Dinsdag voetballen de Rode Duivels tegen Japan. De enige speler uit de Belgische competitie die aan de aftrap verwacht mag worden, is… een Japanner. Doelman Kawashima over België, Nederland, Brazilië en nare ervaringen in Noord-Korea en Jordanië.

Het Japanse nationale elftal heeft een zwaar programma voor de boeg: zaterdag staan ze in Genk tegenover Nederland, dinsdag wachten de Rode Duivels in Brussel. Met in hun kielzog een horde Aziatische journalisten en in eigen land veel interesse voor de rechtstreekse uitzendingen. Want ook in Japan zijn de Belgen (misschien zelfs meer dan de Nederlanders) een hype geworden, van Tokio tot Sapporo. Dat bevestigt Eiji Kawashima (30), die sinds het WK 2010 de vaste doelman is van Japan.

“Het is logisch dat er in Japan veel over de Belgen wordt gepraat,” zegt hij, “zeker gezien de grote belangstelling voor de Premier League op tv en in de kranten en sportmagazines. De grootste ster is bij ons ongetwijfeld Eden Hazard. Maar als Japanse journalisten me vragen wie de gevaarlijkste Rode Duivel is, kies ik toch voor Thibaut Courtois.”

Ben je het meest bang van de Nederlanders of van de Belgen?

Eiji Kawashima: “Voor ons zijn het twee grote affiches, van hetzelfde niveau als onze wedstrijden tegen Argentinië en Frankrijk. Die we trouwens alle twee gewonnen hebben! Van de Belgen zijn we toch meer bang omdat de Nederlanders relatief voorspelbaar zijn. We weten dat ze hun aanvallen van achteruit gaan opbouwen en dat ze op hun vleugelspelers rekenen om gevaarlijke voorzetten af te leveren. Bij België kun je je moeilijk op iets instellen, het is een team dat je op verschillende manieren pijn kan doen. De kans is ook groter dat ze met een individuele actie het verschil maken. De Belgen horen tot de top vijf van de wereld, de Nederlanders top de top tien, en wij staan 44e… Dan weet je dat we voor twee lastige avonden staan. Zeker omdat we zelf in een mindere periode zitten. We hebben sinds de zomer wel van Ghana en Guatemala gewonnen, maar ook verloren van Uruguay, Servië en Wit-Rusland. Vooral op verplaatsing hebben we het lastig.”

Er zijn steeds meer Japanse internationals actief in Europa, maar ze spelen haast allen in de Bundesliga. Enig idee waarom dat zo is?

“Dat komt doordat de mentaliteit daar ons goed ligt. Duitsers en Japanners begrijpen elkaar heel gemakkelijk. We kijken op dezelfde manier tegen het leven aan en er is in beide landen veel zelfdiscipline. Er zijn dus veel minder aanpassingsproblemen voor een Japanner die in de Bundesliga terechtkomt. Het klopt dat er veel Belgen in de Premier League spelen, maar voor jullie is het ook gemakkelijker om daar te raken dan voor ons. Een Engelse scout staat op een uurtje in België en vindt vlak bij zijn deur een interessante vitrine. Wie is dan zo gek om helemaal naar Japan te vliegen om daar een speler te gaan zoeken? Maar de situatie is stilaan aan het veranderen. Op het WK in Zuid-Afrika zaten er in onze kern maar vier spelers die in het buitenland aan de kost kwamen. Tegenwoordig speelt de helft al in Europa. Het WK heeft voor een omslag gezorgd. Niemand had ons vooraf in de achtste finales verwacht, onze sterke prestaties hebben ons veel aandacht opgeleverd.”

Japan was het eerste land om zich voor het WK in Brazilië te plaatsen. Met de vingers in de neus?

