Get Rich or Die Tryin’. Het succesalbum van de Amerikaanse rapper 50 Cent is een goede samenvatting van hoe Romelu Lukaku als kleine jongen naar het leven keek. Moeder Adolphine Bolingoli getuigt.

De inktvis. Zo werd Roger Lukaku in de jaren negentig genoemd door de supporters van FC Boom, het huidige Rupel Boom. De boomlange Congolese aanvaller kreeg die bijnaam omdat hij bij elke baltoets zijn armen naar alle kanten zwierde. Romelu heeft zijn vader nooit zien voetballen bij Boom. Mama Adolphine Bolingoli was net zwanger van hem toen Boom in 1993 zijn laatste seizoen in eerste klasse speelde. ‘Toen we Romelu inschreven bij Boom had hij wilde plannen: hij zou Boom terug naar eerste klasse brengen’, vertelt mama Lukaku. ‘Je had het gezicht van zijn vader moeten zien. Als kind wist Romelu al wat hij wilde. Hij zei: mama, op mijn zestiende neem ik de plaats van Nicolás Frutos in bij Anderlecht en op mijn achttiende koop ik een mooi huis voor jou. Iedereen mocht het horen. Hij trok zich niets aan van wat de mensen over hem dachten. Dan haalde hij zijn schouders eens op en dacht: je m’en fous. Als je in jezelf gelooft, dan is alles mogelijk. Dat was zijn motto. Zijn voorspellingen zijn allemaal uitgekomen.’

Het begin was laborieus. Hij werd op de korrel genomen omdat hij een kop groter was dan de rest.

ADOLPHINE: ‘Romelu vroeg zich ook af waarom hij anders was. Ik stelde hem dan gerust door te zeggen dat zijn papa ook groot was en dat elk kind zijn eigen groeitempo volgde. Hij was content met die uitleg. Ik vond het vooral verschrikkelijk om de andere ouders luidop te horen zeggen dat mijn zoon een valsspeler was. Hoe vaak heb ik niet moeten herhalen dat hij in België geboren is en niet in Afrika. Op een dag trok de moeder van een speler haar jurk naar boven om haar dijen te vergelijken met die van Romelu. Kwaad dat ik was. Dat doe je toch niet? Ze moesten mijn zoon gewoon gerust laten.’

Hoe ging Romelu om met dat lengteverschil?

ADOLPHINE: ‘Hij speelde zijn match, maakte zijn doelpunten en daarmee was de kous af. Thuis was dat helemaal geen item. Eigenlijk was ik meer bezorgd dan hij. Af en toe kwamen zijn vrienden thuis spelen en die waren echt klein in vergelijking met Romelu. Ik hield de jongens constant in de gaten uit schrik dat Romelu hen per ongeluk pijn zou doen met zijn brute kracht. Romelu was twaalf jaar, maar hij hij had het lichaam van een jongvolwassene. Op een dag heb ik hem gezegd dat hij moest optrekken met jongens die even groot waren als hij. Dat zag hij minder zitten. Dan vroeg hij: ‘Moet ik dan met gasten van achttien jaar omgaan die sigaretten roken?”

KAPOTTE SCHOENEN

Hoe vaak heb je Romelu moeten afremmen wanneer hij als kleine jongen zei dat hij profvoetballer wilde worden?

ADOLPHINE: ‘Vreemd genoeg geloofde ik hem.Maar dat het zo’n vaart zou lopen? Dat niet. In het eerste leerjaar in Ruisbroek kreeg hij eens onder zijn voeten van de juffrouw omdat hij enkel aan voetballen dacht. De juffrouw had hem zijn bal afgepakt en toen is hij beginnen te huilen. Weet je wat hij toen zei? ‘Geef mij alsjeblieft de bal terug. We zijn arm thuis, maar dankzij het voetbal zal ik veel geld verdienen voor mijn moeder.’ De juffrouw kon niet anders dan hem de bal terug te geven.’

Na zijn doelpunt tegen Ierland klapte Romelu uit de biecht. Hij vertelde dat jullie veel miserie hebben gekend.

ADOLPHINE: (staart even voor zich uit) ‘We hebben moeilijke momenten gekend. Mocht het ons niet overkomen zijn, dan zou ik het zelf niet geloofd hebben. Onze levensomstandigheden waren niet beter dan die van de mensen in Congo, waar ik ben opgegroeid. De verwarming werkte niet, ik moest elke dag origineel uit de hoek komen om een warme maaltijd op tafel te krijgen en op school werden de jongens uitgelachen omdat ze met kapotte schoenen en sjofele kleren rondliepen. Armoede kan je nu eenmaal niet verstoppen… Voor de kinderen was dat een bikkelharde tijd. Toen Romelu een jaar of veertien was, kreeg hij het op zijn heupen van al dat geroddel. Hij klonk gedecideerd: vandaag lachen ze jou uit, maar morgen zal dat niet meer het geval zijn. Het leven zal ons toelachen.’

