Racing Genk, Anderlecht, Club Brugge en Standard trokken de voorbije week alle vier de provincie in. De een al met vollediger potentieel dan de ander, maar allemaal met één doel : er staan als de competitie begint.

In Heppen, Leopoldsburg, is Racing Genk vorige vrijdag aan zijn tweede wedstrijd van de voorbereiding toe. Met een halve kern, wat zeggen we, met minder dan een halve kern is het dat Sef Vergoossen er komt spelen. Nog geen (belofte-)internationals – langer op vakantie gestuurd – in de kern, geen Daerden, die revalideert van een operatie aan de meniscus, geen Sonck of Skoko ook, want respectievelijk naar Ajax en Gençlerbirligi. Vijf beloften heeft Vergoossen dan maar opgeroepen om voldoende spelers in het veld te kunnen brengen.

“Je hebt het natuurlijk ook voor een deel zelf zo gekozen door de spelers met interlandverplichtingen later uit vakantie terug te laten komen”, zegt Vergoossen, die de zaken van de positieve kant blijft bekijken. “Het voordeel is namelijk dat je nu een aantal jonge jongens op niveau aan het werk ziet. Al geeft het wel geen eerlijk beeld omdat ze nog te weinig hebben kunnen trainen.” Klagen doet hij niet, maar liever had hij de voorbereiding wel anders gezien. Want de stage zit achteraan in de voorbereiding en Vergoossen, zo leert het verleden, plant zijn stages graag vroeg. “Omdat je toch een aantal zaken kwijt wil aan de groep en dat gaat nu eenmaal makkelijker als je vierentwintig uur bij elkaar bent. Bovendien kan je dan in het begin aardig wat duurtrainingen doen, terwijl je nu tijdens de stage met interval bezig moet zijn.” Maar dan zal hij op een paar Afrikaanse spelers na die één dag later komen, wel over zijn gehele selectie kunnen beschikken en worden de tegenstanders in de oefenwedstrijden met Heerenveen en Utrecht ook meteen van een ander niveau.

Nieuw, maar nog niet present, is GBA’s centrale verdediger Aaron Mokoena, die Genk in de deal met Wesley Sonck overnam. Hem heeft Vergoossen vaak zien spelen, zoals toen GBA voor de beker op Sint-Truiden voetbalde en hij er bewust is gaan op letten hoe de Zuid-Afrikaan zich tussen de lijnen gedroeg. “Je zit er daar dicht op, dus ik kon ook hóren wat er gezegd werd. Nou, hij gaf goeie leiding en het is ook een speler die als het niet goedschiks opgelost kan worden in een wedstrijd het dan maar kwaadschiks oplost. Kortom, ik heb hem als een bepaalde leider gezien én gehoord. Bovendien spreekt hij ook behoorlijk Nederlands.”

Beweren dat Genk er op de positie van Wesley Sonck met Paul Kpaka een ander type, zeg maar een counterspeler, bij heeft, die conclusie laat Vergoossen liever aan anderen. Kpaka is best wel anders, maar, vindt Vergoossen, is eigenlijk óók een vrij complete spits in wording. Hij merkte het toen hij op Antwerp de looplijnen van de man uit Sierra Leone in het vizier hield. “Ik heb er specifiek op gelet en dan zie je dat hij ook goed ín de bal voetbalt, hoewel hij eigenlijk te boek staat als een counterspits. Maar hij kan ook in de voeten spelen, is balvast, in de diepte bereikbaar, goed in de lucht en scoort vlot. Dus dan zeg ik : Wesley is een complete voetballer, maar Kpaka gaat ook die richting uit.”

De jonge Kalkan en de inmiddels gerijpte Kevin Vandenbergh houdt Vergoossen nog achter de hand, maar “kijk, als je op niveau wil voetballen, mag je niet gokken op twee spitsen voor twee plaatsen.” Dus kwam Kpaka voor Sonck en was Cédric Roussel een van de opties ingeval ook Dagano zou vertrekken. De piste Robert Vittek scheen nog weinig kans te maken. Een transfer van een spits met zijn kwaliteiten, die daar nog speelt omdat zelfs de Engelse subtop een transfer niet rond krijgt, neen, daar, zegt zijn gevoel, hoeft Genk niet al te zeer op te rekenen.

