Jacky Mathijssen werkt in Lokeren op twee fronten. Hij probeert de club onderin weg te krijgen en voor zichzelf te ontdekken of hij nog zin heeft om trainer te zijn. ‘En dat gaat verder dan de vreugde bij winst of de ontgoocheling bij verlies. Ik ben er nog niet uit.’

Een jaar geleden trok Club Brugge als competitieleider naar Daknam. Het ging er tegen de mannen van Georges Leekens onderuit met 2-0, pas de tweede nederlaag van het seizoen. De proloog van een donkere decembermaand, waarin de relatie met Jacky Mathijssen voor sommige mensen van blauw-zwart naar onhoudbaar evolueerde. Een jaar later trekt Club Brugge opnieuw naar Daknam, waar dit keer de trainer van toen in de dug-out van de thuisploeg zit. Daar probeert Mathijs, zoals voorzitter Roger Lambrecht zijn sportieve baas noemt, Lokeren zo snel als mogelijk uit de bedreigde zone te halen. Geen makkelijke taak, bleek al. “De realiteit is wat ze is en die zegt mij dat we de mouwen moeten opstropen en hard werken om zeker in de eerste periode elk gewonnen punt te koesteren.”

Als de oplossing op de langere termijn ligt, verwijs je dan naar de transferperiode?

Jacky Mathijssen: “Niet noodzakelijk. De voorbije weken waren een aantal waardevolle jongens onbeschikbaar. Ik denk daarbij aan Copa, Tiko, Carevic, De Pauw, El Mouataz. Daarom hoeven ze niet alle vijf tegelijk op het veld te staan, maar dat zijn toch bijna allemaal titularissen.”

Lokeren scoort moeilijk: tot voor vorig weekend maar 1 goal in 6 matchen. Ligt dat aan de spitsen of de aanvoer?

“Een combinatie van beide. Als ik de kansen op een rij zet, hebben we er toch een aantal gehad. Dan kom je bij de spitsen terecht. Maar als het de bedoeling is dat je in elke wedstrijd een aantal kansen meer hebt, dan ligt het aan wat anders. Je kan een spits niet verwijten dat hij een kans mist, als dat zijn enige in de wedstrijd is. Maar de fond van het team is toch wel erg door blessures aangetast. Het is zoeken, keuzes maken en kansen blijven geven aan iedereen.

“Als ik iets mag opmerken aan Lokeren, iets waarvan ik meer had verwacht, dan is het de beleving, de animatie. Ik denk dat hier vooral op talent mensen zijn binnengehaald en men onderweg is vergeten dat beleving, coaching en mensen meetrekken, ook belangrijk is.”

Trof je hier dan een dooie boel aan?

“Ik zeg niet ja, want dan schrijven jullie dat ik heb gezegd dat het hier een dooie boel was. Ik heb gezegd wat ik heb gezegd.”

Dat gebrek aan beleving hoor je wel vaker. Is dat typisch voor het moderne voetbal?

“Ja.”

Waaraan ligt dat dan?

“Misschien is het mijn aard, maar ik ben daar enorm gevoelig voor. Op dat vlak blijf ik regelmatig op mijn honger zitten. Als trainer ben je daar mee verantwoordelijk voor: je moet aanjagen, mensen prikkelen of zalven, de juiste woorden gebruiken,… Maar het kan niet alleen van de trainer komen. Ik ga soms te rade bij mensen die hier al langer zijn, en die zeggen me dan: ‘Die is zo, dat is nooit anders geweest. ‘ Als het karakter er niet in zit, kan je het misschien in eerste instantie wel gedaan krijgen, maar dan is het meestal van korte duur en is één klein akkefietje of een kort antwoord op training genoeg om ze terug in hun schelp te doen kruipen.”

Eng gesteld was Lokeren in een recent verleden een ploeg die heel compact speelde, een lange bal naar Maâzou verstuurde en die deed er wel wat mee. Stel dat hij in januari voor zes maanden kan terugkeren. Is dat een oplossing op de korte termijn?

“Ik heb geen enkel signaal dat zoiets tot de realiteit zou kunnen behoren. Ik zoek op dit moment bevestiging bij de mensen waarmee ik nu werk, dat is de korte termijn. Nu is het de ene week deze, de andere week die, waarbij de keuze afhangt van een aantal externe factoren of van hetgeen ik tijdens de week beleef op training. Daarbij valt mij op dat sommige jongens die een wedstrijd beginnen, niet hetzelfde niveau halen als wanneer ze invallen. Is dat de last van de verantwoordelijkheid? Ik weet het niet.”

