Ook na 22 jaar dienst komt er geen sleet op het enthousiasme van Sir Alex Ferguson (67), sinds 1986 manager van de titelverdediger in de Champions League, Manchester United.

Sir Alex Ferguson begint qua jaren dienst bij dezelfde club stilaan een Guy Rouxstatus te krijgen, zeker omdat het leiden van de rijkste club ter wereld nog van een andere orde is dan het coachen van een Franse middenmoter als Auxerre. Waarom begeestert het spelletje hem nog altijd en heeft hij geen angst voor Chelsea?

Aan welke Champions Leaguezege hebt u het meeste plezier beleefd: aan die van vorig seizoen tegen Chelsea of aan die van 1999 toen Manchester in de slotminuten nog het onmogelijke deed en met twee goals alsnog een 1-0-achterstand ophaalde tegen Bayern München?

Alex Ferguson: “Ik maak daar geen onderscheid tussen. Wat mij persoonlijk raakt, is overigens niet belangrijk. Het enige dat echt telt, is dat Manchester United twee keer de belangrijkste trofee in het Europese clubvoetbal won. Ik vind het een hele eer dat ik daar twee keer van nabij bij betrokken was. Door die twee zeges heeft Manchester zich op het Europese toneel op hetzelfde niveau gehesen als Real Madrid of AC Milan, die allebei weliswaar nog vaker die beker wonnen.”

Betekenen die twee successen dat er voor u persoonlijk druk wegvalt, bijvoorbeeld omdat het nu minder belangrijk is nog eens te winnen?

“Neen. Elk seizoen starten we met de ambitie om alles te winnen: de landstitel, de Champions League, de FA Cup en de League Cup. Natuurlijk blijft de Premier League iets waar we dagelijks mee bezig zijn, maar de Champions League is voor Europese topclubs dé graadmeter om uit te maken wie de sterkste is. Rationeel gezien is Europees succes dus de grootste prioriteit, al betekent dat allerminst dat we daardoor minder belang hechten aan de competitie.”

Vorig seizoen kwamen drie van de vier halvefinalisten uit de Premier League. Waarom waren de Engelse clubs zo toonaangevend? Komt dat enkel door het geld of wordt daar het beste voetbal gespeeld?

“De aanhoudende instroom van talentvolle buitenlanders had een grote impact op het Engelse voetbal. Natuurlijk heeft dat te maken met de enorme bedragen die we uit de televisierechten puren. Niet alleen de Britse spelers hebben veel van hun buitenlandse collega’s opgestoken, ook wij als trainers, omdat die spelers vanuit hun eerdere ervaringen voor een andere kijk zorgden op de fysieke voorbereiding en op een andere trainingsmethodiek. Ook in het voetbal is vernieuwing belangrijk.”

U hebt een erelijst waarvoor bijna een Encyclopædia Britannica nodig is om ze in op te slaan. Waar vindt u na al die successen nog de motivatie?

“Ik ben nog altijd bezeten van dezelfde zegehonger. De jonge spelers met wie ik werk, houden mij jong van geest en mijn lichaam gezond. Ik ben daar heel blij om. Maar zoals ik al vaker heb gezegd, ik zie mezelf niet meer als trainer als ik 70 ben. Ik wil na mijn leven in het voetbal nog andere dingen doen.”

Hoe kan het team nog sterker worden?

“Ik verwacht dat een aantal spelers, zoals Rooney, Tévez, Nani en Anderson, zich nog ontwikkelt. De rol van Wayne Rooney zouden we nog wat beter moeten definiëren. Vorig seizoen heeft hij uitgesproken in dienst van de ploeg gespeeld. Vaak als enige diepe spits, die constant achter de lange bal aan ging, maar geregeld ook bereid op andere posities te spelen. Ik vind dat we meer in zijn dienst moeten spelen om hem meer te laten scoren. Ik denk dat hij het best functioneert als hij centraal als diepe spits kan spelen ofwel vlak daarachter. Beide rollen kan hij perfect aan. Misschien heeft hij iemand nodig met meer ervaring naast zich ( kort na dit interview haalde Manchester United Dimitar Berbatov bij Tottenham weg, nvdr).”

De hele zomer was er een welles-nietesspelletje aan de gang rond de vraag of Cristiano Ronaldo naar Real Madrid zou gaan. Nu is hij toch gebleven, misschien wel lichtjes tegen zijn zin. Hoe gaat u met hem om?

“Zoals altijd. Cristiano Ronaldo houdt enorm veel van het spelletje. Altijd is hij de laatste die het veld verlaat. Elke jonge, succesvolle speler staat in een wereldsport als het voetbal in het brandpunt van de belangstelling. Het belangrijkste is de manier waarop die jongens met die aandacht omgaan. Voor het team is het vooral belangrijk dat spelers dat op zo’n manier doen dat hun zelfbewustzijn toeneemt, en dat ze dat kunnen vertalen in nog betere prestaties op het veld. Bij onze Portugese nummer zeven is dat zeker het geval. Op zijn 23ste heeft hij nu een voldoende volwassen persoonlijkheid om zijn rol als wereldvedette perfect aan te kunnen.”

Ziet u gelijkenissen met de mediahype rond David Beckham, die lange tijd meer als popster dan als voetballer in het nieuws kwam?

“Ik wil hier niet op de verschillen tussen Cristiano Ronaldo en David Beckham ingaan. Maar die zijn volgens mij duidelijk.”

Drie dokters

Wat denkt u van de uitspraak van FIFA-baas Sepp Blatter dat Manchester United Ronaldo behandelde als een slaaf?

“Ik vind dat een heel ongelukkige uitspraak voor iemand in zijn positie. De slavernij is al enkele eeuwen afgeschaft en is helemaal niet van toepassing op voetballers die zes à zeven miljoen euro per jaar verdienen.”

U werkte jarenlang met Carlos Queiroz als assistent. Die is nu vertrokken om bondscoach van Portugal te worden. Zult u hem missen?

“Aangezien ik ook bij elke training zelf nog op het veld sta, zal er eigenlijk niet zoveel veranderen. Natuurlijk betekent zijn vertrek voor ons een verlies, omdat hij een zeer goede organisator was en zijn werk heel toegewijd deed. En hij heeft voor ons ook alle veranderingen in de sportwetenschap opgevolgd en die vertaald in de clubinfrastructuur. Het is dankzij hem dat er nu drie dokters voor het team werken en niet langer één.”

Zal Chelsea dit seizoen nog een grotere concurrent zijn omdat het Luiz Felipe Scolari aanstelde als coach?

“Ik bemoei me niet met wat Chelsea doet, al moet ik zeggen dat ik vind dat AvramGrant daar heel degelijk werk leverde. Ook José Mourinho deed het erg goed want Chelsea pakte met hem twee titels en versloeg ons in de Cup Final. Volgens mij is er niemand die beter kan doen dan de Portugees. Chelsea beschikt over een bijzonder ervaren team, maar juist daardoor is het erg moeilijk om nog vooruitgang te boeken.”

door keir radnedge

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content