Hoe zag Kerstmis eruit in die periode?

ADOLPHINE: ‘Dat werd niet gevierd. Geen denken aan. Rond de twintigste van de maand was het geld al de deur uit. Met een werkloosheidsuitkering hou je net genoeg over om twee kinderen te onderhouden. Romelu en Jordan waren zich vrij vroeg bewust dat ze het minder breed hadden dan hun schoolkameraden. Ze vroegen dus geen dure sneakers of een spelconsole. We konden ons ook geen vakantie veroorloven. Gedurende de zomervakantie speelden de jongens buiten met hun vrienden.’

Dat heeft de familiebanden toch versterkt?

ADOLPHINE: ‘Jordan verwoordde het eens treffend: zonder Romelu waren we er niet uitgeraakt. Zijn eerste doelstelling was de hele familie uit de miserie te helpen. Daarom is Jordan zo fier op zijn broer. Luister: ik heb veel opgeofferd voor mijn kinderen maar het was de moeite waard. Al heeft het mij veel tranen gekost. Dan kwam Romelu mij troosten en hij beloofde plechtig dat hij ons uit het moeras zou trekken. Niemand is met geld in de wieg geboren, maar Romelu heeft zich dubbel moeten plooien om de familie financiële zekerheid te geven.’

Wat hebben Romelu en Jordan van de Congolese opvoeding meegekregen?

ADOLPHINE: ‘Ze zijn opgevoed à la congolaise, zoals ik destijds in Congo. (lacht) Een voorbeeld? Als straf moesten ze een voorwerp hooghouden met gestrekte armen. Hielden ze het niet lang genoeg vol, dan moesten ze herbeginnen. Soms gaf ik hen een kleine oorveeg. Ik vind de straffen die Belgische kinderen krijgen over het algemeen om te lachen. Ieder zijn manier van opvoeden natuurlijk. Maar zo slecht heb ik het toch niet gedaan. Je ziet het resultaat: het zijn twee keurige jongens.’

Je vond het ook belangrijk om hen jouw moedertaal Lingala aan te leren.

ADOLPHINE: ‘We spraken thuis Lingala. Romelu had het snel onder de knie, Jordan was er pas mee weg toen we naar Brussel verhuisden. Hij sprak vooral Nederlands, hij is het Lingala beginnen op te pikken bij zijn vrienden. Het is toch normaal dat ze de taal spreken van hun ouders. Wat als we ooit naar Congo gaan? Het zou zonde zijn, mochten ze niet kunnen communiceren met de familie die daar woont. Ik vind het al erg genoeg dat Congolese kinderen die hier geboren zijn – en een Europese mentaliteit hebben gekweekt – als blanken worden beschouwd in Congo.’

Maar Romelu is nog nooit naar Congo geweest?

ADOLPHINE: ‘We zijn ooit voor een week naar Congo overgevlogen, maar ze waren toen zo klein – Romelu was drie jaar en Jordan twee – dat er niets van blijven hangen is. Ze kunnen zich maar weinig voorstellen van mijn geboorteland. Ik voel wel dat Romelu zin heeft om het land te ontdekken en vice versa. In Congo weten ze dat ik de moeder ben van Romelu en ze smeken mij om de volgende keer met hem terug te komen. Ik kan mij de krankzinnige taferelen op de luchthaven van Kinshasa nu al inbeelden: Romelu die als een koning wordt ontvangen en onder een politie-escorte weggebracht moet worden. Op een dag zal hij teruggaan, maar nu is het nog te vroeg.’

Beschouwen de Congolezen Romelu als een van hen?

ADOLPHINE: ‘De Congolezen houden van hem! De mensen waren dus niet opgezet met de kritiek op Romelu na de match tegen Italië. Ik zal niet zeggen dat ze in opstand wilden komen, maar het scheelde niet veel. (grijnst) Na zijn twee doelpunten tegen Ierland sloeg de stemming helemaal om. Ze zongen: ‘Romelu is van ons, Romelu is van ons. Hij is Congolees, niet Belg.’ Ze willen zelfs dat hij voor de nationale ploeg van Congo uitkomt, want ze beschouwen hem als de volgende Samuel Eto’o.’

MOEDERSKIND

Na zijn misser tegen Italië moest Romelu veel kritiek slikken van de pers. Hoe heb jij dat beleefd?

ADOLPHINE: ‘Ken jij een moeder die geen hartzeer zou krijgen als zijn zoon op die manier wordt aangepakt? Zeker als de kritiek altijd vanuit dezelfde hoek komt. De wedstrijd tegen Ierland heeft veel goedgemaakt. Na de match hingen Romelu en Jordan allebei aan de lijn. Ik vroeg Romelu hoe hij zich voelde en hij antwoordde dat ik mij niet kon voorstellen hoe gelukkig hij was. We hebben toen samen een potje gehuild.’

