Begin 2013 werd makelaar Didier Frenay door Patrick Decuyper gecontacteerd met een mandaat om Junior Malanda te transfereren naar een buitenlandse club. Op dat moment was Patrick De Koster nog diens manager. Frenay: “We zijn toen eerst met Patrick en daarna met de Malanda’s gaan samenzitten. Ik herinner me dat tijdens dat eerste gesprek Junior geen woord heeft gezegd. Zijn vader voerde het woord. Ze waren content bij Zulte Waregem, dus hebben we op dat moment de zaken zo gelaten. In juni belde vader Malanda me op, hij was toen boos en wilde de wet van ’78 inroepen. Ik heb toen heel het gezin uitgenodigd in Monaco om alles te laten bezinken. De villa zat vol, er was geen plaats voor iedereen. Toen heb ik Junior en zijn jongste broer bij ons thuis op het appartement opgenomen en een fantastische kerel ontdekt met glinsteringen in de ogen.” Een bod van Fullham wordt door Decuyper afgewezen, omdat die de voorkeur geeft aan Udinese, wat dan weer op het njet van vader Malanda stoot.

Uiteindelijk wordt het Wolfsburg, waar Junior na een sterke start na een blessure op de bank belandt. Toch is Frenay ervan overtuigd dat Wolfsburg niet het eindstation van Malanda geworden zou zijn: “Dat zei ook Klaus Allofs. Hij was ook overtuigd dat Junior over twee, drie jaar wereldtop zou zijn, genre Bayern, Barcelona of Chelsea. De eerste maanden verbaasde hij alle kenners in de Bundesliga. Daarna kwam hij minder aan bod, maar vergeet niet dat zijn concurrenten internationals zijn bij Brazilië en Frankrijk, en het WK hebben gespeeld. Toch was van hen drieën Malanda de beste, als hij zijn kwaliteiten honderd procent benutte.” Daar zat het de laatste maanden wat minder. Dat hij wat minder speelde, lag ook aan hemzelf, vond Frenay: “De Junior van de laatste zes maanden was niet meer de Junior van de eerste zes maanden. Dat is ook logisch, op die leeftijd, en met de snelheid waarmee zijn carrière was gelopen. Hij moest weer een beetje zelfkritisch worden, en niet alleen luisteren naar mensen die hem naar de mond praatten en zegden dat het allemaal de fout was van de trainer en dat soort dingen. Uiteindelijk had één goeie prestatie, één goal volstaan om hem weer op het voorplan te brengen.”

Wat een zwaar aangeslagen Frenay vooral zal onthouden, is “een fantastische jonge kerel die alles had om het te maken, welopgevoed, een leider op het veld, met de gave om zich in geen tijd geliefd te maken in een kleedkamer. Na drie maanden sprak hij al Duits, en schoot hij goed op met de Zuid-Amerikanen, de Duitsers en de andere spelers.”

(GF)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content