Vond u het ook zo aandoenlijk, de beelden van vierende spelers en supporters, de explosie van vreugde in de Griekse hoofdstad Athene ? Onverwacht was het, en een beetje herkenbaar. Want presenteerde Griekenland zich niet net als België in zijn beste dagen als een team waarin het algemeen belang wegens het ontbreken van vedetten primeert op het individu, waar een goeie organisatie met veel spelers achter de bal het haalde van teams die dachten dat ze even over de Grieken heen zouden walsen, maar daar niet in slaagden ?
Leuk, zo’n klein duimpje dat de reus verslaat. Wanneer een kleine ploeg een grote uitschakelt, is iedereen in vervoering, maar ’s anderdaags ontwaakt men doorgaans wel met een kater, verweesd omdat zo’n kleine winnaar niet langer dan één dag tot de verbeelding spreekt. Emotie brengt de Griekse zege ons, géén goed gevoel over wat straks gaat komen. Want de winnaar van een groot toernooi zet hoe dan ook altijd een beetje de toon voor de komende competitie. Toen Frankrijk en Brazilië wereldkampioen werden, werd dat een triomf van het aanvallende voetbal genoemd. Wie vorige week juichte om de Griekse zege, ergert zich straks misschien aan het verdedigende vertoon van zijn favoriete ploeg – of haar tegenstanders. We willen ze de kost niet geven, de trainers die straks na weer een slappe vertoning met weinig doelkansen en amper een doelpunt gaan verwijzen naar Griekenland, dat op die manier “toch Europees kampioen werd”.
Dat gevaar is niet denkbeeldig. Niet dat de trainers in eerste klasse allemaal angsthazen zijn : Paul Put wil met Lierse, net als vorig jaar met Lokeren, wel aanvallend voetballen, maar heeft evenmin als toen een diepe spits ter beschikking. Tal van eersteklassers vatten het voorbije seizoen aan zonder echte spits. Lokeren, Lierse en Bergen, de drie clubs die als verrassing uit het seizoen 2002/03 waren gekomen, maakten de heenronde vol zonder spitsen : allemaal verkocht of vertrokken. Subtopper AA Gent had er evenmin één. Germinal Beerschot en Cercle verrasten aangenaam. Germinal Beerschot werd zelfs zevende met een gemiddelde van één doelpunt per wedstrijd. Bergen, Cercle, Lierse en Gent haalden zelfs dat gemiddelde niet. Een competitie waar één ploeg op drie niet boven één doelpunt per wedstrijd uitkomt, dat maakten ze zelfs niet mee in de als defensief omschreven Italiaanse Serie A. Daar scoorde behalve de drie degradanten slechts één ploeg minder dan één keer per wedstrijd.
In vergelijking met de Belgische eerste klasse was het in tweede en derde klasse elke zondag feest. Van de 54 teams in die drie reeksen kwamen behalve de degradanten alleen de tweedeklassers Eupen en Ronse niet aan één doelpunt per wedstrijd.
Op basis van wat momenteel beschikbaar is aan offensieve krachten, dreigt straks weer een weinig hoogstaande competitie. Een goede organisatie en tactisch vernuft driegen te zullen domineren bij gebrek aan aanvallend talent. Drie weken voor de competitiestart zoekt bijna de helft van de eersteklassers nog een diepe spits. Stuk voor stuk maken ze zich sterk dat een van de talloze naamloze buitenlandse testspelers, die sneller verdwijnen dan men hun naam kan uitspreken, dé witte merel is die de spektakelwaarde van het team de hoogte in zal duwen. Zij dwalen. Het gevolg zal zijn dat trainers met de Griekse triomf een extra argument in handen hebben om een afwachtende aanpak te vergoelijken.
Vaak hébben ze ook niet meer achter de hand. Misschien moeten ze daarom toch maar eens die ene jongen uit de eigen jeugd of uit een lagere afdeling dezelfde kans geven als die exotische vogels krijgen, die hier neerstrijken omdat ze in andere voetbalcompetities niet worden toegelaten. Waarom zou – een voorbeeld maar – bij Germinal Beerschot zo’n Prince, over wie Simon Tahamata zo lovend was, niet kunnen uitgroeien tot een nieuwe Luigi Pieroni, van wie de naam een jaar geleden ook niet bekend was bij het grote publiek ? Pieroni zit nu bij Auxerre. Een goeie zaak voor de speler én beide clubs. Er zijn méér Pieroni’s in België, maar er is moed nodig om ze een kans te geven en om zo een nadeel (geen geld, geen toppers) in een voordeel om te buigen.
door Geert Foutré
Drie weken voor de competitiestart zoekt bijna de helft van de eersteklassers nog een diepe spits.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier