de keuze van de trainer en ik doe dat ook wel graag, maar volgens velen is mijn beste positie toch die van tweede spits of aanvallende middenvelder achter twee spitsen omdat ik dan meer in de zestien meter kom.”

‘Ik voetbal als Ballack,’ zei je ook al eens, ‘maar ik zou als Zidane willen spelen.’ Voel je je bij Club Brugge meer een nummer 8 dan een 10?

“Dat varieert naargelang van het systeem dat we spelen, maar ik voel me wel eens een 8, ja.”

Met Vadis Odjidja staat bij Club Brugge de spelmaker op positie 6.

“Eigenlijk is hij geen echte 6, want Vadis is niet iemand die alleen maar voor de verdediging blijft en daar vooral verdedigend werk verricht en over de organisatie waakt. Hij speelt graag, komt graag op en soms houdt dat risico’s in, maar het levert ook veel collectieve acties, mooie doelpunten en appreciatie voor ons spel op.”

Zonder penalty

Je maakte als centrale middenvelder hoe dan ook al dertien doelpunten, vijf in de Europa League en acht in de Belgische competitie, en daar zit niet één strafschop bij.

“Nee.” ( lacht)

Tegen Partizan Belgrado trapte je er bij een 1-0-voorsprong één à la Panenka, maar de bal ging tegen de lat. Het werd je niet in dank afgenomen.

“Ik beging toen een fout. Ik wou links van de keeper trappen, ik maakte met mijn lichaam een beweging naar rechts en zag de keeper naar die kant vertrekken, maar op het laatste moment aarzelde ik, veranderde ik nog van idee en daarom miste ik. Helaas ging de bal op de lat en niet eronder. Maar gelukkig maakte ik niettemin twee doelpunten en wonnen we toch met 2-0, want anders was het moeilijk geworden voor mij, vrees ik. Carl ( Hoefkens, nvdr) stond eerste op het lijstje van de strafschopnemers, maar ik scoorde al na vier minuten, voelde mij uitstekend in mijn vel en vroeg of ik alstublieft zelf de strafschop mocht nemen. Hij vroeg of ik hem binnen zou trappen en ik antwoordde dat ik dat zou doen. Toen ik hem miste, schreeuwde hij tegen mij, maar ik liet mij niet uit mijn lood slaan en concentreerde mij op de rest van de wedstrijd. Na afloop excuseerde ik mij. Ik vind: voetbal is een spel dat op het moment zelf gespeeld wordt, je kunt niet alles op voorhand vastleggen. Als ik vol vertrouwen zit, durf ik risico’s te nemen en dingen proberen die wat moeilijker zijn.”

Je zou voor de wedstrijd gezegd hebben dat je droomde dat Club Brugge met 2-0 van Partizan Belgrado zou winnen en dat jij twee keer zou scoren.

“Ja, en daar is toen mee gelachen. Misschien miste ik daarom die strafschop, want anders was het 3-0 geworden.” ( lacht)

Op de hoeveelste plaats sta je momenteel op het lijstje van de strafschopnemers?

“Op de derde, na Wes ( Wesley Sonck, nvdr) en Carl. Na de wedstrijd tegen Partizan zei de trainer dat ik nooit nog een penalty zou mogen trappen, maar kort daarna waren Wes en Carl er niet bij en was ik toch weer eerste strafschopnemer. De scheidsrechter floot er toen evenwel geen.”

Zowel bij Roeselare als bij Club Brugge hoorden we al de opmerking: ‘Als hij zijn voeten op de grond houdt, kan hij een grote worden.’ Waarom wordt dat er altijd bij gezegd, ‘als hij zijn voeten op de grond houdt’?

“Misschien omdat er al veel Kroatische beloften een grote carrière misliepen doordat ze niet goed bij het hoofd waren en te veel uitgingen met vrouwen en zo. Maar ik garandeer iedereen dat ik niet zo ben. Ik geloof in mijn kwaliteiten en ik wil het maximum uit mijn potentieel halen, maar ik ben niet iemand die denkt dat het vanzelf zal gaan. Wel vind ik dat als je goed speelt en wint, je ook eens met vrienden op stap mag gaan, en waarom niet in een discotheek? Maar als er zondag én woensdag een wedstrijd is, moet je natuurlijk thuisblijven, rusten en voedzaam eten. Ik ben 21 en alles verloopt naar wens, maar ik besef dat ik moet blijven werken om mijn dromen te realiseren. Ik wil graag Champions League spelen en zo snel mogelijk mijn debuut maken in het shirt van de nationale A-ploeg van Kroatië, want ik weet wat ik kan en ik zie overal veel jonge internationals. Eden Hazard was zelfs pas 17 toen hij al voor België geselecteerd werd.”

Zal je ooit nog een penalty op dezelfde manier trappen?

“Waarom niet? Als er zich een situatie voordoet waarbij ik vind dat het moment gekomen is om weer een strafschop à la Panenka te trappen, dan zal ik dat doen. Je ziet het toch steeds vaker?”

Hopelijk voor jou gaat hij dan wél binnen.

“Dan moet hij binnen, ja, dat weet ik, maar als de keeper een kant kiest, is de kans groot dat de bal binnengaat als je hem in het midden van het doel trapt. Ik miste alleen maar omdat ik iets anders van plan was dan wat ik op het laatste moment besliste te doen.”

Met continuïteit

Waarom staat Anderlecht aan de leiding en niet Club?

“We spelen een heel goed seizoen, maar … er ontbreekt iets. We winnen bijvoorbeeld moeilijk op verplaatsing.”

Wát ontbreekt er? Power? Defensieve organisatie? Meer dan voldoende ‘artiesten’, maar soms iets te weinig mentale en fysieke kracht, zoals af en toe een waarnemer opmerkt?

“Dat denk ik niet. Vergeet niet dat we het ook prima deden in de Europa League. Ik wist niet dat we daartoe in staat waren. Eerst tegen Lahti en zeker tegen Lech Poznan stond Club Brugge in de voorrondes dicht bij de uitschakeling. Toen ik hier aankwam en de loting zag, was ik niet optimistisch over onze kansen om ons in een poule met Shakhtar Donetsk en Toulouse te plaatsen voor de volgende fase, maar we deden het wel. Ik denk dat het verschil met Anderlecht gewoon is dat zij het al enkele jaren met dezelfde trainer en vrijwel dezelfde spelersgroep doen. In vergelijking met de vorige competitie is er eigenlijk alleen Lukaku bijgekomen. Zij kennen elkaar beter. Wij zijn gegroeid en als we samenblijven, zullen we volgend seizoen nog sterker zijn.”

Zal jij er dan nog zijn?

“Ik denk het wel.”

door christian vandenabeele – beelden barbieux (reporters)

Als je goed speelt en wint, mag je eens op stap gaan, vind ik, en waarom niet in een discotheek?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content