Stuart O’Grady herstelt van zijn 26ste breuk.

In 2007 won hij Parijs-Roubaix en vorig jaar effende de Australiër het pad voor zijn kopman Fabian Cancellara. Maar dit jaar zal Stuart O’Grady (35) de helleklassieker noodgedwongen vanuit zijn zetel moeten volgen. In Milaan-Sanremo kwam de Saxo Bankrenner na 29 kilometer ten val. Hij brak daarbij zijn rechtersleutelbeen en een rib. Een bloed-uitstorting tussen zijn ribben en longen moest operatief verwijderd worden en O’Grady blijft nog minstens twee weken aan de kant.

De blessures mogen voor een wielrenner dan al bijna alledaags lijken, een weinig benijdenswaardig record is wel dat O’Grady sinds het begin van zijn profcarrière in 1995 liefst 26 breuken opliep. Zijn lichamelijke miserie begint in 1999, als hij in het Franse Toulouse overvallen wordt. O’Grady verdedigt zich en bij de vechtpartij die erop volgt, loopt hij een dubbele schedelbasisfractuur op. Enkele maanden later krijgt de Australiër verlammingsverschijnselen en kan hij niet meer spreken als gevolg van een bloedprop. Dat wordt met medicatie verholpen.

In april 2002 ondergaat O’Grady een operatie aan een geblokkeerde slagader in zijn linkerbeen. Drie maanden later rijdt hij de Tour uit en eindigt derde in het puntenklassement. In 2004 loopt O’Grady bij een val in de finale van de E3-Prijs een gebroken rib op, maar dat weerhoudt hem er niet van om een week later te starten in de Ronde van Vlaanderen. Later dat jaar wint hij nog een etappe in de Tour en de HEW Cyclassics. In maart 2006 valt O’Grady in de tweede etappe van Tirreno-Adriatico, wat leidt tot een gebroken sleutelbeen en vijf gebroken ribben.

Nadat hij in het voorjaar van 2007 Parijs-Roubaix wint, smakt O’Grady in de Tour in de afdaling van de Cormet de Roselend met 85 kilometer per uur op een paaltje. Hij heeft acht gebroken ribben, breuken aan sleutelbeen en schouder, drie gebroken ruggenwervels, een doorboorde long en een bloedprop in de hersenen. De Australiër ligt twee weken in het ziekenhuis en moet zeven weken revalideren, maar rijdt in oktober van dat jaar alweer zijn eerste wedstrijd in de Herald Sun Tour. Daar ziet hij een collega in het ravijn rijden. “Voor het eerst in mijn leven dacht ik: shit, ik hoop dat ik niet val”, zegt O’Grady daarover. “Maar toen kwamen we in de vallei en was dat gevoel over. Nooit meer last van gehad.”

O’Grady blijft fietsen … en vallen. Enkele weken voor de Omloop Het Volk van 2008 botst hij tegen een auto en breekt opnieuw vier ribben, maar hij start wel in het Belgische openingsweekend. In de Giro van 2008 komt er nog een gebroken sleutelbeen bij. Laatste in de rij is voorlopig zijn val in Milaan-Sanremo. Aan stoppen denkt O’Grady niet. “Ik haal mijn motivatie uit het lik op stuk geven van mensen die me afschrijven.” Of hij niet bijgelovig wordt van al dat vallen? “Ach, je staat op en je doet verder. Bij de pakken blijven zitten, is zoeken naar een makkelijk excuus.” S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content