Mag de uitschakeling van Borussia Dortmund RC Genk doen dromen van een competitiestunt ? ‘We hebben hierdoor misschien wél een voorsprong op de andere ploegen bij de start.’

Borussia Dortmund is door alweer een Belgische ploeg nog wat dieper in de ellende geduwd. De ploeg van Jan Koller werd vorig seizoen door Club Brugge van de Champions League weggehouden en zaterdag door RC Genk uit de Intertotobeker gekegeld. Twee goals van Igor De Camargo bij de 1-2 winst wisten de 0-1-nederlaag uit de heenwedstrijd uit. Genk leeft en stunt weer. De supporters, bij wie de onvrede over het uitblijven van versterking de voorbije weken langzaam toenam, kunnen feesten. In de halve finale is vanavond al in Genk het Portugese UD Leira te gast. Pas als de Limburgers zouden doordringen tot de finale en die ook winnen, zijn ze zeker van Europees voetbal.

Intertoto een vergiftigd geschenk ? Je kon er de voorbije weken René Vandereycken de boom mee injagen. “Ik zou het helemaal geen geschenk durven noemen, laat staan een vergiftigd.” Het is geweten : de Limburger houdt van een rustige, doordachte aanloop, zonder overhaasting. En dus liet hij niet toevallig in de krant vorig weekend noteren “dat een vierde ronde niet echt hoefde. Want zo kort bij de competitiestart al dat heen en weer reizen…” Vraag het maar aan linksachter Arkam Roumani, die loopt te balen omdat hij vindt dat hij fit is, maar Vandereycken laat hem toch nog rustig verder alleen revalideren. Geen overhaasting, geen druk en daar staan Intertotowedstrijden helemaal haaks op. Of zoals de coach het na de heenwedstrijd tegen Dortmund stelde : “Ik vind dit moeilijk te beheersen. Je moet spelers minuten geven, maar je bent beperkt met je wisselmogelijkheden. Ik moet sommige jongens tegen mijn zin tot in de eindfase op de bank houden, omdat ik ook niet wil riskeren met tien te vallen. Zo is het voortdurend schipperen.”

Anderzijds leer je natuurlijk wel uit dit soort wedstrijden, natuurlijk. Bijvoorbeeld dat Genk goed op weg is om weinig kansen weg te geven. Doelman Jan Moons : “Ik heb de indruk dat we altijd goed de organisatie houden. Vergeleken met vorig seizoen blijft vooral de positie voor de verdediging beter bezet.” Dat vindt Vandereycken ook. “Ik heb al veel aan mijn middenveld en veldbezetting gesleuteld, maar dat ging nooit ten koste van veel kansen.”

Jos Vaessen, emotioneel voorzitter zonder weerga en stilaan zo op dezelfde golflengte met zijn trainer, vond direct na de wedstrijd dat “1-1 misschien beter was”, maar genoot tegelijkertijd van de tactische flexibiliteit van zijn team. “Wat me bijzonder verheugt, is dat we binnen één wedstrijd nu al blijken te kunnen overschakelen naar een ander systeem. Daarvoor is deze trainer ook aangeworven, maar zijn werk lijkt snel te renderen.”

Hoe kijkt een oude rot als Gert Claessens, gepokt en gemazeld in veel strijden, aan tegen de veranderingen ? “Ik denk dat een nieuwe trainer voor iedereen goed was. We zijn héél rustig aan de opbouw begonnen en doen nog altijd zo verder. Qua matchen zijn we iets sneller in het grotere werk terechtgekomen, dat wel. Misschien dat de trainer daar minder gelukkig mee is, maar als speler vind ik het goed dat je dadelijk op een iets hoger niveau kan beginnen. Ik begrijp Vandereycken wel, als trainer heb je niet graag dat je opbouw verstoord wordt door een competitie. Maar voor een speler is dit leuker dan die kleine oefenwedstrijdjes. We koppelden er ook altijd een soort ministage aan vast. Duitsland was onze derde van het seizoen. Eigenlijk viel alleen die in Bulgarije wat tegen, omwille van de hitte. Onmenselijk was die in feite, maar goed, dat zijn dingen die in de zomer kunnen gebeuren.”

Dat de klemtoon op organisatie (of om het op zijn Vandereyckens te zeggen : “Voor je kan aanvallen, moet je toch eerst de bal veroveren”) komt te liggen, vindt Claessens maar normaal. “Als je een huis bouwt, moet je eerst een goeie fundering hebben. Eerst en vooral goed staan. Dat is belangrijk. Justice ( Wamfor, nvdr) is als verdedigende middenvelder een type dat daar oog voor heeft. Zoals we op dit moment spelen, hebben we twee blokken : een aanvallend blok van vijf en een verdedigend blok van vijf. Er kan van dat verdedigende blok af en toe wel eens iemand inschuiven, een back of een centrale man, als iemand anders die positie dan maar inneemt. Zaak is voor de centrale middenvelder om ballen die weggewerkt worden door de tegenstander, direct te recupereren.