De 5 miljoen euro die Genk voor Wesley Sonck beurde en waarin de aanschaf van diens vervanger, Paul Kpaka, én Aaron Mokoena is verrekend, zal niet volledig in het sportieve kunnen worden geïnvesteerd. Want het seizoen moet nog beginnen, maar in Genk hebben ze nu al meer nederlagen geleden dan hen lief is, leert het financiële plaatje. Een dik vel, zegt Jos Vaessen, heeft hij aan twee jaar voorzitterschap overgehouden, maar door het lek over Genks financiële besognes vorige week in dit blad moet hij zich toch lelijk in de kuif gepikt voelen. Eerst als haantje de voorste kraaien dat Genk een constante bedreiging voor Anderlecht en Club Brugge moet vormen en vervolgens een slecht rapport onder de neus geduwd krijgen. Dat uit de verkoop van abonnementen om de lonen te betalen blijkt dat de supporters een rad voor de ogen werd gedraaid én de gedachte te moeten leven met insiders die vertrouwelijke informatie lekken, zijn als een schokgolf door de rangen gegaan.

Als de scheidsrechter heeft afgefloten rent de Heppener-jeugd op handtekeningenjacht. Allemaal zijn ze gekomen voor… Ja, voor wie eigenlijk ? Er is geen Sonck meer, geen Skoko, Beslija is er nog niet, Vandenbergh, Dagano, Zokora evenmin. Bernd Thijs is er wel en blijkt populair, maar Bernd zwijgt. Liever dan het vacuüm dat de vertrekkers lieten te baat te nemen om zich te profileren, blijft hij zichzelf en zijn kwaliteiten trouw. En die liggen nu eenmaal niet buiten het veld, maar erop. Zijn samenspelen met Josip Skoko liep perfect. Zal dat ook zo zijn met diens vervanger ? Seyfo of Wamfor : allebei zijn het verdedigender ingestelde spelers. En in de plaats van Skoko kwam met Mokoena een verdediger, zodat Genk er zich nog over beraadde of het bovenop een vervanger voor elke vertrekker nog een middenvelder of een verdediger zou aantrekken.

Een en ander maakt dat het Genkse plaatje er sportief nog niet zo somber uit hoeft te zien : met Mokoena, die een degelijke verdediger heet te zijn, Kpaka, tot zijn blessure met 43 doelpunten in twee jaar een van de betere aanvallers in België, een vervanger voor Dagano én een extra verdediger of middenvelder erbij kan best nog een behoorlijk elftal worden gemaakt. Alleen is na de turbulente weken die het doormaakte de vraag hoeveel goodwill KRC straks, op momenten dat de ploeg het nodig heeft, nog losweekt bij zijn publiek ?

Omringd door vraagtekens sleept Genk zich zo naar de competitiestart, terwijl Jos Vaessen en de zijnen, gezeten op plastic stoeltjes, na afloop samenkruipen in de tent. Want het is kil en de wind waait veel te hard.

Openingswedstrijden, je moet ze met zorg kiezen. Dus speelt Anderlecht de zijne diezelfde avond traditiegetrouw in Knokke. Knokke Le Zoute bien sûr. Daar, in de mondaine badstad, waar een in de hoeken afgebladderde villa niet getuigt van luiheid, maar een zelfverzekerde chic négligé uitstraalt, brengt HugoBroos zijn ploeg een eerste keer tussen de lijnen. Niet zomaar een ploeg bovendien, want van Broos is in de wandelgangen bekend dat de opstelling die hij in de eerste oefenwedstrijd hanteert, zijn basisploeg voor de rest van het seizoen verraadt. Al is zijn selectie deze keer een slechte toetssteen, want de groep is helemaal niet au grand complet, zonder onder andere Baseggio, Aruna en Jestrovic. Misschien daarom ook dat hij van de 4-4-2 waarnaar hij vorig seizoen zo lang zocht afwijkt en Vanderhaeghe als schokdemper posteert in een 4-1-3-2.

Wel pakt Broos uit met twee nieuwkomers in het elftal : Pär Zetterberg, bijna 33 inmiddels, maar scherp in het vel, gelooid door de jaren en de Griekse zon van Olympiakos Piraeus, en rechtermiddenvelder Christian Wilhelmsson, 24 en overgenomen van Staebaek.

