Met Yannick Ferreira Carrasco staat er sinds kort een Belgische jeugdinternational op de drempel van de Monegaskische A-kern. De achttienjarige linksbuiten (geboren op 4 september 1993) tekende twee jaar geleden een contract voor drie seizoenen bij AS Monaco. Spelen doet hij met het tweede team in de CFA, de Franse vierde klasse, maar sinds een maand of drie laat Marco Simone hem meetrainen met de A-kern. “Ze hebben gezegd dat ze in mij geloven en me niet willen laten gaan. Dat gevoel had ik vorig jaar niet. Ze spreken nu zelfs van een nieuw contract.”

Yannick, afkomstig van Grimbergen, dankt zijn dubbele familienaam aan zijn Portugese vader (Ferreira) en Spaanse moeder (Carrasco). Zijn beide ouders werden in België geboren en scheidden toen hij twee was. Vier jaar later verdween zijn vader met de noorderzon en uit zijn leven. Hij zag hem nooit terug. Thuis werd Spaans en Frans gesproken, maar school liep hij in het Nederlands. Eerst in Diegem, daarna in Genk. Twaalf was hij toen RC Genk hem bij Diegem Sport weghaalde en in een gastgezin plaatste, dat van Pieter Nijs (ex-Genk, nu OHL). Andere huisgenoten dat eerste jaar waren Kevin De Bruyne en Kevin Kis. Hij bleef er vier jaar. Een mooie tijd. “Als ik in België ben, ga ik hen soms opzoeken in Zonhoven.”

Zijn vertrek in 2010, samen met Dennis Praet (Anderlecht) en Divock Origi (Lille OSC), kwam hard aan in Genk. In één klap verloor het drie talenten. “Ik wilde iets anders. Het buitenland ontdekken. Ik had verschillende mogelijkheden, maar mijn toenmalige makelaar Jorge Vidal zei dat ik beter naar Monaco ging”, vertelt hij. Maar ook: “Ik was jong, zestien nog maar en heb naar iedereen geluisterd, behalve naar mezelf. Het is niet dat ik het per se wilde. Iedereen raadde het me aan, mijn moeder ook, maar zij heeft ook maar naar anderen geluisterd. Zij stond er alleen voor.”

Toen hij op het punt stond te tekenen in het prinsdom belde Frankie Vercauteren nog. “Hij had gehoord dat ik wegging. Hij wist van niets, zei hij. Hij vroeg of ik financiële redenen had of voetbalredenen, maar met geld had het niets te maken, ik wilde gewoon iets anders proberen. Hij wenste me veel succes en haakte in. Vijf minuten later belde hij opnieuw. ‘Ik wil je in mijn elftal zien,’ zei hij, ‘ik wil dat je meegaat op stage.’ Ik antwoordde dat mijn beslissing voor negentig procent vaststond. Hij drong niet aan en wenste me opnieuw veel succes.”

Hij benadrukt dat hij Genk dankbaar is, maar toch: “Ik was een beetje teleurgesteld. Ik zag dat andere jongens voorrang kregen op mij voor een contract. Dennis Praet, Anthony Limbombe, Jordy Croux. Spelers die jonger zijn dan ik. Dus ik dacht: Genk gelooft niet in mij. Jeugdcoördinator Roland Breugelmans zei nog wel dat ik veel had bijgeleerd de laatste drie maanden, maar hoe kon dat nu? Ik was de voorgaande twee seizoenen telkens topschutter geworden. Ik was misschien niet de beste speler, maar ik maakte wel de meeste doelpunten.”

Soms bekruipt hem een gevoel van spijt. “Als ik zie dat Limbombe speelt, en Croux ook, dan denk ik: misschien stond ik daar nu ook als ik was gebleven. Toen Monaco degradeerde vorig seizoen heb ik weleens gedacht: wat doe ik hier? Ik had het moeilijk dat eerste jaar. Ik was zestien en stond er helemaal alleen voor, op mijn appartement, in een nieuwe omgeving, zonder familie. Ik stopte ook met school, dat is echt mijn ding niet. Mijn moeder komt één keer om de twee maanden op bezoek.”

Deze week traint hij met de nationale U19 in Tubeke. Van 23 tot 28 mei speelt België in Italië de eliteronde van het EK 2012 tegen het thuisland, Spanje en Armenië. Van zijn huidige makelaar, de in Monaco residerende Christophe Henrotay, zegt hij te weten van de interesse van verschillende Belgische clubs. Topclubs zelfs. “De deur naar België zal altijd open blijven. Denk ik toch. Het zit in mijn achterhoofd, maar op dit moment ben ik er niet mee bezig.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content