Het beeld van Romelu en Jordan die elkaar innig omhelzen ging heel Europa rond.

ADOLPHINE: ‘Dat was misschien wel het meest emotionele moment van de avond. Die twee zijn heel close, hoor. Ze zijn broers, beste vrienden en zielsverwanten. Ze hebben geen geheimen voor elkaar. Als ik Romelu iets toevertrouw, dan is Jordan niet veel later gegarandeerd op de hoogte. Karakterieel zijn het tegenpolen van elkaar. Romelu praat niet veel. Jordan is de grote mond van de familie. Hij zegt vaak: als er iemand mij aanvalt, dan zal ik hem terugpakken. Dat zie je terug in zijn interviews. Soms denk ik: misschien had hij dit of dat anders kunnen verwoorden.’

Welke karaktertrekken heeft Romelu van jou geërfd?

ADOLPHINE: ‘Als ik iemand apprecieer ben ik tot veel in staat om die persoon te plezieren. Maar je moet mij niet ontgoochelen. Doe je dat wel, dan is het over. Het heeft geen zin om de zaken recht proberen te trekken. Romelu is ook zo. Hij zal op het moment zelf niets zeggen, maar in zijn hoofd heeft hij al een kruis over jou gemaakt. Ooit heeft hij mij gevraagd: wat als ík je teleurstel? Ik moest hem het antwoord schuldig blijven.’

Wat ons opvalt: elk doelpunt draagt hij aan jou op.

ADOLPHINE: ‘Romelu en ik hebben een speciale band. Dat heb je altijd met de oudste zoon. Hij belt mij ook elke dag. ’s Morgens om te vragen of ik goed geslapen heb en ’s avonds om samen te bidden en mij een goede nachtrust toe te wensen. Je bent nooit te oud om je mama slaapwel te wensen hé. Op dit moment ben ik alles voor Romelu en Jordan en daar kan ik wel van genieten.’

Wat voor een mama ben je eigenlijk?

ADOLPHINE: ‘Aan de zijlijn was ik een hevige voetbalmama. Na een wedstrijd had ik geen stem meer van het schreeuwen. Met de jaren ben ik rustiger geworden. Maar ik wil wel alles weten over mijn twee zonen en over alles meebeslissen. Soms stel ik strikvragen om hen stiekem informatie te ontfutselen. Je mag gerust zeggen dat ik een controlefreak ben. Romelu kan zich daar in opwinden. ‘Mama, jij mag niet alles beslissen hoor.’Ze willen behandeld worden als mannen, maar voor mij zijn het nog kinderen. De dag dat ze trouwen, zal ik de teugels wat loslaten.’

Jij was wel diegene die alle aasgieren die vroeger rond Roger en nu rond Romelu cirkelden de deur wees.

ADOLPHINE: ‘Ik heb ze een voor een weggejaagd. Maar ook Romelu had door dat hij zich beter moest omringen. Eigenlijk heeft hij niet veel vrienden nodig om te kunnen functioneren. Bij Everton gaat hij na de training rechtstreeks naar huis. Als hij op zondag geen wedstrijd heeft, trekt hij naar het trainingscentrum om wat ballen te trappen. Ze hebben hem zelfs de sleutels van de kleedkamer gegeven. Hij verkiest individueel bij te trainen eerder dan thuis te zitten niksen. Voetbal is zijn leven. Op televisie stemt hij altijd af op een voetbalkanaal. Tot ergernis van Jordan, die ook eens iets anders wil zien. Er wordt dus dikwijls gevochten voor de afstandsbediening.’

Voorlopig gaat de meeste aandacht naar Romelu. Heb je geen schrik dat Jordan altijd in de schaduw van zijn broer zal staan?

ADOLPHINE: ‘Ach, dat maakt de pers ervan. Ik stel vast dat mijn beide zonen geslaagd zijn in het voetbal en voor mij is dat ruimschoots voldoende. Ik kan ook met eer en geweten zeggen dat ik niemand heb voorgetrokken. Mijn twee zonen moesten en zouden voetbalsterren worden. Nu droom ik nog van één ding: hen samen zien spelen bij dezelfde club. In de oefenwedstrijd tegen Portugal hebben ze bewezen dat een tandem Romelu-Jordan vuurwerk kan geven.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Romelu en ik hebben een speciale band. Dat heb je altijd met de oudste zoon. Hij belt mij ook elke dag.’ ADOLPHINE BOLINGOLI

‘Op school werden de jongens uitgelachen omdat ze met kapotte schoenen en sjofele kleren rondliepen.’ ADOLPHINE BOLINGOLI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content