Jérôme d’Ambrosio is goed bezig.

In de marge van de GP van Bahrein werd op het zandstofferige circuit van Sakhir de laatste manche van de GP2 Asia gereden. Een aanloop naar het serieuze werk, want over twee weken begint het internationale kampioenschap van de GP2, de officiële wachtkamer van de F1. Dan wordt in Barcelona de eerste meeting van het seizoen gereden. Met een Belg in de hoofdrol, zo ziet het ernaar uit. De 23-jarige Jérôme d’Ambrosio begon inderdaad zeer sterk aan het seizoen. Nadat hij in Maleisië al op pole stond, was hij vorig weekend andermaal de snelste man in Bahrein. Klaar voor wat een zekere overwinning leek, alleen moest d’Ambrosio tien plaatsen achteruit op de starting grid omdat hij zich in Maleisië had bezondigd aan gevaarlijk rijden. Het belette de Belg niet om in de eerste (lange) race van de elfde naar de derde plaats te remonteren. In de tweede (korte) race startte hij als zesde en werd tweede, genoeg om hem opnieuw te laten uitroepen tot man of the race.

In het kampioenschap eindigt de Belg daarmee op de tweede plaats achter zijn teamgenoot Kamui Kobayashi. Dat is een hele prestatie, als ze in haar context wordt geplaatst. De Belg is bij DAMS, zijn Franse team, immers maar tweede coureur. Omdat Kobayashi wordt beschermd door het F1-team van Toyota en uit Japan ook het geld meebrengt waarmee DAMS het seizoen in de GP2 betaalt. En in de autosport is het niet anders dan in het leven: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. De Japanner krijgt dus de beste onderdelen. Zoals in Maleisië bleek: d’Ambrosio stond er op pole, maar haalde de starting grid niet omdat een nieuw onderdeel in zijn transmissie het begaf. Dat d’Ambrosio in die context vaak sneller was dan zijn teamgenoot maar dat door pech en omstandigheden niet in resultaten kon ombuigen, is belangrijk. De GP2 wordt tijdens de F1-weekends gereden, en daar zijn alle teambazen aanwezig. Lui die ook wel weten dat Kobayashi de voorbije winter niet minder dan 6000 kilometer reed met de F1-machine van Toyota, bij wie hij testrijder is. Maar zowel in zuivere snelheid als in koersinzicht werd hij herhaaldelijk gevloerd door de Belg. Trouwens evenzeer als andere jongens met F1-ervaring, zoals Nico Hulkenberg (testrijder bij Williams) of Romain Grosjean (derde man bij Renault). Het maakt iets los in het kleine F1-wereldje. Dat merk je als Belgisch journalist als buitenlandse collega’s je in de perszaal almaar vaker komen vragen wie die d’Ambrosio is, of van waar hij komt.

Het legt de lat er niet lager om. D’Ambrosio, die de voorbije winter snoeihard werkte om lichamelijk sterk te worden, worstelt ook niet meer met de fysiek slopende auto. Hij moet de lijn nu kunnen doortrekken in het internationale GP2-kampioenschap, dat over tien dagen begint. Bovendien moet zijn entourage, een groep Luxemburgse investeerders, nu serieus beginnen te netwerken in de F1-paddock. Anders gesteld: is de inrit al geplaveid, dan blijft de weg naar een Belg in de F1 nog behoorlijk lang. S

DOOR JO BOSSUYT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content