Zetterberg zelf, die dezer dagen wel het epicentrum van Anderlecht lijkt, is inmiddels een Grieks avontuur rijker en een gelouterd man. “Mijn eerste achttien maanden ginder”, zegt Zetterberg, “waren nochtans echt verschrikkelijk. Tot dan toe had ik in mijn carrière namelijk maar in één bepaalde rol gefunctioneerd : als ondersteuner van de voorlinie. Eigenlijk ben ik hier in België zowel bij Anderlecht als bij Charleroi een soort van derde aanvaller geweest. Dus ik dacht : dat zal ik dan bij Pireaus ook wel mogen zijn.” Dat was dan buiten trainer Yannis Mazourakis gerekend, die Geovanni zijn aanvallende rol liet behouden en Zetterberg samen met Zé Elias achter de enige spits posteerde. “Maar Zé Elias was natuurlijk zo gewoon van in de spits te spelen, dat hij voortdurend naar voren trok, waardoor ik heel dikwijls gewoon verdedigende middenvelder werd en meestal dichter bij onze eigen verdedigers stond, dan bij de aanvallers.”

Het is, verklaart Zetterberg, de reden waarom hij zich pas na anderhalf seizoen een titularis van de ploeg kon noemen. Maar gesterkt door die ervaringen is de Zweedse middenvelder niet minder ambitieus geworden, gebrand als hij is om het vertrouwen niet te beschamen van Roger Vanden Stock, de voorzitter die geregeld golft of op een zomerse dag graag even mag verwijlen in het Knokke waar Anderlecht vanavond voetbalt. Als een verloren zoon heeft de familie hem weer in de armen gesloten. Een verloren zoon, een oogappel van Roger Vanden Stock, maar daarom niet van Hugo Broos. Zetterberg wéét dat hij maar beter sterk voor de dag kan komen. “De analyse die ik voor mezelf gemaakt heb, is dat ik hier vele jaren een geprivilegieerde rol heb gekregen. Want hoeveel spelers zijn er die, zoals ik, voor negentig procent offensief mochten denken en slechts voor tien procent defensief ? Eerlijk, ik zie er niet veel. Zelfs een Zidane, toch de spelmaker bij uitstek, heeft altijd meer werk verricht dan ik op die positie. Ik was op het moment dat ik Anderlecht verliet echt un footballeur uniforme. Nu ben ik rijper geworden en daar kan Anderlecht, durf ik zeggen, alleen maar wel bij varen.”

Maar gewonnen spel heeft hij met certitudes als Baseggio en Vanderhaeghe centraal op het middenveld niet. “Maar ik heb nu wel meer troeven dan vroeger en dat is nodig, want, eerlijk, de Zetterberg van voorheen, zou nu zijn plaats niet meer hebben in Anderlecht. Iedereen moet meewerken nu.” Aldus Zetterberg, van wie komend seizoen met argusogen zal worden gevolgd of hij verwordt tot een afgebladderde vedette dan wel Anderlecht voorziet van dat superieure vleugje chic négligé.

Gistels bekendste inwoner, Johan Museeuw, is voor één keer niet in de Ronde van Frankrijk aan de slag als Club Brugge er zaterdag neerstrijkt. Vedetten, weten ze in Gistel uit ervaring, doen de zaak draaien. Club stelt er in zijn eerste oefenpartijtje van de voorbereiding dan ook zijn drie aanwinsten te kunst en te keur.

Tomislav Butina, 29, en doelman geweest van Dinamo Zagreb. Groot, slank en toch nog snel en veerkrachtig. Technisch bovendien en sterk op de lijn of man tegen man. Kortom, betrouwbaar en efficiënt. David Rozenahl, 22, en voorheen uitkomend voor het Sigma Olomouc van Marek Spilar, die met een infectie aan de enkel ingevolge een inspuiting in diens vaderland, nog weken buiten strijd is. Rozenahl heet een stijlrijke, kopbalsterke voetballer te zijn die leiding kan geven en positioneel sterk verdedigt.

