Jérôme D’Ambrosio wacht op zijn kans.

Toen Jérôme D’Ambrosio in december zijn contract tekende als invaller bij Lotus, was sprake van negen of zelfs tien optredens in de vrije training op vrijdagochtend tijdens raceweekends. Dan zou hij mogen overnemen van Romain Grosjean of Kimi Räikkönen, zoals bij andere teams niet ongebruikelijk is. Bij Williams bijvoorbeeld was de Fin Valtteri Bottas dit seizoen zo al een paar keer te zien in de auto van Bruno Senna. Ondertussen is het seizoen al zeven races ver en raakte onze landgenoot nog geen enkele keer van de bank.

Het probleem is dat het dit seizoen verrassend goed gaat met Lotus. “Hoe beter het loopt voor het team, hoe kleiner de kans dat Jérôme tijdens de vrijdagtraining kan rijden”, geeft teambaas Eric Boullier toe. Best logisch is dat. Iedere minuut die het team investeert in de derde coureur is er eentje minder voor de twee vaste rijders. En die moeten zich zo goed mogelijk op de race kunnen voorbereiden, want ze worden telkens weer bij de kanshebbers gerekend. En een manche winnen, dat is precies wat Lotus nodig heeft om zich als topteam te profileren, maar hetgeen nog niet lukte sinds de Luxemburgers Gérard Lopez en Eric Lux van investeringsmaatschappij Genii het team van Renault opkochten.

Voor D’Ambrosio blijft het dus afwachten. Sommige waarnemers opperen zelfs al dat we onze landgenoot ten vroegste tijdens de vrijdagtraining in Francorchamps aan het werk zullen zien. Zelf ziet de Belg geen reden tot paniek. “Ik blijf vol vertrouwen voor de toekomst”, weet hij. “Ik leef alsof ik morgen moet rijden.”

Dat het een frustrerende situatie is, ontkent de Belg niet. “Natuurlijk zou ik liever racen, wat dacht je? Ik heb dat nodig, aan het stuur draaien, want ik ben autocoureur. Anderzijds: wat wil je nu dat ik doe? Er het hele weekend zuur bij lopen en aan de klaagmuur staan? Sommige journalisten vragen me wel eens of ik niet jaloers ben op Romain Grosjean, die het tweede zitje in het team kreeg. Natuurlijk niet, en dat meen ik. In Bahrein, waar Grosjean net als Räikkönen kon winnen, stond ik recht in het commentaarhokje ( D’Ambrosio is op zondag consultant voor RTBF, nvdr), zo enthousiast was ik. Afgunst, daar kom je trouwens nergens mee. Het zijn geen negatieve gevoelens die me snel opnieuw achter het stuur zullen krijgen. Dat is verkwiste energie.”

Een seizoen als invaller bij een team uit de subtop: het moest nochtans een springplank zijn naar een vast zitje in 2013. Alleen kreeg D’Ambrosio dus nog niet de kans om zich te tonen . “Of ik de juiste beslissing nam met die invallersrol zal eind dit jaar blijken”, stelt hij. “Dan zullen we immers weten of ik opnieuw ergens voltijds achter het stuur kan. Voorlopig is die mogelijkheid er nog altijd. Mijn beslissing betreuren, doe ik dus niet. En ik blijf er vooral van overtuigd dat ik nog altijd beter af ben hier, als derde man in een topteam, dan als eerste of tweede rijder bij een klein team als Marussia of HRT.”

door jo bossuyt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content