“Toch niet. Niets gaat vanzelf in de Aziatische kwalificatiereeksen. Het niveau ligt niet altijd even hoog als in Europa, maar je brengt tientallen uren in een vliegtuig door en de ontvangst ter plekke is soms ronduit vijandig. Er zijn landen bij die heel ver gaan om het ons lastig te maken. In Jordanië ligt er bijvoorbeeld een prachtige grasmat, maar ze hebben de wedstrijd laten spelen op een veld dat er als beton bij lag. De Jordaniërs hadden zich daarop kunnen voorbereiden en wisten dat het voor ons een extra hindernis zou betekenen. Toen we in het sultanaat van Oman moesten spelen, was dat bij een temperatuur van veertig graden. Aan het klimaat kunnen ze uiteraard niets veranderen, maar ze hebben er bewust voor gekozen om de wedstrijd niet op een ander moment van de dag te laten spelen. Hetzelfde verhaal: ze dachten dat de omstandigheden ons meer problemen zouden bezorgen dan henzelf.”

Penaltyreeks

De Italiaan Alberto Zaccheroni zingt het al drie jaar uit bij jullie, hetgeen betekent dat men erg tevreden is over zijn werk?

“Hij heeft voor een kleine revolutie gezorgd in ons spel, want op het WK van 2010 speelden we nog heel defensief. Alberto Zaccheroni kwam na twee Japanse coaches en hij heeft ons ervan overtuigd dat we veel aanvallender moesten denken. Hij beantwoordt dus totaal niet aan het stereotype van de Italiaanse coach die vooral geen doelpunt wil slikken. Met aanvallende troeven als Keisuke Honda en Shinji Kagawa is het ook logisch dat we zo spelen. Onze ploeg is trouwens meer dan alleen die twee: er lopen jongens als Atsuto Uchida, Makoto Hasebe en Yuto Nagatomo rond. Dan heb je het toch over spelers die bij CSKA Moskou, Manchester United, Schalke 04, Wolfsburg en Inter zitten.”

Hoe verklaar je de omwenteling die het Japanse voetbal heeft doorgemaakt? Pas in 1998 stond Japan op zijn eerste WK, maar sindsdien heb jullie geen enkele eindronde meer gemist.

“De Japanse bond heeft in de loop van de jaren negentig enorm veel geïnvesteerd en ons voetbal plukt daar nu de vruchten van. Sinds 1993 is er een professionele competitie en er is ook een stevige structuur neergezet, met opleidingsacademies in heel het land.”

In Zuid-Afrika werden jullie na strafschoppen uitgeschakeld tegen Paraguay. Is het WK voor jou een mooie herinnering omdat je titularis was en uit de groepsfase bent geraakt, of overheerst de ontgoocheling na de loterij van een strafschoppenreeks?

“We zaten achteraf echt in zak en as, omdat we zo dicht bij de kwartfinales waren en omdat we wisten dat we het niveau aankonden. We hadden gewonnen van Kameroen en Denemarken en het vertrouwen was groot. Maar dan die penaltyreeks… De Paraguayanen hebben alle vijf hun penalty’s gescoord.”

De bevestiging van het nieuwe Japanse elan volgde zes maanden later op de Azië Cup.

“We hebben de beker gewonnen, maar het was geen gemakkelijke rit. We speelden matig en ik was zelf ook minder zeker van mijn stuk, ik heb er zelfs een rode kaart gepakt. Ergens is het logisch dat het toen nog niet op rolletjes liep, want de kern was drastisch verjongd. De dag na het WK in Zuid-Afrika wilde de bond alweer opbouwen richting Brazilië.”

In 2011 was je erbij voor de historische verplaatsing naar Noord-Korea.

