Philippe Clement, de aanvoerder van Club Brugge, voetbalde voorheen voor Sint-Anneke, Berchem, Beerschot, Genk en Coventry. ‘Mijn carrière is een zoektocht’, zegt hij, ‘en dat zal nooit stoppen.’ Wie waren tot nu toe zijn grootste inspirators?

Mijn ouders “Alles begint bij je ouders. Misschien nog meer bij mij dan bij veel anderen komt daar de essentie van mijn persoonlijkheid vandaan. Dingen die van mij gezegd worden, zoals dat ik een werker en gedisciplineerd ben en respect toon voor hiërarchie, kreeg ik van thuis mee.

“Mijn opvoeding was vrij traditioneel en in de ogen van velen ook streng. Als kind had ik nochtans het gevoel dat ik veel vrijheid kreeg. De school was het belangrijkste. Voetballen, basketballen en tennissen werd gezien als een beloning voor goede schoolresultaten. De lat lag hoog, ik moest niet met slechte punten naar huis komen. Maar als je dat van klein af meekrijgt, is hard je best doen normaal.

“Op een bepaald moment stelden mijn ouders mij voor de keuze: basket of voetbal. Ze gaven mij de pro’s en contra’s, maar lieten mij kiezen en mijn verantwoordelijkheid opnemen. Zolang ik niet de onnozele uithing, steunden ze mij daar dan ook in. Het was vrijheid op een gerichte manier.

“Zelfdiscipline is mij zeker van pas gekomen toen ik het voetbal combineerde met de hogeschool. Bij wijze van spreken was toen elke seconde ingedeeld.

“Ik studeerde voor industrieel ingenieur bouwkunde in Antwerpen en er waren professoren die het niet apprecieerden dat ik overdag met Beerschot trainde. Dat zorgde dan voor problemen tijdens het mondelinge examen. Vooral daarom verhuisde ik naar Genk: Enver Alisic trainde er ’s avonds en overdag kon ik naar school in Hasselt.

“Ik probeerde de twee zo lang mogelijk te combineren, maar uiteindelijk werd ik door de omstandigheden gedwongen om te kiezen voor het voetbal: ik werd international, ging mee naar het WK, kreeg later een aanbieding van Coventry. Voor het eerst in mijn leven werkte ik iets niet af dat ik was begonnen. Het was niet gemakkelijk, want eigenlijk was dat thuis not done.

“Dat voor mij de school zo lang primeerde, is in het hedendaagse voetbal vrij uniek. Het droeg ertoe bij dat ik in het voetbal over meer dingen ben gaan nadenken: wat zegt de trainer, wat wil hij, wat is goed voor de ploeg? Het hielp ook om mij aan te passen aan bepaalde situaties. Als er een trainer met andere ideeën toekwam of mij op een andere plaats zette, dacht ik mee in zijn verhaal en vroeg ik mij af: hoe kan ik dat met mijn kwaliteiten en gebreken invullen? Dat is belangrijk geweest in mijn carrière.

“Toen ik vlak voor mijn achttiende in de eerste ploeg van Beerschot in een groep met onder meer Ronny Prins terechtkwam, ben ik heel snel groot geworden. Voorheen was ik al wel eens met mijn vrienden gaan snookeren, maar voor de rest had ik nog niets van de wereld gezien. Met die mannen is dat op een paar maanden heel snel ingehaald. Als ze na de match of de maandag op stap gingen, was ik de taxichauffeur. Toen zag ik heel andere dingen van het leven en dat was een grote openbaring voor mij ( lacht).”

Aimé Anthuenis

“De school was net twee weken bezig toen Genk Alisic ontsloeg. Aimé Anthuenis volgde hem op, hij zei: ‘Vanaf morgen trainen we overdag.’ Toen stortte mijn wereld in. Ik had mijn ouders, familie en vrienden achtergelaten in Antwerpen, maar plots zag ik alle problemen van voorheen terugkomen. Die avond kreeg ik mijn tot nu toe nog altijd enige auto-ongeval. Bij het binnenrijden van de smalle garage onder het appartementsgebouw waar ik woonde, knalde ik tegen de muur. Ik was helemaal van de kook. De volgende dag ben ik naar Aimé toe gestapt. Ik legde hem heel de situatie uit en zei dat ik het op die manier niet meer zag zitten. Hij was meteen heel begripvol. Hij wou dat ook ik overdag trainde, maar de dagen dat we twee keer trainden, moest ik maar één keer komen en zonder hem te verwittigen mocht ik zelf kiezen welke training ik liet vallen. Het liep schitterend. Ik had meteen zoiets van: voor iemand die dat voor mij wil doen, loop ik door het vuur; wie zo in de bres voor mij gaat staan, ben ik eeuwig dankbaar. Bovendien gaf hij mij heel veel verantwoordelijkheid binnen de spelersgroep. Het overtuigde mij ervan dat ik iets kon worden in het voetbal. Later, toen we eens op stap waren met de vrouwen erbij, zei Nicole, mijn vrouw, eens tegen Vera, zijn vrouw: ‘Dat moet toch niet gemakkelijk zijn met zo’n trainer, die mannen zijn nooit thuis.’ Aimé tikte Nicole op de schouder en zei: ‘Meisje, bereid je er al maar op voor, jij zult hetzelfde meemaken.’ Hij was de eerste die mij daarop wees.”

Mijn vrouw

“Misschien is het in de machowereld van het voetbal not done om je vrouw als inspirator te noemen, maar het is een groot voordeel dat Nicole zelf topsport deed en daardoor kan inschatten wat het inhoudt. Ze was ooit Belgisch kampioen squash.