“Dat hebben we tegen Dortmund af en toe perfect gedaan, maar het is vanzelfsprekend dat je nu fysiek nog niet voldoende ver staat om dat een hele wedstrijd te kunnen. Jan Moons heeft daar gelijk in, vorig jaar liepen daar eerst Bernd ( Thijs, nvdr) en Theo ( Janssen, nvdr) dan Bernd en ik en later Haroun en Bernd. Dat was in theorie, want in de praktijk was er dikwijls niemand. Het probleem voor de centrale middenvelders was de grote afstand naar de spitsen, die viel haast niet te overbruggen. En dan was het ergens kiezen, meegaan, of in je verdedigende stelling blijven hangen. In beide gevallen kon je het opgedragen werk niet honderd procent uitvoeren. Zoals we nu spelen, kan dat wel.”

Waar lagen voor hem de pijnpunten van vorig seizoen ? “Het was eerlijk gezegd een elftal dat al twee jaar naar de beste vorm liep te zoeken. En waar ligt het dan aan ? Ik had het gevoel dat de groep niet complementair was, niet goed samengesteld, of dat de spelers de rol die van hen werd verwacht, niet goed aankonden. Het is altijd een samenloop van, denk ik. Maar het is niet omdat het nu wat goed loopt, dat we moeten denken dat alles vergeten is. Stap voor stap moet het.”

Bernd Thijs en Didier Zokora zijn weg, en de zoektocht naar een vervanger loopt moeizaam. Het duurt de supporter allemaal te lang. Maar ook daar blijft Vandereycken laconiek onder. Een schitterend beeld. “Als je tandpijn hebt, wil je ook zo snel mogelijk naar de tandarts. Maar als die man er toevallig niet is, of bezet is, moet je wat wachten.” Heeft Genk op dit moment nog tandpijn ? Claessens : “Ach, elke speler is vervangbaar. Als club mag je daar niet op terugkijken. Die jongens hebben prima prestaties afgeleverd en dwongen daarmee hun transfer af. Nu is het vooruit met wie je hebt. Ik heb het in Club Brugge ook meegemaakt. Franky Van der Elst heette er ook onvervangbaar te zijn, maar uiteindelijk staat er dan toch iemand op die de rol overneemt. Dat is inherent aan het voetbal.”

In afwachting van nieuwe mensen werd Gert Claessens de rol van linksvoetige centrale verdediger aangemeten. Dat viel tot dusver goed mee, concludeerde elke waarnemer. De betrokkene relativeert. “Ik voel me heel goed op dit moment. Ook binnen de club, iets wat vorig jaar duidelijk minder was. Ik voel nu dat ik vertrouwen krijg en tot nu was het ook goed op die positie. Alleen weet ik niet hoe lang het gaat duren. Vorige week sloten zowel Seyfo, Mokoena, Haroun en Priske bij de groep aan. Daarmee zijn er ook defensief mogelijkheden zat voor de trainer. Ik kan me maar één ding voornemen : het in elke wedstrijd zo goed mogelijk doen, om het hem zo moeilijk mogelijk te maken. Ik speel er graag, het inschuiven doe ik ook heel graag, omdat die offensieve drang in mijn spel toch blijft. Meestal beperk ik me tot gewoon inspelen, maar af en toe kan inschuiven ook wel. Maar de automatismen moeten nog komen. Nu is het afwachten om te zien hoe de trainer het verder zo ziet met mij. Bijleren moet ik zeker nog op het automatisme dat de ene meeloopt en de andere uitstapt, dat leer je niet op drie, vier wedstrijden. De opbouw komt tot zijn recht, denk ik, het defensieve moet beter.”

Meer keuzemogelijkheden zijn er op het middenveld en daar werd zaterdag Dimitri de Condé het slachtoffer van. Hij viel pas in de slotfase in, omdat Haroun en Seyfo nood hadden aan speelminuten en de trainer ook van hen eens wilde zien wat ze in hun mars hadden. De Condé bereikte eerder met Standard al een keer de finale van de Intertoto. Weegt zoiets op termijn door, zoals de voorzitter zaterdagavond al vreesde ? “Zo’n dubbele partij tegen Dortmund is zwaarder dan wat je normaal meemaakt tijdens een gewone voorbereiding. Op dit moment valt de belasting echter mee, vind ik, we spelen zeker niet te veel wedstrijden. De trainer houdt er ook rekening mee in zijn oefenstof, ik heb niet het gevoel dat wij ons opbranden.

