Bijna twee jaar inmiddels is Tom Saintfiet ‘die nuwe Namibiese sokkerafrigter’. En met succes. Vorige maand stond hij in het gloednieuwe WK-stadion van Durban en coachte het kleine Namibië naar een exploot tegen Zuid-Afrika. Een Belg op WK-gras? Sport/Voetbalmagazine was erbij!

De aanwezigheid van een journalist bij de laatste tactische bespreking is eenmalig. We zitten in een zaaltje op de vierde verdieping van het Hilton Hotel in Durban en over een half-uur vertrekt de spelersbus naar het Moses Mabhida Stadium, de op één na grootste arena waar tijdens het aanstaande WK in Zuid-Afrika zal worden gevoetbald. Vanavond – 99 dagen voor het toernooi – wordt het ingespeeld. Buurland Namibië is de tegenstander en FIFA-baas Sepp Blatter zal er ook zijn.

Tom Saintfiet kijkt in het rond. Zes uur en de laatste spelers zijn net gaan zitten. Niets te vroeg, want de Belgische bondscoach van Namibië heeft een hekel aan laatkomers. “Dit wordt een once-in-a-lifetime-ervaring”, steekt hij van wal. “Vandaag kunnen jullie laten zien dat jullie een contract in Zuid-Afrika waard zijn.”

Achter hem hangen negen grote bladen. Een hotelkamermuur vol pijltjes, bolletjes en kruisjes. Helemaal vooraan zit de doelman. In zijn oor een hoorapparaat, want hij is doofstom, wat de communicatie met zijn verdedigers wel eens bemoeilijkt. Die staan met vier op een lijn en mogen daar niet uit. “Verdedigen is jullie enige taak. Trek een muur op!” Compact spel is wat de coach verwacht van zijn team. De lijnen kort bij elkaar, ook in de breedte. “We moeten de zijlijn niet verdedigen, maar ons doel. En dat staat in het midden.”

De bal is de laatste van Saintfiets zorgen. “Hebben zij tachtig procent balbezit? Als wij in onze posities blijven, zal het vooral balbezit op hun helft zijn en zo raken ze nooit aan kansen.” De aanvallers – één diepe en één zwervende – weten wat hen te doen staat. “Zodra we de bal veroveren, spelen we fast counter attack football – snel countervoetbal. Elke diepe bal betekent gevaar. Komt hij vijf keer niet aan, de zesde keer misschien wel. En komen we voor hun goal, dan wil ik killer instinct zien.”

Geen zweem van twijfel in de stem. “Laat hen maar komen. Misschien is dat saai, maar het is dé kans om deze wedstrijd te winnen. Wees geduldig, jullie moment komt. Alles wat hier wordt gezegd, draait om organisatie. Als wij in onze organisatie blijven, verliezen we niet.”

Op het eind nog een shot motivatie. “Dit is een droom. Enjoy your dream. Wees er trots op een Brave Warrior te zijn. Good luck!” Een klein applausje weerklinkt. Saintfiet trekt zijn jas aan. Geen moment heeft hij naar zijn woorden moeten zoeken.

De wedstrijd eindigt op 1-1. Namibië heeft het betere van het spel en klimt vlak voor de rust zelfs op voorsprong na een van zijn zeldzame counters. Zuid-Afrika bakt er niets van. De vuvuzela’s verstommen niet en na driekwart wedstrijd stelt het WK-gastland alsnog gelijk. Bij de Namibiërs is het bobijntje af. Niet verwonderlijk als je diepe spits Wilko Risser uitkomt voor de Duitse vierdeklasser SV Eintracht Trier, maar de ploeg houdt stand.

Zelfbewust treedt Saintfiet het internationale persleger tegemoet. “Toen ik hier twintig maanden geleden tekende, was mijn enige doel dit land te kwalificeren”, zegt hij. “Ik ben geen coach om coach te zijn, maar om te winnen en op de grote toernooien aanwezig te zijn. Vanavond is de bevestiging van de voorgaande twintig maanden.”

Achter in de zaal wacht Carlos Alberto Parreira zijn beurt af. “Zuid-Afrika is de grote broer”, hoort hij de Belg nog zeggen. “Wel, vandaag heeft Namibië getoond dat het even groot is.”

