Met 0-2 versloeg Anderlecht Club Brugge en effende zich een pad naar de titel. ‘Maar het verloop van deze competitie moet Anderlecht eigenlijk meer spijten dan Club Brugge’, zegt Emilio Ferrera.

Vóór Club Brugge-Anderlecht : één vraag. Wie wordt kampioen ? Emilio Ferrera : “Laten we eerlijk zijn : deze competitie is niet voor Club Brugge, denk ik. Zelfs al winnen ze van Anderlecht. Met drie overwinningen op verplaatsing is het onmogelijk om de competitie te winnen. De logica is in het voordeel van Anderlecht want zij hebben bijna geen herstructurering doorgevoerd binnen de club en de ploeg. Club Brugge wel en dat kost punten. Club Brugge mist misschien een beetje tijd, wat geduld van iedereen. Je ziet dat aan hun resultaten : ze hebben twaalf keer met één doelpunt verschil gewonnen. Dat is niet zoveel. Twee keer hebben ze met meer dan drie doelpunten verschil gewonnen : 4-0 tegen La Louvière, waarover twijfel bestaat, en 3-0 tegen Brussels. Dat is alles. Verder zie je nooit grote verschillen in de uitslagen en dat is typisch bij een nieuwe ploeg. Anderlecht heeft de laatste jaren nooit zo weinig punten gehaald en na 27 speeldagen nog nooit zo weinig gescoord. Daarom is het heel gevaarlijk om te zeggen dat ze nu een spelsysteem hebben gevonden met Frutos. Want wat gaat er gebeuren als Frutos er niet is ? Als club mag je zo niet denken en van een speler afhankelijk zijn : áls dat zo is, is dat heel gevaarlijk.”

Stelling : Anderlecht heeft Frutos om het verschil te maken, Club Brugge mist Lange om hetzelfde te doen.

“Frutos komt gewoon in een ploeg die er al was. Dat maakt een groot verschil voor een spits. Frutos – dat is waar – heeft gescoord, maar voor een juist oordeel moet je hem ook tegen een topclub bezig zien. Met alle respect, maar hij scoorde tegen La Louvière of Roeselare, dat is toch van een andere orde om een oordeel te kunnen vellen. Je moet hem Europees en tegen de top in België zien spelen. Club Brugge moet niet klagen dat Lange er niet is, want het koos voor een ander soort voetbal. Ze haalden er Portillo, Leko en Dufer, andere types dan ze gewoon waren. Dat is een bewuste en een positieve keuze om dat te durven, maar dan moet je daarna niet klagen.”

Ook niet over de schaduw van Sollied.

“Je moet niet denken dat het 4-3-3-systeem van Sollied is. Het is, denk ik, meer toeval, want wie in die ploeg heeft Sollied nog gekend ? Ik denk ook niet dat op het defensieve vlak de automatismen onder Sollied zo sterk waren. Dus je moet nu van Ceulemans niet zeggen dat hij voor het systeem van Sollied kiest. En neen, ik vind niet dat hij het moeilijk heeft om zijn visie op te dringen. Alle nieuwe trainers hebben het moeilijk als ze een nieuwe ploeg moeten bouwen. Dat is niet de fout van de trainers, de spelers of het bestuur, dat ís gewoon zo. Anders zou het te gemakkelijk zijn : zeven, acht, tien spelers wegdoen en anderen laten komen. Zo simpel is voetbal niet. Die regel geldt zowel voor de topploegen als voor wie achteraan zit : Sint-Truiden, Moeskroen, La Louvière, Lierse, dat zijn ploegen met een nieuwe kern.”

Geen herkenbaarheid

Met Anderlecht, Club Brugge en Standard streden de grote drie voor de titel. “Maar ik vind dat het verloop van deze competitie Anderlecht meer moet spijten dan Club Brugge”, zegt Emilio Ferrera. “Want Anderlecht heeft bijna niets veranderd. Dat is, vind ik, toch een wapen in vergelijking met de andere clubs. Maar dat zie je in het klassement niet. Niet aan het puntenaantal en niet aan het doelsaldo. Bovendien zijn ze ook al uitgeschakeld in de beker. Dus de conclusie is niet zo prettig. Ze zijn geregeld van spelsysteem veranderd ook. Als je voor de competitie had gezegd tegen het bestuur van Anderlecht dat ze zouden worden uitgeschakeld in de Champions League, uitgeschakeld in de beker door de laatste van de tweede klasse en met zo weinig punten moeten vechten voor de titel, ze zouden niet tevreden geweest zijn. Ik denk dat het duidelijk is dat er een grote schoonmaak moet komen, maar dan moet je niet denken dat het volgend jaar gemakkelijk zal zijn. Je kan ook niet zeggen dat Anderlecht veel pech heeft gekend met blessures of transfers van hun beste spelers, zoals destijds met Koller.”

De opstelling van beide ploegen is veel gewijzigd in de zoektocht naar de juiste invulling van het systeem.

“Club heeft in het begin van het seizoen veel veranderd en dat was ook logisch door de nieuwe filosofie, dan moet je een beetje van alles proberen. Bij Ander- lecht was dat gewoon een sportieve keuze. Maar ik zie in het buitenland de beste ploegen nooit van systeem veranderen, dus ik vraag me af of het geen slechte tendens is. Als Anderlecht of Club Brugge kampioen werden, speelden die altijd op dezelfde manier. Je mist in de competitie een beetje de herkenbaarheid. Een vast systeem is niet hetzelfde als een tactiek, hé. Op dat vlak kan je op voorhand te weinig zeggen over beide.”

Misschien, bedenkt Ferrera, misschien moest er niet zoveel veranderd worden bij Anderlecht. Mísschien. ” Broos is toch als tweede geëindigd vorig seizoen. Grote crisis binnen de ploeg. Dit jaar hebben ze die crisis op een andere manier opgelost, namelijk door spelers – Jestrovic, Baseggio – gewoon buiten te smijten. Was dat de oplossing ? Blijkbaar niet echt, want Club en Anderlecht hebben nooit zo weinig punten gehaald. Ik herinner me het seizoen 2001/02 : weinig punten voor Anderlecht, weinig punten voor Club Brugge en een derde werd kampioen. Dit jaar was hét jaar voor clubs zoals Genk, Standard, Gent en Zulte Waregem om kampioen te spelen. Als Zulte Waregem thuis tegen Lierse niet verliest, spelen ze voor de titel, hé. Volgend jaar moeten zulke ploegen voor de titel spelen. Anderlecht zal herstructureren en een derde mag dan misschien meekomen.”

De formule van Club

Dan de wedstrijd. Club Brugge-Anderlecht laat een thuisploeg zien die het spel naar zich toe probeert te trekken, maar Anderlecht zet goed druk en scoort, hoewel Club de match in handen heeft, na acht minuten dankzij Frutos, die Clement aftroeft.

“Clement volgt Frutos zelfs als hij daarvoor rechtsback of op het middenveldmoet gaan staan”, ziet Ferrera. “Is het zo gevaarlijk als Frutos daar kan koppen ? De verdedigers van Club stralen te weinig vertrouwen en charisma uit in vergelijking met de ploeg van vorig jaar. Verheyen laat de flank voor de laterale verdediger van Club en komt bij aanvallen naar binnen. Wilhelmsson doet op links bij Anderlecht ongeveer hetzelfde : naar binnen komen als vrije man. Bij beide ploegen speelt één middenvelder die mag penetreren : Goor bij Anderlecht en Englebert bij Club. Zij komen zonder bal de aanval steunen. Anderlecht is verplicht om terug te kruipen, want Club valt compact aan en de spitsen van Anderlecht spelen niet goed. Maar de verdedigers van Club zijn zo zwak – de opbouw van achteren uit is niet goed : Clement volgt Frutos overal en Maertens blijft alleen – dat je de indruk krijgt dat de spitsen wel goed zijn. Frutos, Wilhelmsson en Akin hebben eigenlijk nog niet veel goeds gedaan.”

Na 33 minuten gaat Klukowski een zeldzame keer mee naar voren. Meteen ontstaat er gevaar uit een voorzet naar Leko.

“Voilà, dat is de enige oplossing voor Club. Als de controle van Leko goed was, was het goal. Alleen durft Klukowski op links nauwelijks diep te gaan : hij heeft het defensief en offensief moeilijk en bijna alle aanvallen komen over rechts. Zo zie je dat het soms niet de aanval is die verantwoordelijk is als het offensief niet loopt. Bij Club zie je Verheyen en Portillo bij Ishiaku in het centrum komen spelen, waardoor Vanaudenaerde en Englebert op rechts en Klukowski en Leko op links het moeten doen. Alleen loopt er bij Club geen Van Der Heyden of Ceh meer bij, waardoor er van die vier met Englebert eigenlijk maar één is die offensief echt steun geeft. De rechterflank werkt redelijk goed, de linker niet. Vorig seizoen kon Ceh op momenten dat ze het zoals nu moeilijk hadden uit stilstaande fasen een wedstrijd oplossen, maar nu lukt dat iets te weinig.”

Na de rust grijpt Jan Ceulemans in en komt Dufer in de ploeg voor Portillo. Gert Verheyen komt daardoor op de linkerflank terecht en Klukowski blijkt zich offensief vaker in te schakelen.

“Mmmm… misschien is tegen een ploeg als Anderlecht die compact verdedigt de technische kwaliteit van Portillo in de kleine ruimte toch iets beter dan die van Ishiaku”, bedenkt Ferrera. “Verheyen was goed bezig met Englebert op rechts, maar door hem nu op links te zetten om iets te willen oplossen, creëer je misschien een probleem in een andere zone.”

Het blijkt halverwege de tweede helft. “Dufer heeft een goede voorzet, maar Verheyen zie je niet meer. Van de rechterflank komt niets meer. Dat zie je vaak in voetbal als je probeert een oplossing te vinden. Maar Ishiaku doet het centraal toch niet slecht.”

Naarmate de minuten verstrijken wordt tactiek steeds onbelangrijker : het aantal lange passes aan Brugse zijde neemt toe en Club eindigt met vier aanvallers en drie verdedigers doordat Balaban Vanaudenaerde en Roelandts Leko is komen vervangen. Anderlecht, dat Vanden Borre voor Akin en Mbo Mpenza voor Zetterberg bracht, is Ferrera nauwelijks opgevallen. “Anderlecht moest offensief te weinig doen, want Club maakte zelf de fouten. Het eerste doelpunt van Anderlecht was belangrijk voor dit soort wedstrijden : ze kwamen een beetje per toeval voor en moesten dan alleen nog het gevaar onder controle houden en dat heeft de verdediging goed gedaan.”

Vlak voor het einde is het Frutos die nog een tweede keer scoort en Anderlecht van de overwinning verzekert.

“Frutos is naar Belgische normen een hele goeie spits. Het is de eerste keer dat ik hem zie spelen. Hij is altijd beschikbaar op het veld, technisch goed, niet traag en hij heeft daarmee niet de nadelen van zijn gestalte. Dat was vroeger wat de kwaliteit van Brugge : een onbekende spits aantrekken die dan ontplofte, zoals Papin of Farina. De paradox is dat het Anderlecht is dat nu met die formule wellicht de titel pakt.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content