Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Fort Europa kom je niet zomaar in. Hoe talentrijk ook, tussen droom en daad staat een boel praktische problemen.

Op 15 december 1995 viel het arrest-Bosman. Op dat moment telde de eerste klasse 430 profs, waarvan er 126 niet de Belgische nationaliteit hadden. Dat was ongeveer 1 op 3, ofte 29,3 procent. Een decennium later is dat cijfer toegenomen. Van de 457 profs die de 18 eersteklassers vorig seizoen onder contract hadden, kwamen er 222 niet in aanmerking voor een selectie bij de Rode Duivels, of 48,58 procent. Het Afrikaanse aandeel daarin is groot : naast tien Noord-Afrikanen, maar liefst 92 voetballers uit zwart-Afrika. Daarmee kom je uit op een aandeel van 46 procent.

Vóór die Afrikanen hier kunnen voetballen, moeten ze zich door een hele papierwinkel worstelen, want Fort Europa kom je niet zomaar in. Daar staan serieuze muren rond, gegoten in wetten en koninklijke besluiten.

Casus 1. Een voetbalclub ontdekt op een toernooi een talentvolle Afrikaan en wil die naar België halen.

De eerste stap is het sturen van een uitnodiging door die Belgische club aan de club waar de Afrikaanse speler aangesloten is. Daarnaast moet er ook een uitnodiging naar de Belgische ambassade in dat Afrikaanse land, waarin staat dat de speler hier een stage mag lopen. Die uitnodiging moet vergezeld zijn van een ten laste neming. Dat is een document waarin een privé-persoon verklaart dat hij gedurende twee jaar wil instaan voor alle kosten die de speler eventueel maakt : repatriëringkosten, verblijfskosten, steun van het OCMW… Zo’n ten laste neming krijg je niet zomaar, je moet de aanvraag vergezeld laten gaan van een kopie van je identiteitskaart én een kopie van je laatste belastingaanslagbiljet. Elk individu kan in principe iemand ten laste nemen, bijvoorbeeld de secretaris of voorzitter van de club. De club zelf kan dat niet. Als een voetballer tijdens een test zijn been breekt en de club laat hem vallen, dan is het individu verantwoordelijk voor eventuele ziekenhuisrekeningen en dergelijke.

Daarnaast vragen de ambassades ook het voorleggen van een vliegtuigticket, heen en terug, én informatie over het verblijf hier in het land, een hotelreservatie of een huurcontract voor een appartement. Met die documenten moet een speler naar de Belgische ambassade in zijn land, waar hij een toeristenvisum type C krijgt. Dat is maximum drie maanden geldig.

In principe mag een speler gedurende die periode hier met dat visum geen contract tekenen. Als de club de speler na een bijkomende test of medisch onderzoek een contract geeft, moet hij terug naar zijn land, om daar dat contract te ondertekenen, waarna er hier door de club een arbeidskaart voor hem wordt aangevraagd. Op basis van die kaart kan hij in de Belgische ambassade opnieuw een visum aanvragen. Dit keer type D, voor een langdurig verblijf in ons land. Met dat type D kan de speler hier vervolgens een verblijfsvergunning voor één jaar aanvragen. De arbeidskaart, van het type B, krijg je maar na een bijkomend geneeskundig onderzoek, en is slechts één jaar geldig. Elk jaar moet die kaart opnieuw worden aangevraagd. Pas na vier jaar arbeidskaart B heb je geen nieuwe meer nodig. Na drie jaar kan je wel via de snel Belg-wet de naturalisatie aanvragen.

Heel belangrijk in dit verhaal : aan het contract is een minimumbedrag verbonden. Een soort positieve discriminatie bovendien, want een niet-Europeaan moet acht keer het minimumbedrag voor een betaalde sportbeoefenaar verdienen. Vroeger was dat vier keer, maar sinds 1 juli 2003 is dat onderscheid verdubbeld. De leeftijdsvereiste van 18 jaar werd geschrapt. De huidige verplichte bruto jaarwedde bedraagt voor contracten die ingaan op 1 juli 2004 , 61.237 euro. Vorig seizoen was dat 60.424 euro.

