‘Had je me tijdens zijn spelerscarrière verteld dat hij ooit trainer zou worden, ik had me gek gelachen.’ Gek is Peter Houtman (55) vooralsnog niet, maar een coach is Mario Been (49) intussen wel. Het ene Feyenoordicoon over het andere.

Peter Houtman: “Als sportpresentator van de regionale zender TV Rijnmond ging ik in 2006 langs bij Mario Been, nadat hij als debuterend hoofdcoach met Excelsior Rotterdam kampioen in de eerste divisie was geworden. Mijn cadeau: ‘De Taart van Peter’, een gebakje dat ik wekelijks aan iemand gaf die voor het voetlicht gekomen was. Tijdens het interview, waarin Mario serieus over het succes van zijn team praatte, werd ik even afgeleid. Toen ik me weer omdraaide, richting Mario, gooide hij die taart vol in mijn gezicht. Hilárisch vond hij dat. De maanden ervoor had ik al voorspeld dat me dat ooit eens zou overkomen en het was geen toeval dat net Mario me dat flikte.

“Een anekdote die perfect ‘de nieuwe Mario Been’ samenvat. Als trainer bijzonder ernstig met zijn vak bezig, maar als mens nog steeds dezelfde pleziermaker die ik in 1982 als 18-jarig broekie zag overkomen uit de Feyenoordjeugd (Houtman en Been waren drie jaar ploeggenoten, nvdr). Een Pietje Bell die constant met iedereen onderbroekenlol uithaalde. Een Rotterdams straatjochie met een grote bek dat tegen de schenen van de gevestigde waarden durfde te schoppen. De transfer van Ruud Gullit van Haarlem naar Feyenoord was volgens hem bijvoorbeeld overbodig – ‘Waarom Gullit halen als je míj hebt?’ – want Mario vond zichzelf de beste. Het zelfvertrouwen droop van hem af. ‘Waar wil je de bal? Op je stropdas? Dan leg ik hem wel effe voor je neer.’

“Net als hij ben ik een volbloed Rotterdammer, die bijna standaard met het hart op de tong geboren wordt, dus stoorde ik me niet aan zijn dollerij en branie. Niet elke ploegmaat of trainer stelde dat echter altijd op prijs. Soms kreeg hij de wind van voren: ‘Been, terug in je mand.’ Dan was hij wél stil. En dan was ik diegene die hem opmonterde: ‘Kop op, volgende keer beter.’

“Ik zag immers dat Mario overliep van talent. Geen fysiek wonder – al was hij tijdens de match wel een bijtertje – maar begiftigd met een gave techniek, een splijtende pass en een groot spelinzicht. Niet toevallig werd hij bij Feyenoord als dé opvolger van Johan Cruijff aangezien toen die in 1984 afscheid nam met een titel en beker. In Johans laatste match viel Mario zelfs voor hem in, iedereen sprak van een symbolische machtsoverdracht. Het volgende seizoen kwam die doorbraak er ook (18 goals in 32 wedstrijden, nvdr), maar daarna bleef Mario hangen. Iets te gemakzuchtig, te veel Pietje Bell.”

Mensenmens

“Had je mij toen verteld dat hij later trainer zou worden, dan had ik me gek gelachen, maar na zijn carrière leerde ik, onder meer als stadionspeaker van Feyenoord, ook de ernstige kant van Mario (tussen 2000 en 2004 assistent-coach, en tussen 2009 en 2011 hoofdcoach in Rotterdam, nvdr) kennen. Een man die bij bezoeken aan kinderziekenhuizen of verblijven voor mentaal gehandicapten alle tijd vrijmaakte, hen een welgemeend hart onder de riem stak. Een mensenmens – zoals hij zichzelf noemt – die ook in slechte tijden aandacht besteedde aan élke supporter. Iemand die wist waar het in het leven echt om draait: familie – met zijn Astrid is hij al 27 jaar getrouwd – en gezondheid. Een nuchtere trainer die het voetbal kon relativeren en van het leven genoot, maar die niettemin heel ambitieus was.

“Door ouder en wijzer te worden is die serieuze kant steeds meer komen bovendrijven, waardoor hij met zijn losbolimago heeft afgerekend. Hij wordt in Nederland nu vooral aangezien als een coach, niet meer als die grappen makende speler, al heeft hij door dat imago wel meer dan andere coaches aan zijn carrière moeten werken.

“Toch heeft Mario nooit zijn vrolijkheid verloren en is hij in se nooit veranderd. Misschien is dat wel zijn grootste verdienste. Hij bewijst dat je ook als Pietje Bell – in beperkte mate althans – een toptrainer kunt zijn. Bepaalde karaktereigenschappen daarvan komen in die job zelfs goed van pas. Hij weet als geen ander hoe je een speler een lekker gevoel kunt geven. Niet door als boeman elke dag uit te varen, maar door af en toe een schouderklop te geven, een grapje te maken. Geen toeval dat hij zegt dat hij als speler graag onder zichzelf, als coach, had gevoetbald. Mario stelt plezier voorop, maar eist ook honderd procent scherpte en hecht veel belang aan collectiviteit – zijn zogenaamde PIT-filosofie: plezier, instelling, team.

“Zijn spelers behoeden voor de fouten die hij indertijd gemaakt heeft, het maximum uit hen halen, hen karakterieel doorgronden en daar gepast op inspelen door hen eerder te inspireren dan te motiveren: nog meer dan zelf spelen vindt hij dat fascinerend. Als coach kan hij nu helemaal zijn ei kwijt. Ook tactisch, want aan inzicht heeft het Mario als speler nooit ontbroken.”

Che Guevara

“Dat Mario vorige week vertelde dat hij naar een prijs snakt, lijkt me logisch. Met een kamerbrede glimlach zal hij rondlopen mocht hij met Genk de beker of de titel pakken. Toch wat op revanche belust na zijn ontslag bij Feyenoord. In 2009 als de verlosser in het eigen Rotterdam binnengehaald – supporters liepen zelfs rond met Che Guevara-T-shirts waarop Mario’s gezicht verwerkt was – en twee jaar later na een geheime vertrouwenstemming onder de spelers weggestemd. Een mokerslag, nog meer dan de 10-0 op PSV, eerder dat seizoen. Feyenoord was zíjn club, hé. Ook al kreeg hij de steun van het merendeel van de fans, daar is hij wekenlang niet goed van geweest. Een pijnlijke confrontatie met de keiharde wetten van de opportunistische voetbalwereld. Zelfs voor een nuchtere man als Mario, die naar mijn weten sindsdien niet meer is teruggekeerd naar de Kuip – dat zal nog wel effe duren.

“Het doet me veel plezier dat Mario weer zichzelf is geworden bij Racing Genk. Je ziet hem weer van het vak en het leven genieten. Niet toevallig bij een echte volksclub met Hand in Hand Kameraden als strijdlied. Hetzelfde als bij… Feyenoord. Hopelijk voor hem wel met een betere afloop.”

DOOR JONAS CRETEUR

“Hij weet als geen ander hoe je een speler een lekker gevoel kunt geven.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content