Ivan Gvozdenovic, 24, en al aanvoerder geweest van Rode Ster Belgrado, waar hij de aanvoerdersband droeg. Gezien de 3-5-2 waarin Rode Ster speelt bovendien een man die het gewoon is veel ruimte te moeten bestrijken. Op links, maar ook op rechts. Een echte, snelle flankspeler, met ook verdedigende kwaliteiten, want hard in duel, makkelijk in de combinatie én met een behoorlijke voorzet erbovenop. Vooral de diepte die hij in zijn spel had, beklijfde de scouts. Een speler, kortom, die in de 4-3-3 van Club Brugge een hele goeie, moderne back kan zijn, waardoor Club er op links een concurrent voor Van der Heyden bij heeft.

Trond Sollied gooit er Butina een helft in, Gvozdenovic een minuut of vijfenzeventig en Rozenahl een hele wedstrijd. Scouts prezen ze zowat de hemel in, Brugges aanwinsten. Zag Chris Van Puyvelde dat zaterdag tegen Gistel allemaal bevestigd ? “Wel, je ziet dat ze talent hebben en dat hun basiskwaliteiten er uitkomen, maar het is ook niet de bedoeling om ze in zo’n eerste wedstrijd onmiddellijk te beoordelen en de keeper bijvoorbeeld, kreeg al bijna geen werk. Op oefenkamp, daar begint het serieuze werk pas, nu is dat nog meer spielerei, zonder veel tactische richtlijnen, maar wel een serieuze manier om de conditie op te bouwen.”

Ziet Trond Sollied Club Brugge met de mogelijke inbreng van de drie nieuwkomers Brugge anders voor de dag komen ? Sollied : “Wat we kennen, zijn hun individuele kwaliteiten, maar nu, zo vroeg op het seizoen, beoordelen we nog geen spelers. Ik zie dit meer als een conditionele voorbereiding. Hoe ons dat gaat vooruithelpen is iets voor later.”

Op oefenkamp in het Franse Munster, misschien, waar Brugge drie wedstrijden en een goed hotel in een bosrijke omgeving kreeg aangeboden en Club voor het eerst serieus spart tegen Freiburg. Dan zal Philippe Clement, die door de zware infectie van Marek Spilar tot zijn grote teleurstelling moet afzien van een transfer naar München 1860, nadat eerder ook Standard uit beeld verdween, er ook bij zijn. Clement : “Ik was rond met München voor drie jaar, terwijl ik bij Club maar één jaar meer onder contract lig, maar ik zet nu mijn zinnen volledig op Club. Er is alleen afgesproken dat we over een aantal maanden de situatie nog altijd kunnen evalueren. Meer zeg ik ondertussen liever niet.” Terwijl ook Marc Degryse er als technisch directeur ondertussen voorlopig diplomatisch het zwijgen toe doet. Het kan niet altijd feest zijn. Behalve voor Gistel dan, dat Brugge weer eens voldaan uitwuift.

Tubeke. Tubize. Standard geeft diezelfde avond zelfs twee ploegen partij. Populair als de Waalse club ook in Vlaanderen is, is een oefenwedstrijdje op de taalgrens altijd meegenomen. Zeker in de schaduw van de Forges de Clabecq, waar Standard de vertrouwde industriële biotoop van zijn thuishaven terugvindt.

De ploeg van Dominique D’Onofrio heeft er, zoals wel meer gebruikelijk is in een voorbereiding op de competitie, al een doorgedreven ochtendtraining op zitten voor ze Tubize/Tubeke partij geeft. “Want die charge de travail, dat is wat je zoekt in zo’n oefenperiode”, zegt D’Onofrio, die zijn kern al versterkt weet met Kaklamanos, Bangoura, Kimoto en Habran. Die laatste is overigens de enige die zeker is van een basisplaats in de eerste wedstrijd van de competitie. Door de schorsing van Carini en de jeugdige leeftijd (18) van Werner rest de trainer immers geen andere keus dan de nu al immens populaire Habran, van Mechelen teruggekeerd, in het doel te zetten. “Maar daarna zullen we zien”, zegt D’Onofrio.