De huurovereenkomst van Dawid Janczyk, de topschutter van de club, loopt af in december en dus mag hij niet meer spelen, las ik. Ga jij daarmee akkoord?

“Moet ik mij hier verantwoorden voor dingen die mensen schrijven? Dat is absoluut niet waar. Absoluut niet! De realiteit is dat wij binnen x-aantal weken moeten beslissen of we die jongen houden, en ik kan me niet voorstellen dat hij niet zou blijven. Laat dat duidelijk zijn. En dus kan ik me al helemaal niet voorstellen dat ik hem niet zou gebruiken.”

Werkomstandigheden voor een trainer zijn hier vaak onderwerp van discussie. Als het goed gaat, laten ze de trainer werken, maar als het slecht gaat, stellen anderen graag de ploeg op. In hoeverre ben je daar al mee geconfronteerd?

“Niet. Ik heb vooraf gezegd hoe ik werk en blijkbaar ging men daarmee akkoord. Ik ga mijn denkwijze niet veranderen, omdat ik zeker ben dat het gaat lukken.”

Gelukkig zijn

Je wil hier ook ontdekken of je nog trainer wil zijn. Leg uit.

“Ik wil terug het gevoel hebben dat ik dit graag doe. Daar ben ik naar op zoek, maar ik heb daar mezelf niet één maand voor gegeven. Ongelukkig als we verliezen, gelukkig als we winnen, daar gaat het niet om, het gaat breder dan dat. Wil ik nog het leven waar ik nu in zit, kan ik daar gelukkig mee zijn? Kan ik nog mensen motiveren om in één richting te denken? Dat heeft niet alleen met de kleedkamer te maken, maar met een groep die veel groter is.

“Ben ik zelf nog gelukkig? Of gaat het ten koste van mijn eigen geluk, zoals het een periode is geweest? In dat geval is het leven te kort om het verder te doen. Want – en dat geldt ook voor jullie – je moet in je job een vorm van geluk nastreven. Ik heb dat vroeger altijd gehad en dus zeg ik: of het komt terug, en dan ben ik van vroeg tot laat weer met het werk bezig zoals ik nu ook doe. Maar als het niet terugkomt, moet ik wat anders doen.”

Ben je er al uit?

“Neen. Het is zeer vroeg. Met het werk op zich heb ik geen problemen. Ik vraag me gewoon af of ik het nog op een positieve manier kan beleven, dan wel of het mijn ik ondermijnt. Ik heb heel veel te danken aan het voetbal en ik heb er ook heel veel voor over- gehad, vandaar dat ik soms denk …

“Ik heb het anders beleefd dan heel veel mensen nu, maar goed, dat zal dan de evolutie zijn en het feit dat het voetbal veel meer internationaal is geworden. Vroeger zat je toch meer met de mentaliteit die je zelf gewoon bent. Ik denk dat het hier een werkpunt op de langere termijn is dat deze club meer moet vervlaamsen. Dan kom je automatisch korter bij de mentaliteit die dichter aanleunt bij de mijne.”

Heb je in die vijf maanden dat je thuis zat, het voetbal gemist?

“Neen.”

Is dat niet raar? Voetbal is toch iets dat sinds pakweg je tiende je leven helemaal beheerst.

“Raar… Ik heb geen zin om hier aan zelfontleding te doen, of me te laten ontleden, of me intern te laten bepotelen, want zo noem ik het. Niet door jullie, niet door mensen die daarvoor zijn opgeleid en zelf ga ik er ook niet aan beginnen. Neen, ik miste het niet. Het zal zijn redenen wel hebben. Het was zelfs nog niet helemaal afgelopen, maar ik kon er wel terug mee om, op een normale manier. Veel tijd stoppen in iets, vind ik trouwens niet slopend, dat is werkenergie. Het slopende is dat je als coach investeert in anderen en voelt dat de kansen op rendement verkleinen door de omstandigheden.”

Is de zenuwachtigheid, op elk niveau, niet ontzettend gestegen?

“Absoluut, en daarom hoop ik ook dat ik hier nog een serieuze periode een soort van rust kan prediken. Misschien is dat iets makkelijker voor iemand die pas komt kijken dan voor mensen die met deze club zijn vergroeid. Het ontbreekt hier niet aan talent, wel aan beleving en engagement en dat kan je op de korte termijn niet oplossen. Zeker niet als je mensen moet missen die dat ietsje meer kunnen brengen.”

Eerlijkheid

Uit een interview met Luc Devroe: ‘Jacky zal nu wel zien dat er meer lijn zit in het spel van Club Brugge. En karakter.’