“In het verleden heb ik dat wel meegemaakt met Standard. In die periode was de Intertotocompetitie nog in poules, met twee, drie wedstrijden per week, gedurende een hele voorbereiding. Toen hebben we dat moeten bekopen. Misschien putten we hier wel voordeel uit, stellen die tegenstanders van een hoger niveau ons in staat om een goeie start te maken. Met die twee matchen tegen Dortmund zaten wij dicht bij een wedstrijd op competitieniveau. Dat kunnen andere ploegen nog niet zeggen. Genk moet de ambitie hebben om topdrie te spelen en of dat lukt, zal afhangen van de start. Op dat vlak kan dit ons helpen. Nieuwe trainer, voor een stuk een nieuwe groep : als de trainer enthousiasme kan brengen, is hier veel mogelijk, dat bewees het verleden al. Vorig jaar waren ze verdienstelijk vierde, maar toch was het gevoel een onvoldoende. Omdat je niet echt bovenin meedraaide. Dat enthousiasme moet zo snel mogelijk terug.”

Peilt hij al hoever Genk staat ? “Moeilijk te zeggen. Qua organisatie staat iedereen redelijk ver, denk ik. De trainer heeft het onlangs nog gezegd, dat hij hoopt dat iedereen nu stilletjes begint te weten wat er van hem wordt verwacht. Het is ook stilaan duidelijk dat de trainer heel veel wisselt, zowel qua namen als qua systemen. Het is ook duidelijk dat we niet zozeer achteraan wisselen, maar vooral in het aanvallende compartiment. Ook tijdens de wedstrijd zal hij eerder wisselen in het aanvallende dan in het verdedigende vak. Veel wordt volgens hem afgeleid uit de trainingen, daaruit wil hij opmaken wie voor welke tegenstander het beste klaar is.”

Waar ziet hij zichzelf het beste functioneren ? De Condé : Dat is moeilijk. De positie waar ik in de heenwedstrijd tegen Dortmund na de rust speelde, net achter twee spitsen, is van nature uit mijn beste positie. Ik moet het spel iets meer voor me hebben dan zoals voor de rust als tweede spits. Daar hebben ze me ook voor gehaald, voor de creativiteit, om het spel te verdelen, om af en toe de rust in de ploeg te brengen. Maar om te zeggen dat ik dat uitsluitend ga doen, dat is onrealistisch en zeker niet waar. Mensen vragen me nu : ‘Dimi, er komt misschien nog een creatieve speler bij, dat is toch slecht voor jou ?’ Dat zie ik absoluut niet zo. Hoe meer creatieve spelers deze ploeg heeft, hoe beter. Door mijn loopvermogen en mijn simpele manier van spelen kan ik andere jongens misschien beter doen spelen, zonder echt zelf dé spelmaker te zijn. Anderzijds wil ik wel meer, bijvoorbeeld af en toe zelf het verschil maken. Met Heusden-Zolder heb ik dat kunnen doen, op dit moment lukt me dat hier fysiek nog niet. Ook voor mij is het nog wat zoeken. Bij Standard slaagde ik daar nog niet in, maar toen was ik slechts negentien en werden van mij dingen verwacht die niet haalbaar waren. Maar zeker in de Belgische competitie kan ik nu veel meer dan toen.”

Moet er nu nog wel volk bij, is de slotvraag ? De Condé meent van wel : “De groep is en blijft smal. Als er twee, drie geblesseerden vallen – wat in een competitie geen abnormaal gemiddelde is – dan komen we misschien in de problemen. Het duurt voor de supporters misschien allemaal wat te lang, maar ik vind het een goeie zaak dat ze niet om het even wie binnenhalen en toegeven aan die druk van de fans.”

Want die is er. “Kijk maar op de website. In het verleden hebben ze daar wel aan toegegeven, en dan zag je dat ze hier veel contracten hadden en een enorm hoge loonlast. Ik denk dat ze nu verstandig bezig zijn en uitkijken naar mensen die de groep iets kunnen bijbrengen. Je kan makkelijk die kritiek in één week de kop indrukken, maar achteraf krijg je daar vaak alleen maar spijt van. Dan moet je in januari weer de hort op en krijg je weer problemen met loonlast. Dat schiet ook niet op.”

door Peter T’Kint

‘Het werk van Vandereycken lijkt snel te renderen.’ (Jos Vaessen)’De trainer wisselt heel veel, zowel qua namen als qua systemen.’ (Dimitri de Condé)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content