The Saint

’s Anderendaags vliegen we samen terug naar Windhoek, de hoofdstad van Namibië. “Heb je gezien hoe hij Parreira voor de wedstrijd een hand is gaan geven?”, vraagt iemand. Tom Saintfiet grijnst. Het was een weloverwogen gebaar, zegt hij. “Ik wil altijd dat de andere bonden zien: dat is een gentleman. Toen er voor de rust werd gefloten, ben ik bewust ook als eerste naar binnen gestapt. Zo veel publiek, je staat 1-0 voor en dan die wereldkampioen (Parreira won het WK met Brazilië in 1994, nvdr) die geen antwoord vindt: dat geeft een kick. Zulke momenten moet je benutten. In deze branche moet je gezien worden.”

Saintfiet is bezig aan een opmerkelijk parcours met Namibië. Sinds hij er bondscoach werd in juli 2008, raakten de statistieken van de Brave Warriors behoorlijk opgepoetst. Onder zijn Nederlandse voorganger Arie Schans werden van dertien interlands er elf verloren. Het gelijkspel tegen Zuid-Afrika was Saintfiets twaalfde officiële FIFA-wedstrijd. Hij verloor er slechts twee en speelde de helft gelijk. Een negatief doelpuntensaldo van 7-30 boog hij om in een knappe 16-8. Het leverde ‘die nuwe Namibiese sokkerafrigter’ de nogal voor de hand liggende bijnaam ‘The Saint’ op. Iemand noemde zelfs zijn zoon naar hem. Niet Tom, maar Saintfiet. Als voornaam.

Hij lacht. Zolang je je open opstelt, zegt hij, weten mensen je te appreciëren. Hij woont niet in buitensporige luxe, wekt geen aanstoot in het openbaar en drinkt geen alcohol. “Anders krijg je al snel een reputatie. Dat is vaak het probleem van veel buitenlandse trainers in Afrika. Ik vind: je moet een respectvol figuur blijven.”

Dan gaat het weer over voetbal. “Overal in het buitenland heb ik bij corners zoneverdediging gehanteerd. En nog nooit een doelpunt geïncasseerd! Mijn principe is: bij een hoekschop moet je geen man hebben, maar de bal. Je hebt toch gemerkt dat ik in mijn bespreking geen woord heb gezegd over de tegenstander? Puur tijdverlies, ik steek er geen energie in. Als iedereen doet wat ik zeg, volgt het resultaat vanzelf. Ik zeg nooit iets zomaar. Dat is de reden waarom ze hier zo gedisciplineerd zijn. Je ziet dat niet vaak bij een Afrikaans land. Mijn grote vraag toen ik hier begon was dan ook: kan ik mijn ideeën ook overbrengen op Afrikaanse spelers?”

Het antwoord is ondertussen positief. It’s my way or the highway. Saintfiet glimlacht, maar hij meent het wel. Lutz Pfannen-stiel, zijn Duitse keeperstrainer, vergelijkt hem graag met Felix Magath. “Namibië is een klein land, dan heb je het sowieso moeilijk. Als dan de discipline het ook laat afweten, wordt het héél moeilijk”, begrijpt hij zijn coach.

Saintfiet: “Als iemand denkt het anders te moeten doen dan ik het zeg, is het over and out. Zo iemand past niet in mijn systeem. Waarom mogen mijn backs niet opkomen? Omdat ze geen goede voorzet kunnen trappen. Te veel spelers zijn erop-uit trucjes te laten zien die ze niet beheersen. Ik vergelijk het graag met een vliegtuig. De piloot moet vliegen, de stewardessen zorgen ervoor dat we niets te kort komen. Hoe zou jij reageren als de piloot ons kwam vragen wat we willen drinken? Ieder zijn job. Als iedereen zich daaraan houdt, wordt dit een goede vlucht. Net zo moet een verdediger niet aan de stuurknuppel willen zitten.”

