Is politiek bedrijven moeilijker dan inhoud geven aan een topfunctie in het voetbal ? Alain Courtois blikt terug op één jaar parlementswerk.

Er werd her en der wat gelachen, toen ze in 2003 verkozen werden voor het parlement. MarcWilmots voor de senaat, Alain Courtois voor de kamer. Beiden wilden ze zich met de sport gaan bezighouden. Maar, klonk het schamper, is dat geen gemeenschapsmaterie ? Courtois zucht : “Ik weet het, ik ken die kritiek. Eigenlijk is ze niet terecht.”

Want, zegt hij, fiscaliteit, arbeid, werkgelegenheid zijn allemaal federale bevoegdheden die ook in het sportbeleid meespelen. “Neem nu de fiscaliteit : wij hebben een wetsvoorstel neergelegd in verband met het belasten van vrijwilligers. Momenteel hebben zij recht op 1000 euro per jaar vrijgesteld van belastingen. Wij hebben gevraagd om dat te verdubbelen, omdat we tegen het zwart geld willen strijden. Dat kan je helpen oplossen door de vrijwilligers beter te vergoeden.”

Het tweede voorstel betreft een cheque sport en cultuur. “Alle grote partijen zijn het eens over de invoering ervan. Ik vond een interpellatie terug uit 1989 van een jonge liberale politicus. Guy Verhofstadt vroeg de regering toen waarom er geen initiatief inzake sport en cultuur kwam. Onder de vorm van een cheque of zo. Ik heb dat neergelegd. Mijn derde voorstel ligt er ook : de fiscale aftrekbaarheid van het lidgeld van een sportclub. U ziet, ik kan wel degelijk goed werk verrichten.”

Toen hij nog secretaris-generaal van de KBVB was, pleitte Courtois voor één ministerie van Sport. Na een jaar politiek leven weet hij dat zoiets onmogelijk is. “Momenteel zijn er zes ministers van sport : één in Vlaanderen, twee in Wallonië, één in Brussel, één in de Duitstalige Gemeenschap en ik heb er nog een zesde gevonden van wie niemand nog het bestaan wist. Er is immers een ministerie, zonder budget, van tweetalige instellingen, en daaronder ressorteren de unitaire bonden. De tijd om daar één ministerie van te maken, is helaas voorbij : ik zie regeringen geen bevoegdheden meer afgeven. Het zou voor de profsport verstandiger zijn en ik heb er ook voor gevochten, maar ik heb nu begrepen dat het een verloren strijd is.”

Courtois gooit het nu over de boeg van het overleg. “Ik heb van de premier het akkoord gekregen dat er voor het eerst een vergadering komt met alle ministers die sport onder hun bevoegdheden hebben. Die van de gemeenschappen, maar ook die van financiën, economie, werkgelegenheid en zelfs buitenlandse zaken.”

Heeft hij de indruk dat op sportvlak competente mensen het ministerschap in de schoot krijgen geworpen ? Courtois antwoordt voorzichtig. “We hanteren een concept dan verschilt van dat in andere landen. Daar krijgen mensen uit de sportwereld die bevoegdheden. Ik heb altijd gezegd dat Eddy Merckx de Belgische minister van Sport moest zijn. Ik choqueer misschien een beetje, maar de schepen van Sport op gemeentelijk vlak komt vaak als laatste in de rij. ‘Wie heeft er wat gevoetbald ? Gij ? Oké, Jef gij krijgt sport.’ Ik vraag me af of dat ook niet zo is op regeringsvlak. Politici beseffen pas dat er wordt gesport op het moment dat Clijsters en Henin de finale spelen.

“Maar beseffen die mensen wel hoe belangrijk sport is ? Op sociaal niveau, in het onderwijs, in de gezondheidszorg ? Net als Marc blijf ik met die vraag zitten. We moeten streven naar meer dan vijftig minuten per week sport in het onderwijs. En dan géén turnen op bank of klimrek, want welke jongere wil dat nog ? Jongeren willen sporten. Er is op dit moment geen definitie van sport op school. Het is toch dom om te zeggen dat je een groot evenement wil organiseren ( een verwijzing naar de plannen om de Olympische Spelen in 2016 naar Brussel te halen, nvdr), als je tegelijk geen aandacht hebt voor de jongeren die vandaag tussen zes en tien zijn en aan dat evenement zullen moeten deelnemen ? Mijn conclusie na één jaar parlementair werk is dat het niet evident is een lans te breken voor sport. Je hebt mensen als Jean-Marie Dedecker die weten waarover het gaat, maar we blijven eenzaten.”

RobertVan de Walle waarschuwde al dat we over vier jaar amper atleten zullen kunnen afvaardigen naar de Olympische Spelen. Courtois : ” Jacques Rogge deed twee weken geleden een crisisoproep. Voor sommigen was dat nieuw, maar wie bij de sport betrokken is, roept het al jaren. Toch hoorde ik een onderhandelaar voor de volgende regeringen zeggen dat het tijd was voor een echte sociale, economische en culturele politiek. Sport wordt nooit vermeld, op geen enkel beleidsniveau. Dat stoort mij geweldig. Ik probeer, ga tot het uiterste, maar als ik zie dat het niet lukt, moet ik iets anders zoeken.”

