De gsm is ongetwijfeld een van de mooiste uitvindingen van onze moderne tijden. Men kan er alles mee doen tegenwoordig, zelfs foto’s maken en die daarna op het internet zwieren. Vraag het maar aan een aantal spelers van het Nederlands elftal, die zich op het einde van hun Zuid-Amerikatrip even lieten gaan in het gezelschap van enkele plaatselijke schonen in een discotheek van Rio de Janeiro. John Heitinga, een van de zondaars, was verontwaardigd. “Als je nu zelfs niet meer mag dansen, dat is erg, we zijn nu toch met vakantie!”, riep hij uit toen de pers zich op hem had gestort. Na een ernstige studie van de alles onthullende foto’s kon ik geen dansstijl ontdekken … Het kan natuurlijk zijn dat men in Holland een andere perceptie heeft van dansen. Het enige wat ik zag waren wapperende handjes.

Het zal wel een onzachte landing geworden zijn op de luchthaven van Schiphol, waar de zondaars waarschijnlijk werden opgewacht door hun vrouwtjes, met of zonder deegrol in de hand. Feitelijk hebben ze alleen een traditie voortgezet, want Johan Cruijff en co waren in 1974, tijdens het WK in Duitsland, ook verwikkeld in een seksschandaal. Heel Oranje zou in het zwembad gelegen hebben met naakte vrouwen. Wat een gelukzakken, dat zou bij ons Belgen onmogelijk geweest zijn, want in ons hotel was er gewoonlijk geen zwembad. Met veel geluk stond er af en toe een aquarium, om nog maar te zwijgen van naakte vrouwen. Raymond Goethals zou er wel voor gezorgd hebben dat er geen vrouwen rondliepen in onze omgeving!

Tijdens mijn voetbaltijd waren er nog geen gsm’s, gelukkig maar! Men moest al op heterdaad betrapt worden wilde men tegen de lamp lopen. Ik ben daar eenmaal met glans in geslaagd. Ik vertoefde met mijn vrouw aan de kust in Middelkerke. Het seizoen was ten einde, maar we moesten nog een wedstrijdje spelen in Leuven tegen FC Eindhoven, een Nederlandse tweedeklasser. Mijn eega had niet veel goesting in voetbal die dag en besloot aan de kust te blijven, maar ze stond er wel op dat ik voor de match een jeans moest gaan kopen in Vilvoorde. Na veel tegenstribbelen gaf ik dan eindelijk maar toe. Achter de toonbank van de boetiek stond een mooie blondine, een oude jeugdkennis. Na een praatje over koetjes en kalfjes had ik het sublieme idee om haar te vragen of ze niet geïnteresseerd was in een avondje voetbal, want ik had nog een paar invitaties over. Ze ging meteen akkoord. Ik moest wel oppassen dat Constant Vanden Stock niet te weten kwam dat ik een andere vrouw meebracht, want anders zou het mijn beste dag niet worden en kon ik gegarandeerd in mijn portemonnee tasten. Ik stelde dan ook voor dat ze met haar eigen wagen naar de wedstrijd reed en dat we daarna afspraken in de Number One, de dancing van Nico de Bree in Kraainem, om iets te drinken. Dat scheen geen enkel probleem te zijn, zo gezegd zo gedaan. Toen we rond middernacht buitenkwamen en we afscheid namen – want ik moest nog naar Middelkerke – zag ik een gele Mini Cooper op de parking staan, de auto van mijn vrouw. Waarom ze daar ineens stond, ben ik nooit te weten gekomen, laten we het op vrouwelijke intuïtie houden. Voor ik iets kon ondernemen, scheurde ze weg richting kust. Ik had al een ideetje wat mij te wachten stond en was er niet gerust in. Tot mijn grote verbazing zei mijn halve trouwboek niets – maar dan wel gedurende twee weken. Zo heb ik tegen een spiegel leren praten … De jeansbroek die ik had gekocht, heb ik nooit meer teruggevonden – naar Spullenhulp gebracht, denk ik – maar uiteindelijk viel alles nog goed mee.

Voor mijn ex-ploegmaat bij Anderlecht en Toulouse, Attila Ladinszky, liep het niet zo goed af. De Hongaar had een reputatie zowel op als naast het veld. In Toulouse woonde hij samen met zijn vriendin, maar die ging geregeld naar Brussel. Attila deed zijn wederhelft dan braafjes naar Blagnac, de luchthaven van Toulouse. Zo gauw de wielen van het vliegtuig van de grond waren, haastte hij zich naar zijn laatste verovering. Zijn vriendin had waarschijnlijk onraad geroken, want deze keer was ze niet in het toestel gestapt maar op haar stappen teruggekeerd. Ze betrapte Attila, die thuis aan het rollebollen was met een Toulousienne! Ladinsky moet een sterk hart gehad hebben, want men zou voor minder een hartaanval krijgen. In elk geval was het liedje definitief uit.

Hopelijk zal het zo’n vaart niet lopen voor onze Nederlandse vrienden.

“Zo heb ik tegen een spiegel leren praten.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content