Nigeriaanse minister

Namibië is na Mongolië het dunst bevolkte land ter wereld: 27 keer groter dan België, maar vijf keer minder inwoners. Twee miljoen ongeveer. Een wel erg kleine vijver voor een nationale voetbalcoach. Het gelijkspel tegen Zuid-Afrika wordt dan ook onthaald als een overwinning. In de dagen die volgen, zal Saintfiets gsm niet van zijn oor wijken. Makelaars en journalisten uit alle windhoeken weten hem plotseling te vinden. Op straat steken mensen hun duim op of houden hem staande om de hand te schudden. “Great game, coach!”

Ver weg is de tijd dat hij in interviews gefrustreerd reageerde op de kansen die een even jonge en onbekende trainer als Emilio Ferrera wel kreeg en hij niet. De frustratie heeft plaats gemaakt voor een onwrikbaar zelfbewustzijn. “Ik zeg niet meer: ‘ik ben de beste’ of ‘ik kan dat ook’. Ik ben de eerste nu om toe te geven dat we een resultaat samen hebben bereikt. Iedereen weet dan wel wat mijn aandeel is geweest. Ik hoef het niet meer zelf te zeggen.”

Zijn ambitie is onveranderd. “Ik wil de top van het wereldvoetbal halen. Philippe Troussier is een beetje mijn voorbeeld. Hij was bondscoach van Qatar toen ik er de U17 coachte. Het is mijn overtuiging dat een Afrikaans land wereldkampioen kan worden met de juiste trainer en de juiste tactiek. Ik vind mezelf die trainer. Laat me mijn ding doen bij Nigeria, Kameroen of Ivoorkust en ik kan ze wereldkampioen maken. Het enige probleem is hun gebrek aan tactische onderlegdheid.”

Saintfiet haalt de recente 4-4 tussen Mali en Angola aan. Een uitslag waarvan hij gruwt. “Prachtig voor de liefhebber, maar een catastrofe voor de tactisch denkende coach. Italië werd wereldkampioen met verdedigend countervoetbal, maar Afrikanen denken dat ze altijd mooi voetbal moeten spelen en aanvallen. Kijk naar de topcompetities in Europa: niet de ploegen met de meeste goals worden landskampioen, wel die met de minste goals tegen. Barcelona is de enige uitzondering. Met andere woorden: je moet de underdog kunnen spelen. Met Namibië ben ik altijd de underdog. Stel dat ik Nigeria coach, dan ben ik de favoriet, maar niet meer als ik op een WK sta. Of ik die kans ooit krijg, weet ik niet, maar het is wel de reden waarom ik België op dit moment opzij heb geschoven.”

Hij verklapt een goed bewaard geheim. Vorige zomer vloog de Nigeriaanse minister van Sport hem in voor een gesprek. Saintfiet laat de aanbevelingsbrief zien die Clemens Westerhof, de Nederlandse ex-bondscoach van Nigeria, voor hem schreef. “Voor de beslissende wedstrijd tegen Kenia heb ik de tactiek uitgeschreven. Hadden ze zich die dag niet geplaatst voor het WK, was ik nu hun bondscoach. Doordat ze zich op de valreep toch kwalificeerden, hadden ze iemand met naam en faam nodig.” Hij wanhoopt niet. “Uitstel is geen afstel. Ooit wil ik op een WK staan.”

Nederlands kunstgras

We rijden door Katatura, de sloppenwijk van Windhoek. De huizen zijn van steen, maar klein en talloze golfplaten constructies verraden almaar groter wordende families. “Naar onze normen is het een leven in armoede, maar het is leefbaar”, weet Saintfiet. “Hoe arm ook, de armsten hier hebben het beter dan elders in Afrika.”

We stappen niet uit. “Zolang ze niet dronken zijn, doen ze niks, maar dat is het net: je weet het nooit. Het is het enige risico, maar ik neem het niet. In dronken toestand zijn hun reacties onvoorspelbaar.”