“Heel mijn carrière was tot nu toe een zoektocht en dat zal nooit stoppen. Nicole hield zich heel hard met het facet voeding bezig. Doorheen de jaren ontwikkelden we een systeem waarin we ons allebei goed voelen.

“Zij is zich ook bewust van het belang van rust voor een topsporter. In veel relaties is dat een probleem, maar Nicole liet mij erin vrij, steunde mij, stimuleerde mij zelfs om in bepaalde situaties nog meer rust te nemen. Zij verdiept zich zelfs in sommige aspecten van verzorging, onder meer in voetreflexologie.

“Ook op het mentale vlak is ze belangrijk. Ik heb thuis iemand nodig om mijn ervaringen, goede of slechte, mee te kunnen delen en ook op dat gebied zitten we op dezelfde golflengte.

“Dat zijn toch veel facetten waarin we elkaar vonden en dat is heel belangrijk. Er wordt altijd gezegd dat je in een relatie water in de wijn moet doen, maar alle twee hebben we het gevoel dat we er in al die jaren maar een druppeltje of drie, vier bij moesten doen. Het verklaart deels waarom ik nu, op de leeftijd van bijna 35 jaar, nog een bepaald fysiek niveau haal. Had ik niet op die manier kunnen leven, dan had ik ook minder lang kunnen sjotten.”

Lieven Maesschalck

“Door met Lieven Maesschalck samen te werken, door de oefeningen op zijn manier uit te voeren en elke keer te vragen wat de bedoeling ervan is, creëer je inzicht in hoe hij redeneert en werkt. Hij leerde mij mijn lichaam veel beter kennen en mij bewust te worden van wat het wel en niet nodig heeft. Dankzij hem doe ik ook oefeningen vóór de training. Het verlengde zeker mijn carrière.

“Het is een zoektocht en een evolutie van jaren geweest om te ondervinden hoe mijn lichaam in elkaar zit, waar mijn blessures vandaan komen en hoe ik aan mijn probleempunten kan werken. Ik kreeg niet het ideale lichaam voor topsport mee, ik mis souplesse. Dat kan je zo goed mogelijk proberen op te vangen, maar heel soepel kan ik nooit worden.

“Voor elke training doe ik op de club 20 minuten oefeningen en thuis nog eens dagelijks een halfuurtje. Ik kocht ondertussen een trilplaat, Nicole gebruikt die ook voor haar oefeningen. Dat staat bij ons gewoon in de living ( lacht).”

Congo

“Mijn reis naar Congo voor de Damiaanactie leerde mij veel dingen te relativeren. Dat was echt zeer confronterend. Het ene moment geef je op een zandveld training aan jonge kinderen en twee uur later sta je in een lepradorp. Die vijf dagen waren voor mij een rollercoaster van emoties. Ik ben er mezelf tegengekomen.

“Als je op televisie beelden ziet van stervende kinderen in Afrika vind je dat ook erg, maar twee minuten later ben je op een andere zender naar een komisch programma aan het kijken. Zo relatief is dat hier en zo was ik ook. Maar als je ter plaatse bent geweest, het gezien, gevoeld, gehoord en geroken hebt, dan schieten woorden tekort om het te beschrijven.

“Sindsdien kreeg ik ook een eindeloos respect voor die mensen van de Damiaanactie. Vaak wordt vergeten wat zij allemaal opgeven om ginder kinderen te kunnen gaan helpen. Ook daarom engageer ik mij bij Club Brugge elk jaar voor de veiling van shirts voor de Damiaanactie.

“Sinds die reis ben ik rustiger en misschien ook iets minder materialistisch geworden en kan ik het negativisme rond het voetbal veel beter relativeren. Ik geniet nog meer van dag tot dag van wat ik doe, plan minder ver vooruit en ben vooral heel blij dat ik hier geboren ben en niet in Congo. Want het enige verschil tussen ons en hen is: de plaats van geboorte en de kansen die wij hier krijgen en zij daar niet.”

Trond Sollied

“Tot besluit misschien een verrassende inspirator, omdat we ooit botsten: Trond Sollied ( lacht). Een belangrijke factor in mijn carrière is geweest dat ik behalve verdedigende kwaliteiten op een bepaald moment ook de capaciteit om te scoren bleek te bezitten. Als ik ondertussen al een hoop doelpunten maakte, dank ik die in grote mate aan hem.

“Pas onder Sollied ben ik beginnen te scoren. Voorheen gebeurde het zelden. Bij Genk was het moeilijk, want als je nog maar in de buurt van de backlijn kwam, werd Branko ( Strupar, nvdr) al boos ( lacht). Je moest al heel sterk staan om zelf eens je kans te durven wagen.

“Onder Sollied trainden we heel veel op afwerking, op centers en ook op koppen. Mijn timing dank ik deels aan het basketbal dat ik als kind vaak speelde, maar evenzeer aan zijn trainingen. Soms waren dat nochtans heel simpele oefeningen. In het begin gebeurde het dat Chris ( Van Puyvelde, zijn assistent-trainer, nvdr) naast de doelpaal stond, de bal gooide en wij vanop vijf meter naar de goal moesten koppen. Dan denk je wel eens: waar zijn we nu mee bezig? Maar als je je daarop gaat concenteren en elke keer heel bewust die bal naar de hoek mikt, is dat veel beter dan op een center hard te koppen naar ongeveer die hoek. Op die manier ervaar je dingen en creëer je ook een bepaald gevoel.

“Voor mij was dat een extra troef die belangrijk is geworden in de rest van mijn carrière. Want aan verdedigende kwaliteiten wennen mensen na een tijd en dan zien ze alleen nog de gebreken.” S

door christian vandenabeele – beeld: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content