Marc Wilmots vond die uitdaging bij Sint-Truiden en ook Courtois plooide al terug op een wereld die hij goed kent. Zijn bedrijfje zoekt sponsorgelden voor club, federatie of individuele sporter. Zijn dat de eerste signalen ? “Een politieke carrière kan kort zijn. Als morgen de regering valt, zit ik zonder werk. Vandaar dat vangnet. Niet alleen voor het voetbal, want ik wil ook mensen in andere sporten helpen. Ik doe het ook niet omdat de politiek me teleurstelt, maar omdat ik in contact kom met veel mensen en we allemaal dezelfde conclusie maken : dat de overheid niks doet voor de amateursporter. Daarom moet de privé-sector zijn verantwoordelijkheid opnemen. Om daarbij te helpen heb ik mijn bedrijf opgericht. Overal is er een gebrek aan geld. Jean-Michel Saive is een sporter met een erelijst van hier tot ginder, maar hij heeft geen frank. We moesten vijfduizend euro vinden om hem verder te laten functioneren. Ik vind dat niet normaal. Saive zal in dezelfde situatie verzeilen als Frederik Deburghgraeve. Is het normaal dat hij schoenen moet verkopen, ook al zijn het heel goede ? Hij zou mensen moeten opleiden, trainers, jongeren, voordrachten geven op scholen.

“Catalonië heeft 4,5 miljoen inwoners en de regering geeft miljarden aan sportclubs, op voorwaarde dat ze beantwoorden aan een aantal criteria. Dat vind ik een logische politiek : ik ben niet tegen subsidies, op voorwaarde dat je verplichtingen oplegt. Hier heb je vogelpikpolitiek, zonder visie. Dus is het aan ons om zowel voor professionele clubs als voor amateurclubs geld te vinden.”

Vorig jaar werd Courtois genoemd als kandidaat-voorzitter van de Profliga. “Op een dag kreeg ik telefoon van mensen die me vroegen of ik kandidaat was ? Ik heb ja gezegd, als ik daarmee de ruzie tussen de dertien en de vijf kon beëindigen. Want de Profliga verliest daar geld door. Maar op dat moment was er de kandidatuur van Michel Verschueren en de grote clubs hadden beloofd hem te steunen. Een tweede argument was dat men mij wel een goede kandidaat vond, maar dat ik ook een politicus was. In hun ogen is dat onverzoenbaar. Volgens mij niet. De zaak is nu van de baan.”

Is hij ook kandidaat om bondsvoorzitter te worden als Jan Peeters ermee ophoudt ? “Laat ons eerst afwachten of Jan Peeters daadwerkelijk stopt. Die beslissing ligt bij hem. Als iemand dan denkt dat ik een rol kan spelen, wil ik die graag spelen. Maar dan is het uitgesloten dat ik politicus blijf.”

Als Roger Vanden Stock Peeters opvolgt, blijven we wel rondjes draaien in het voetbalmilieu. Zou een man van buiten de KBVB geen nieuwe impulsen kunnen geven ? “De voorzitter kiezen in eigen kring is een beetje de traditie van de voetbalbond. En dan is Roger Vanden Stock een van de mensen die een goed kandidaat zou zijn om Jan Peeters op te volgen. Hij weet als voorzitter van een van de grootste clubs van België wat management is en heeft daarnaast internationale ervaring.”

Heeft hij het gevoel dat de voetbalbond goed wordt geleid ? “Ik kan daar moeilijk wat over zeggen, dat zou snel lijken op schoonmoederbemoeienis. De bond heeft momenteel het probleem van alle bonden in Europa : vroeger werd een beslissing zelden gecontesteerd, nu is het de mode. Dat moet stoppen. Ik vind wel dat je mee moet met de tijd. Ik weet niet of alle leden van het Uitvoerend Comité al een pc hebben thuis, maar in mijn tijd werd daar fel over gediscussieerd. Een raad van bestuur, zoals ik dat comité zie, zou ook een echte vergadering moeten zijn dat over belangrijke beleidspunten gaat, en niet over of deze of gene speler wel geldig naar deze of gene club werd getransfereerd. Men spreekt nu over de politieke scheiding van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Wel, dan moet het Uitvoerend Comité over de gevolgen daarvan filosoferen. Voor de tweede keer op rij was er geen Belgische scheidsrechter op een EK. Waarom is dat zo ? Toeval, of het gevolg van een fout ? Wat is onze positie op internationaal niveau en waarvoor willen wij lobbyen ? Wij kunnen op dit moment geen Europese finale meer organiseren. Waarom en wat doen we ermee ?”

In de sport, besluit hij, heeft hij minder problemen dan in de politiek. “In de sport zijn mensen geen concurrenten, in de politiek wel. In een vergadering verdedigt iedereen het belang van zijn groep, in de politiek verdedig je jezelf. Je moet jezelf steeds verkopen. Dat heeft me verrast. Ik blijf fanatiek, werk elke dag, maar ik merk dat het moeilijk is. Af en toe snap ik niet waarom mensen tégen kunnen zijn. Maar pas als ik voel dat ik écht in de leegte roep, hou ik ermee op.”

door Peter T’Kint

‘Politici beseffen pas dat er wordt gesport op het moment dat Clijsters en Henin de finale spelen.’

‘Jean-Michel Saive is een sporter met een erelijst van hier tot ginder, maar hij heeft geen frank.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content