In Katatura is ook de Namibische voetbalbond gevestigd. Naast het bescheiden bondsgebouw ligt braakland waar straks een synthetisch miniveldje moet komen, gefinancierd door het Football for Hope-programma van de FIFA. Ook het nieuwe Sam Nujoma Stadium is betaald door de wereldvoetbalbond. Het kunstgrasveld is van Nederlandse makelij en sinds september 2009 in gebruik. “Het stadion is bewust in deze arme buurt gebouwd”, vertelt Saintfiet terwijl hij hoog in de tribune uitkijkt over de sloppenwijk. “Het voetbal is van de zwarten, hier wonen de mensen die ervan houden. Ze hebben geen auto, geen geld voor een taxi en openbaar vervoer is er evenmin. Heel intelligent bekeken dus.”

Aan de andere kant van de stad ligt naast het nationale rugbystadion het oude Independence Stadium. De grasmat is verwijderd, er komt een nieuwe. Daarmee hoopt Namibië straks een WK-deelnemer tot het spelen van een oefeninterland te verleiden. Twee van zijn mooiste overwinningen behaalde Saintfiet hier: 4-2 tegen Zimbabwe en 4-0 tegen Congo. Rond het veld ligt de atletiekpiste waar voormalig olympisch medaillewinnaar Frankie Fredericks zijn eerste sprintjes trok. Saintfiet grijnst: “Ik loop hier ook geregeld mijn rondjes.”

’s Avonds wonen we in het onooglijke stadionnetje van Sport Klub Windhoek een bekerduel bij. De bondsvoorzitter is er en ook de technisch directeur van de Namibische bond daagt op, een Duitser. “Die wordt helemaal betaald door de Duitse bond”, weet Saintfiet. “Hij heeft overal gezeten: Afghanistan, Libanon, Kazachstan. Duitsland promoot zijn trainers, Nederland ook. Alleen de Belgische bond doet dat niet.”

De wedstrijd is vermakelijk, maar de bondscoach wordt er niet wijzer van. “Hieraan zie je dat de resultaten die ik al heb gehaald, echt niet vanzelfsprekend zijn.”

Morgen treffen Tigers en landskampioen African Stars elkaar hier, twee van de grootste clubs. De accommodatie is niet berekend op beide supportersclans, maar een sponsorconflict tussen twee telefoonmaatschappijen verhindert dat het duel in het Sam Nujoma Stadium wordt gespeeld. De bondsvoorzitter voorspelt problemen. “Je kunt hier maar beter wegblijven morgen.”

Zes kruisbandoperaties

De volgende dag rijden we over de Trans Kalahari Highway naar Swakopmund, de strandstad van Namibië. Een rit van 350 km in westelijke richting. “Voor de teams uit Windhoek is de kust de kortste verplaatsing buiten de stad”, zegt Saintfiet. “Naar het noorden is het 800 km, naar het zuiden 500 km, maar daar is geen eersteklasseteam meer. Beeld je de afstanden maar eens in voor wie van de kust naar het noorden moet. Spelers zijn vaak een heel weekend weg. Dan slapen ze in goedkope lodges.”

Aan beide kanten is de weg afgezet. Op plaatsen waar zich ook giraffen ophouden is de omheining hoger. Behalve bavianen, struisvogels en in de verte springbokken laat de lokale fauna zich echter niet zien vandaag. De natuur is adembenemend. Honderden termietentorens steken als fallussen uit het landschap omhoog. Steeds nieuwe rotsformaties doemen op. Het lijkt wel een westerndecor en dat is niet eens zo’n gekke gedachte. Dit gebied is geliefd als filmsetting, vertelt Saintfiet, vooral voor Duitse films – Namibië was ooit een Duitse kolonie. Ook de Vlaamse fictiereeks Los Zand is hier gedraaid.

Gaandeweg gaat het savannelandschap over in grindwoestijn en ten slotte in de zanderige Namibwoestijn. De temperatuur loopt op tot 36 graden. In Swakopmund is het opmerkelijk koeler. In de zomer – onze winter – is het op koppen lopen in dit populaire vakantieoord met zijn goed bewaarde Duitse koloniale architectuur. “Water, strand, esplanade en chique huizen. En dat in het arme Afrika”, lacht Saintfiet.

Tijdens de lunch praten we weer over voetbal. “Op mijn zeventiende al wist ik dat ik trainer zou worden. Toen ik 23 was, volgde ik de Heizelschool en ben ik gestopt met voetballen. Ik had zes kruisbandoperaties en drie enkeloperaties achter de rug.”

