‘OP TRAINING WAS IK BETER DAN PERBET’

© BELGAIMAGE

Uitgerangeerd bij Mons en Waasland-Beveren scoort Dylan De Belder nu aan de lopende band voor Lierse in eerste klasse B. ‘Als ik blijf scoren, zal de rest wel volgen.’

Met zijn aantal doelpunten dit seizoen (14) doet Dylan De Belder, de 24-jarige spits van Lierse en topschutter van eerste klasse B, beter dan bijvoorbeeld Edinson Cavani bij PSG, Edin Dzeko bij AS Roma of ene Lionel Messi bij Barcelona.

De Belder wil niet te veel belang hechten aan die fraaie statistiek, maar, zo geeft hij toe, hij is er wel trots op. ‘Veel mensen geloofden niet meer in mij. De voorbije twee seizoenen kon ik hun ongelijk bewijzen. Ik kreeg mijn kans en greep ze. Twee seizoenen op rij gaan de ballen vlotjes binnen. Ik denk dat iedereen nu wel beseft dat dat geen toeval meer kan zijn. Onlangs stuurde Jérémy Perbet me nog een sms om me te feliciteren. Hij zei dat ik van elk doelpunt moest genieten. Beter dan wie ook weet hij dat zo’n moment waarin alles lukt, waarin zelfs een gekraakt schot in doel verdwijnt, niet blijft duren. Hij voegde er grappend aan toe dat ik maar eens moet aantonen dat ik het ook op het hoogste niveau kan. Dat blijft voor mij natuurlijk het ultieme doel.’

EEN KEERPUNT

Je stond lange tijd in de schaduw van Perbet bij Mons en later van Renaud Emond bij Waasland-Beveren. Hoe frustrerend was dat terwijl je voetballend niet moest onderdoen voor die mannen?

DYLAN DE BELDER: ‘Het is best grappig dat zowel Perbet als Emond een beetje hetzelfde type voetballer is als ik. Ze zullen niet gemakkelijk twee, drie verdedigers in de wind zetten om dan te scoren, maar ze beschikken over de gave om op het juiste moment op de juiste plaats te staan. Ik zeg het met het grootste respect en zonder te willen opscheppen, want ik vind Perbet een geweldige aanvaller, maar op training was ik beter dan hij. Maar goed, in de wedstrijden scoorde hij aan de lopende band en dus had de trainer geen enkele reden om hem uit de ploeg te zetten. Hetzelfde bij Waasland-Beveren met Emond.’

Het grote publiek leert je nu pas kennen, maar vijf jaar geleden speelde je al je eerste profwedstrijd. Nadien nam je met de nationale beloften ook deel aan het prestigieuze toernooi van Toulon. Heeft die selectie je bewust gemaakt van je potentieel?

DE BELDER: ‘Absoluut, dat was een keerpunt in mijn carrière. Een tiental dagen doorbrengen met spelers als Michy Batshuayi en Yannick Carrasco en bovendien twee wedstrijden mogen spelen, deed me beseffen dat ik van niet veel bang moest zijn.’

Een aantal jongens van die gouden generatie – denk aan Massimo Bruno, Zakaria Bakkali, Paul-José Mpoku en nog anderen – kwam snel aan de top, maar nu hebben ze het heel moeilijk om te bevestigen. Ook bij jou duurde het tot je drie-, vierentwintigste vooraleer je van je deed spreken. Waaraan lag dat?

DE BELDER: ‘Sommigen werden te snel opgehemeld en voelden zich misschien onaantastbaar. Als je begint te zweven en je je niet meer voluit geeft op training, kan het gauw bergaf gaan. Bij mij was dat zeker niet het geval, dat ligt niet in mijn aard. Bovendien maakte ik enkele weken na onze terugkeer uit Toulon al kennis met de harde realiteit.’

Inderdaad, op 31 augustus 2013, enkele uren voor het afsluiten van de transferperiode, verbrak Mons jouw contract. Hoe kwam dat?