(lacht) “Historisch is wel het juiste woord. Japan had al meer dan twintig jaar niet in Noord-Korea gespeeld en de relaties tussen de twee landen zijn nog steeds gespannen. Zodra we van het vliegtuig stapten, werd duidelijk dat het geen plezierreisje zou worden. De douaniers stonden ons in de luchthaven al op te wachten en begonnen onmiddellijk onze bagage te doorzoeken. We zaten in een klein lokaaltje waar er zelfs niet genoeg stoelen waren voor iedereen. Dat heeft uiteindelijk drie kwartier geduurd. Crazy! We hadden nochtans onze voorzorgen genomen. Het is ten strengste verboden met een computer of een telefoon te landen, dus hadden we alles achtergelaten in Peking, waar onze vlucht vertrok. Tijdens de wedstrijd was de sfeer ook niet erg aangenaam. Al van bij ons nationale volkslied werd er de hele tijd gefloten. Alles en iedereen was er tegen ons, met voetbal had het niet veel meer te maken. We hebben er ook een land gezien dat tientallen jaren achter is op de rest van de wereld. De mensen krijgen geen informatie van buitenaf en zijn eigenlijk in een ander tijdperk blijven steken.”

Voetjes op de grond

Welke herinneringen hou je over aan de Confederations Cup in Brazilië?

“Vooral een gevoel van collectief falen. Drie wedstrijden, drie nederlagen. Zelfs al was het tegen Brazilië, Italië en Mexico, dan nog doet dat pijn. Zeker de 4-3 tegen Italië. We speelden een goede wedstrijd en Zaccheroni was er echt op gebrand om zijn land een historische nederlaag aan te smeren. Na het geslaagde WK en onze overwinning in de Azië Cup is ons land met een harde smak weer van zijn wolk gedonderd. Het was de eerste tegenvaller onder Zaccheroni. We hadden het ook echt niet zien aankomen, zeker niet nadat we Argentinië en Frankrijk hadden geklopt.”

Heb je er een verklaring voor?

“De hoofdreden was onze korte voorbereiding. We kwamen pas twee dagen voor de start van het toernooi in Brazilië aan, omdat we ervoor nog kwalificatiematchen voor het WK moesten afwerken, eerst tegen Australië en dan tegen Irak in Qatar. Je kunt je inbeelden hoeveel uren we al in vliegtuigen hadden doorgebracht nog voor ons vertrek naar Brazilië. De andere landen konden zich intussen rustig klaarstomen. Een andere verklaring ligt in onze speelwijze. Je kunt niet altijd je eigen spel proberen op te leggen, soms moet je ook geduldig zijn en het goede moment afwachten. Daar zijn we toen niet in geslaagd.”

Sinds de Confederations Cup is er niet veel beterschap.

(lacht) “Niet echt, neen. Verloren in Wit-Rusland en in Servië, dat is niet om over naar huis te schrijven. Maar misschien helpen die klappen ons op de langen duur wel. Na Zuid-Afrika ging het misschien net iets te vlot voor ons. Winst op de Azië Cup, snel geplaatst voor het WK, prestigieuze overwinningen in oefenmatchen, de successen volgden elkaar snel op. Het kan geen kwaad om jezelf af en toe eens in vraag te stellen. Vertrouwen is een goede zaak, maar te veel vertrouwen is ook weer niet goed. Japan is tot iets moois in staat in Brazilië, maar enkel als iedereen de voetjes op de grond houdt.”

Druk op Brazilië

Wat vond je van Brazilië, een jaar voor de Wereldbeker er plaatsvindt?

“Ik had er meer van verwacht. Ik dacht dat het land echt in de lift zat, maar ik kwam toch voor enkele negatieve verrassingen te staan. Zelfs vrij eenvoudige zaken als hotels en internetverbindingen vielen wat tegen. Maar goed, voor Zuid-Afrika voorspelde men ook niet veel goeds en dat land heeft het er uitstekend afgebracht als organisator.”

Wist je van de felle betogingen tegen de Braziliaanse overheid of werd je daarvan afgeschermd?

“We hebben rond de stadions wel het een en ander gezien. De mensen zijn er echt woest om al het geld dat naar de organisatie van het WK en de Olympische Spelen gaat.”

Hoe was de sfeer in de stadions?

“Fenomenaal. Ik denk wel dat Brazilië het toernooi straks maar beter kan winnen. Er rust ongelooflijk veel druk op het elftal. Dat voel je echt door het hele land.”

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Japanners kijken op dezelfde manier tegen het leven aan als Duitsers.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content