Dan berijdt hij een van zijn stokpaardjes. “De beste trainers zijn vaak geen profspeler geweest. Benítez, Sacchi, Eriksson, Mourinho, Beenhakker – noem maar op. Er zijn uitzonderingen natuurlijk, zoals Guardiola. Maar neem nu Rijkaard. Niet goed genoeg om Sparta te behoeden voor degradatie, maar wel de Champions League gewonnen met Barcelona. Simpel: wie morgen Barcelona mag trainen, heeft een reële kans dat hij kampioen wordt. Boskamp deed het met Anderlecht, maar presteerde daarna niks meer met Dender en Beveren. Een trainer die géén kampioen wordt met Anderlecht, dat zou pas bijzonder zijn.”

Van Swakopmund is het maar dertig km naar Walvisbaai, de belangrijkste zeehaven van Namibië. Rechts de Atlantische Oceaan, links spectaculaire zandduinen. De grootste ter wereld, Dune 7, ligt hier ook. Halverwege tussen Swakopmund en Walvisbaai ligt Langstrand. Luxueuze vakantiewoningen te midden van het niets. In een ervan verbleven in 2006 Angelina Jolie en Brad Pitt toen de actrice moest bevallen van hun eerste kind. Saintfiet weet waarom: “Namibië is het veiligste en properste land van Afrika.”

In Walvisbaai hebben we een korte ontmoeting met een makelaar. Iedereen lijkt wel wat te willen van de Belgische coach sinds het resultaat tegen Zuid-Afrika. De man zegt weet te hebben van de belangstelling van Orlando Pirates, een van de topclubs uit Johannesburg. Ruud Krol heeft het team niet hoger dan de vijfde plaats geparkeerd in het Zuid-Afrikaanse kampioenschap. De Nederlander zit op de wip. The Saint speelt het spel professioneel mee.

Op de terugweg telefoon van Lutz Pfannenstiel. De keeperstrainer is toch naar het bekerduel tussen Tigers en African Stars gaan kijken. Zoals verwacht is het er behoorlijk uit de hand gelopen. “Er is geschoten. Eén fan is naar het ziekenhuis gebracht”, vertelt hij opgewonden. De volgende ochtend doet hij het verhaal nog eens over. “En vijftien minuten later voetbalden we weer”, besluit hij al lachend. Eén krant zal er een artikel aan wijden. Verder komt niemand terug op het schietincident.

Snelle passing

Voor we afscheid nemen, haalt Saintfiet nog een laatste vliegtuigmetafoor boven. “Tempo in het voetbal komt niet van snel lopen, maar van snelle passing. Daarom moet die precies zijn. Het is de basis van alles. Iedereen aanvaardt dat het soms fout gaat, maar aanvaarden we dat ook van een piloot? Dat hij duizend perfecte vluchten aflevert, maar dan één fout maakt en crasht? Aanvaarden we van een chirurg dat hij bij zijn tiende operatie in de fout gaat en zegt: maar de andere negen waren wel goed? Nee toch? Waarom van een voetballer dan wel? Fouten zijn het gevolg van een gebrek aan concentratie. Dáárdoor worden wedstrijden verloren, niet door een gebrek aan kwaliteit. Ik aanvaard van mijn spelers geen fouten in de passing.”

In de wagen krijgt Saintfiet zijn zoveelste telefoon. Van een Nederlandse journalist dit keer. “Ik wacht af”, zegt de Belg terwijl hij op zijn Hollandse accent overschakelt. “Ik weet dat ik er klaar voor ben. Ik weet dat ik elk klein land groter kan maken. En dan bedoel ik niet in oppervlakte.”

Vanaf volgende week schrijft Tom Saintfiet exclusief voor S/VM dertien weken lang vanuit Windhoek een Afrikaanse column over het WK in Zuid-Afrika.

door jan hauspie

“Het is mijn overtuiging dat een Afrikaans land wereldkampioen kan worden met de juiste trainer en de juiste tactiek. Ik vind mezelf die trainer.”

“Ik kan elk klein land groter maken. En dan bedoel ik niet in oppervlakte.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content