DE BELDER: ‘Dat was een louter financiële kwestie. Het bestuur had mij eerst mijn contract laten verlengen, omdat ze niet wilden dat ik gratis zou kunnen vertrekken bij een degradatie naar tweede klasse. Het probleem ontstond toen Pierre François bij de club kwam en plots stelde dat ik moest inleveren. Ik voelde me geflikt en weigerde. Op de laatste dag van de mercato belde François mijn manager en stelde me voor de keuze: ofwel verbraken ze mijn contract, ofwel moest ik met de reserves trainen en mocht ik de wedstrijdpremies op mijn buik schrijven. Uiteindelijk zat ik zes maanden zonder club. Eerst trainde ik een hele tijd op mijn eentje, daarna nog even bij Cercle Brugge.’

NIET VOOR HET GELD

Het was uiteindelijk bij Waasland- Beveren dat je in januari 2014 onderdak vond. Dat werd niet meteen een droomtransfer, toch?

DE BELDER: ‘De miserie bleef nog enkele maanden duren, ja. Het is al niet gemakkelijk om ergens toe te komen waar je de taal niet goed beheerst. Als je de dag nadat je getekend hebt, te horen krijgt dat de trainer (Guido Brepoels, nvdr) niet wil werken met de nieuwkomers, dan is dat helemaal een catastrofe. Zes maanden lang voetbalde ik met de reserves. Daarna kreeg ik te horen dat ik samen met Floriano Vanzo de enige was wiens optie gelicht werd. Goed nieuws, dacht ik aanvankelijk, tot ik al snel botste met de nieuwe trainer (Stijn Vreven, nvdr), die me duidelijk liet verstaan dat hij het niet voor me had. Het had niets met mijn voetbalkwaliteiten te maken, want ik scoorde vlot tijdens de voorbereiding. Was het omdat ik twee keer een klein beetje te laat op training aankwam of was het iets anders? Ik weet het niet, maar het ging van kwaad naar erger. Op het einde praatte hij zelfs niet meer tegen mij. Ik werd uitgeleend aan Lommel (De Belder scoorde daar 18 keer in 28 wedstrijden, nvdr) en toen ik terugkeerde, weigerde de trainer me opnieuw in de groep op te nemen, hoewel het bestuur me wilde houden.’

Zo kwam je bij Lierse terecht, waar je blijkbaar meer verdient dan je in de hoogste afdeling bij Excel Mouscron had kunnen verdienen.

DE BELDER: ‘Dat klopt, maar dat was niet de reden waarom ik voor Lierse koos. Ik wilde niet bij een club terechtkomen die tegen de degradatie speelt en waar mijn kwaliteiten niet tot hun recht komen. Hier bij Lierse wist ik dat ik mijn waarde kon bewijzen. Nogmaals, het ging mij niet om het geld. Anders had ik in januari wel gekozen voor US Avellino (Italiaanse club uit de Serie B, nvdr), dat concrete belangstelling toonde. Ik ben nog maar 24 en weet dat als ik blijf scoren, de rest wel zal volgen.’

Ben je een voorstander van de hervormingen die het Belgische voetbal het afgelopen jaar doormaakte?

DE BELDER: ‘Ja, het niveau in eerste klasse B is een stuk hoger dan in tweede klasse vorig seizoen. En ik heb nog nooit bij zo’n goede ploeg gespeeld. Mons had enkele uitstekende voetballers in zijn kern – denk maar aan Jérémy Perbet, Thomas Chatelle, Vusumuzi Nyoni, Mustapha Jarju, Shlomi Arbeitman, Aloys Nong of Arnor Angeli – maar dit Lierse haalt een hoger niveau. Neem bijvoorbeeld Manuel Benson. Die jongen heeft hier eigenlijk niets te zoeken, hij is gewoon veel te goed voor eerste klasse B. Hetzelfde geldt voor Ayub Masika, die zijn opleiding bij KRC Genk genoot en technisch enorm sterk is. Kortom, deze ploeg is klaar voor het hoogste niveau en ik hoop dat ik deel mag uitmaken van dat avontuur.’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO BELGAIMAGE

‘Stijn Vreven liet me duidelijk verstaan dat hij het niet voor mij had.’ DYLAN DE BELDER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content