Dat maakt in de praktijk de toegang tot onze arbeidsmarkt voor niet-Europese profs moeilijker, zeker in tweede klasse en lager. Vandaar dat uit het jaarrapport 2003 van de Vlaamse administratie werkgelegenheid, afdeling tewerkstelling, blijkt dat het aantal uitgereikte arbeidskaarten B aan beroepssportbeoefenaars een dalende trend vertoont. Een daling die intrad in 2002. Het minimumjaarloon is bruto en kan wel alles inhouden : maandloon, premies, voordelen in natura zoals daar zijn appartement, auto of vliegtuigtickets…

Let wel : in principe is dit positieve discriminatie en binnen voetballand is men het helemaal niet eens met die maatregel. Zeker niet in ploegen waar ze veel met Afrikanen werken. En dus gaan stemmen op om deze minimumloonnorm juridisch aan te vechten. Vanuit de redenering dat een Afrikaan evenveel recht moet hebben op werk in Europa als een Slovaak of een Pool. Op basis van de universele verklaring van de rechten van de mens zou de voetbalwereld hier een punt kunnen scoren.

Casus 2. Een scout of spelersagent ontdekt een witte merel en wil die hier in Europa aan een contract helpen. Hij heeft evenwel nog geen ploeg voor hem.

Hier speelt Schengen een vergemakkelijkende rol. EguAugustine werd ooit, toen hij nog voor KV Kortrijk voetbalde, aan de grens uit de spelersbus gehaald omdat hij geen visum voor Frankrijk had en dus geen oefenwedstrijd in Rijsel mocht spelen. Dat is tegenwoordig geen probleem meer, één keer een visum voor een land van de Europese Unie beet, kan zo’n speler overal testen.

Maar hoe krijg je zo’n visum ? Een beetje op dezelfde manier als in casus 1, zij het dat je een ploeg moet overtuigen, op basis van referenties, beeldmateriaal en je relatie met de club om zo’n speler een uitnodiging te sturen. Clubs zijn op dat vlak wat terughoudender dan een paar jaar geleden, er blijft immers als struikelblok die ten laste neming gedurende twee jaar. In het slechtste geval neemt de spelersagent die op zich. Zijn drama kan dan zijn dat de speler, die hij naar hier haalt met een toeristenvisum (zie procedure in casus 1), niet meer terugwil en in de illegaliteit verdwijnt. Er zijn clubs die op dit punt al de politie inschakelden, maar zolang die speler niks onwettigs doet, treedt justitie in de praktijk zelden op.

Zo’n visumuitreiking gaat tegenwoordig wel sneller dan vroeger. Lang moest alle papierverkeer tussen ambassade en het moederland, waar alles nog eens wordt gecontroleerd, via de diplomatieke valies, nu scant men in beide plaatsen documenten in en worden die via elektronische weg verstuurd.

Krijgt zo’n speler binnen de drie maanden dat zijn toeristenvisum geldig is, geen contract, dan moet hij terug naar zijn land van herkomst.

Casus 3. Een Afrikaan is hier, maar komt op het einde van zijn contract en vindt geen nieuwe verbintenis. Wat nu ? Kan hij hier stempelen, is hij direct illegaal ?

In principe is de verblijfsvergunning altijd één maand langer geldig dan de arbeidskaart. Spelers van wie de arbeidskaart afloopt, hebben na dertig juni nog één maand de tijd om een nieuw contract te vinden en de hele procedure opnieuw te doorlopen. Vinden ze geen nieuwe ploeg, dan moeten ze op 31 juli terug naar huis, of worden ze illegaal. Stempelen kunnen ze niet, want dat kan slechts tijdens de duur waarin hun arbeidskaart geldig is. Slechts mocht een ploeg in de loop van een seizoen failliet gaan, dan heeft zo’n Afrikaan tot het einde van dat seizoen (30 juni) recht op een werkloosheidsvergoeding.

Peter T’Kint

Een niet-Europeaan moet acht keer het minimumbedrag voor een betaalde sportbeoefenaar verdienen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content