Helemaal op sterkte is Standard evenwel nog niet : van de bij FC Porto geleende Frederik Soderstrom kon Standard het salaris niet betalen dat Braga bereid was volgend seizoen voor hem neer te tellen. Er zat de Rouches dan ook niets anders op dan hem terug te laten keren en op zoek te gaan naar een nieuwe verdedigende middenvelder. Ook een linkermiddenvelder belieft D’Onofrio door de nog steeds van een kruisbandoperatie revaliderende Mutavdzic aan zijn selectie toe te voegen. Misschien zelfs, hoopt de trainer heimelijk, rolt er ergens nog een extra verdediger uit de kast. “Je weet in het voetbal van tegenwoordig dat je op de eerste speeldag nooit je hele groep al bij elkaar hebt, maar in een ploeg die zo offensief speelt als de onze, met opkomende flanken, heb je ook evenwicht nodig, dus we zoeken nog naar spelers voor die posities.”

Met een tweedeklasser als Tubeke/ Tubize staat Standard als enige tegenover een ploeg qui tient un peu la route, die gewicht in de schaal werpt, aldus de speaker. Alleen staat het gras te lang en hobbelt de bal over bultjes in het veld. Vlot combineren verloopt stroef. “En toch was dit een goeie wedstrijd,” zegt Dominique D’Onofrio achteraf, “want wat zie je ? Dat Kaklamanos wéégt op een verdediging, wat één van mijn grote voldoeningen is. Elke bal die ik hem zag spelen, was efficiënt. Of hij gaat richting doel, of hij past zuiver. Want hij is natuurlijk ook, zoals men zegt, een remisseur, een kaatser.”

Een remisseur, een kaatser, die het uitstekend moet kunnen vinden met Bangoura, die andere nieuwe spits van de Rouches, zegt D’Onofrio. “Bangoura zal zich moeten aanpassen aan het systeem, want in Lokeren had hij niet iemand als Kaklamanos naast zich natuurlijk. Maar ik vind : Kaklamanos en Bangoura zijn spelers die elkaar heel goed kunnen aanvullen. De een heeft de punch, de ander kan de bal bijhouden én ze zijn allebei goed met het hoofd. Alors ça…

Hij vindt het, zegt hij, goed dat er voorin een gezonde concurrentie bij is gekomen, want dat was er naar zijn smaak vorig jaar niet genoeg. Dan mag Ole-Martin Aarst nog terugkeren naar Tromsö. Uit Twente keerde op zijn beurt namelijk ook Jurgen Cavens terug naar Sclessin. “En Cavens zal met die concurrentie moeten kunnen omgaan, maar hij kende het huis natuurlijk al van vroeger, dus zijn integratie zal alvast geen problemen opleveren.”

Alleen voor de bij Lokeren gehaalde Papy Kimoto lijkt de aanpassingsperiode nog niet voorbij. Hoewel ook bruikbaar als aanvaller zal Standard hem in de eerste plaats als rechtsmidden uitspelen. “Maar ik zie hem voorlopig nog te vaak uit positie lopen. Ons systeem is er een met drie middenvelders, waarin hij een rol op rechts vervult, maar hij speelt nog te vaak naar buiten en naar voren, waardoor hij de weg dreigt af te sluiten voor onze oprukkende rechtsachter. Want die oprukkende mensen waren vorig seizoen belangrijk in ons systeem en ze zullen dat ook straks zijn. Penetratie van de middenvelders en de vleugelspelers is belangrijk bij ons. Vandaar ook dat ik zo snel mogelijk iedereen in de groep wil integreren.”

Verving hij vorig seizoen nog Robert Waseige, nu draagt hij, Dominique D’Onofrio, van bij het begin het trainingsjack met T1 erop. En daar heeft hij, druk lachend en gesticulerend – we hebben drie keer een hand gekregen – duidelijk schik in. Knipoogje hier, schouderklopje daar – ” Allez, au revoir en weg rijdt de bus. Net als het hotel ook vol sterren. Plein d’étoiles.

door Raoul De Groote, Bruno Govers en Christian Vandenabeele

‘De Zetterberg van voorheen, zou nu zijn plaats niet meer hebben in Anderlecht.’ (Pär Zetterberg)

‘Sonck is een complete voetballer, maar Kpaka gaat ook die richting uit.’ (Sef Vergoossen)

‘Zo vroeg op het seizoen beoordelen we nog geen spelers.’ (Trond Sollied)’Bangoura zal zich moeten aanpassen aan het systeem. In Lokeren had hij niet iemand als Kaklamanos naast zich. ‘ (Dominique D’Onofrio)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content