“Luister. Club Brugge, dat proces heb ik gehad en hebben jullie gemaakt. Daar kom ik niet meer op terug. Jullie vragen soms mensen om iets te zeggen… om iets te zeggen.”

Neen, wij vragen mensen om periodes te vergelijken.

“Dit heeft geen zin, daar kom ik niet op terug. Ik heb in Brugge gedacht dat dingen anders konden, maar op een bepaald moment hebben we beslist, na samenspraak, dat ik de volledige schuld op mij zou pakken en vertrekken. Ik ben niet de schuldige, maar vond dat een goed compromis.”

Waarom?

“Omdat ik dat een goed compromis vond.”

Ook al kom je er dan beschadigd uit?

“Ja. Maar goed, neen, nog een keer, zoals ik het zeg. De meeste mensen weten hoe de situatie in elkaar zit.”

Mogen we vergelijken? Er zijn nu nieuwe spelers én spelers die in hun ontwikkeling verder staan.

“Iedereen zegt toch dat het dezelfde ploeg is? Het maakt niet uit, ik had me ook bepaalde dingen anders en beter voorgesteld, ook van mezelf, maar het is niet gelukt. En als men mij dan vraagt om het zo op te lossen, heb ik dat gedaan. Toch een mooie doorstart, als je alle problemen aan de deur kan zetten?”

Word je geleefd in een topclub?

“Ik heb heel veel moeite gehad met dingen die niet voorgesteld werden zoals ze waren. Daar ben ik eerlijk in. Sommigen noemen die eerlijkheid arrogantie, maar ik zeg de zaken hoe ze zijn. Als er iets is wat ik beter had moeten doen, dan is het komedie spelen, maar dat gaat me toch nooit lukken. Maar nu zijn we toch over Brugge bezig.”

Neen, we zijn bezig over het leven van een coach aan de top.

“Jullie verwachten dat wij alles onder controle hebben, en dat is zeer moeilijk. De perceptie is dat de coach voor alles verantwoordelijk is, en desnoods wordt die wel in die richting gestuurd. Dat voel je, hoe men druk opvoert, indien niet intern, dan wel extern. Soms heb ik het gevoel dat er een prijs te winnen is, om het iemand zo moeilijk mogelijk te maken, opdat hij buiten ligt. En dan is de vraag hoe je daar als coach op moet reageren.”

De supporter die de trainer uitscheldt voor Billie Turf…

“Ik denk dat jullie daar een héél grote verantwoordelijkheid in dragen. Absoluut, jullie verklaren mensen soms vogelvrij en missen respect ten opzichte van een trainer die in de problemen zit. Erger nog: ten opzichte van de mens, want dat onderscheid wordt niet meer gemaakt. Je kan het fundamenteel oneens zijn met wat iemand als trainer presteert, maar je moet blijven laten voelen dat je wél respect hebt voor de mens.”

Maar het begint op het veld. En dan is het soms schipperen tussen het ontwikkelen van mensen op lange termijn aan de ene kant, en het resultaat op de korte termijn aan de andere kant.

“Inderdaad.”

Moet de club dan meer duidelijk maken?

“Ik heb dat voldoende duidelijk gemaakt, denk ik.”

Kan een topclub wel zeggen tegen haar 27.000 supporters: hou de kritiek voor jullie, we werken aan volgend seizoen?

“Dat is geen reden om niet te zeggen hoe de zaak is. Of hoe de zaak afgesproken is.”

Met alle respect, het is hier ook zo. Uw voorgangers constateerden het al: eens het wat beter loopt, stelt Roger Lambrecht onredelijke sportieve eisen.

“Ik luister héél graag naar wat mensen denken en zeggen, of dat nu dwingend is dan wel helpend, op welke manier ook. Dat is hier niet anders dan in Brugge, Charleroi of Sint-Truiden. Daar zet ik wel mijn ideeën in en neem ik mijn beslissingen. Ik denk dat de situatie in Brugge duidelijk was. We gaan het niet halen met die jongens, dus investeren we op de langere termijn. Meer was het niet.”

En daar beginnen ze nu stilaan iets meer te oogsten.

“Absoluut. Plus het feit dat er iets meer keuze is, dat de mensen die er zijn elk jaar iets verbeteren en dat het goed begeleid wordt. Meer moet je er niet achter zoeken. Maar de pers is niet geïnteresseerd in die nuances.”

Is het dat wat je in de job tegen staat?

“Ja, voor een deel. Ik noem dat correctheid.”

door peter t’kint en frédéric vanheulebeelden: jelle vermeersch

Als er iets is wat ik beter had moeten doen, dan is het komedie spelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content