‘Pas tegen het einde van het seizoen snapte ik de ploegmaats’

© BELGAIMAGE - JAMES ARTHUR GEKIERE

Een jaar geleden maakte David Okereke ogenschijnlijk vlot de overgang van La Spezia en de Italiaanse Serie B naar de Jupiler Pro League en de Belgische top. Alle ballen vlogen binnen. Daarna sloeg de twijfel toe. Aan de vooravond van de nieuwe competitie een gesprek met iemand die weer boordevol hoop, optimisme en goeie voornemens zit.

Na maanden van onderbreking rolt de bal eindelijk ook opnieuw op Belgische velden. De voorbije weken al in oefenmatchen. Zonder publiek, zoals het in augustus ook zo zal zijn. Spelers zullen hun energie uit andere bronnen moeten halen. Uit zichzelf, uit het groepsgevoel. Op dat vlak zit het bij Club Brugge snor. Geen nieuwkomers om in te passen, Club bouwt verder op wat het vorig jaar al creëerde: een toen fel vernieuwd elftal dat de voorbije weken en maanden naar mekaar toegroeide.

David Okereke (22) was daarin een opvallend figuur. De Nigeriaan begon sterk aan de vorige competitie, met in zijn eerste drie wedstrijden vier goals. Daarna viel hij, niet geheel onverwacht, terug. De sprong was groot geweest, de opeenvolging van wedstrijden ook. Hij stond minder op de voorgrond, verloor gaandeweg zijn vertrouwen, maar sloot het seizoen uiteindelijk toch nog af met 9 goals.

Uitgerust staat hij klaar om opnieuw te schitteren en beter te doen. Daar waar andere spelers van de break in mei en juni profiteerden om naar huis terug te keren, bleef hij in België. Zijn vakantie: tien dagen Limburg, in het huis van Stephen Odey, de Nigeriaanse spits van KRC Genk die net als hij in Lagos opgroeide.

Hoe beleefde je de voorbije maanden?

David Okereke: ‘Soms ging ik lopen, de meeste tijd zat ik gewoon thuis. Vreemd allemaal, zo zonder veel perspectief of wedstrijden, maar als iedereen safe blijft, is dat uiteindelijk allemaal nog het beste. Vakantie in Nigeria lukte niet, het contact met de familie heb ik gehouden via de telefoon. Elke dag hingen we aan de lijn. Ik miste het fysieke, iedereen kunnen knuffelen, maar de emotionele band is gebleven.’

Iedereen gezond in Lagos?

Okereke: ( knikt) ‘Ja. Ik ben wel net mijn grootmoeder verloren, vorige zaterdag. Maar dat laat ik niet in mijn hoofd kruipen. Ze was 85 en al een tijdje ziek, ze lag in een coma. Geen corona, neen. We hebben al eerder om haar verlies gerouwd en geweend. Zo is het leven.’

Hoe was het jonge leven van David Okereke?

Okereke: ‘Normaal. Een familie van zes, twee broers, nog een zus en dan my mum and dad. Christelijke principes, in Lagos, waar religie geen probleem is. Moslims en christenen leven er naast mekaar, in evenwicht. In één straat vind je vaak de beide religies. Lagos, A place where stars are born. ‘ ( lacht luidop)

Zoals?

Okereke: ‘ Odion Ighalo onder anderen, de spits van Manchester United. Ik kijk ontzettend naar hem op. Mijn pa was niet zo voor voetbal. Dat klinkt klassiek zeker. Hij had het altijd maar over school, school, school. Maar wij… Soms bleven we weg van school, om te voetballen. Hij kwam ook amper kijken wanneer ik speelde. De eerste keer dat hij me op het veld bezig zag was bij een wedstrijdje tussen twee stammen uit onze straat. Ibo vs Yoruba. Ik ben Ibo, maar spreek de taal niet. Yoruba wel. En Engels en Italiaans. Nu wil ik hier Frans leren, ik hou van talen.

Opgeven wil niemand, man. Ik wist wat me terug in Nigeria te wachten stond.’ David Okereke

‘Mijn pa wilde eerst niet komen naar de wedstrijd, maar zijn buurman overtuigde hem. Mijn oudste broer was toen doelman, ik de spits. We wonnen met 5-2 en ik maakte drie goals. Toen was hij wel trots op me. Later nog meer, toen ik bij de U23 van Nigeria na kwalificaties terug keerde, was hij super opgewonden. ‘Bedankt om mijn naam zo ver te verspreiden’, zei hij. Ik keek hem aan en dacht: wat krijgen we nu? Je bent de hele tijd tegen en nu bedank je me. ( lacht) Ik hoop dat mijn voeten groot genoeg zijn voor de schoenen van de hoop die men in mij stelt, want die is soms heel groot.’

Voel je druk?

Okereke: ‘Ik leer me daar boven te zetten. I’m growing. Elk jaar beter doen is de bedoeling.’

In de nationale ploeg wilde de stammentwisten vroeger nog wel eens voor problemen zorgen, vertelde Daniel Amokachi, een van je voorgangers in Brugge.

Okereke: ‘Ik ken die verhalen, maar het gebeurde vooral onder zwarte bondscoaches. Nu we veelal Europeanen als bondscoach hebben, denken die toch eerder in sportieve criteria. Welke spelers zijn de beste? Het gaat om resultaat, niet om hoe de ploeg voetbalt, of welke achtergrond een speler heeft. Dat is ook mijn standpunt. Het maakt niet uit of een wedstrijd goed dan wel slecht is, als je maar wint. Dat maakt de fans blij. Een goeie wedstrijd afsluiten met verlies maakt fans boos. Dus… play shit football and win, is de boodschap. ( lacht) Drie punten…’

Geluk

Zit er talent in het DNA van de familie?

Okereke: ‘Mijn vader heeft altijd volgehouden dat ook hij ooit voetbalde, vroeger. ( lacht) Mijn oudere broer is een goeie doelman, mijn zus ook, in haar schoolteam. Ik was vroeger een nummer tien. Je hebt talent nodig, maar ook een portie geluk. Ik was lang niet de beste waar ik vandaan kwam. En de trainingsomstandigheden waren ook niet optimaal. Maar dat trokken wij ons niet aan. Heb je geen voetbalschoenen? Speel dan op blote voeten. Geen bal? Speel met papier en plak die met tape aan mekaar.

‘Dat ik in Europa terechtkwam, is eigenlijk een ongelooflijk verhaal. Op een dag zag mister Henry me voetballen. Hij vroeg: kan jij uit de voeten als spits? Ik knikte en hij antwoordde dat hij me een test kon bezorgen bij de U17 van de nationale ploeg in Abuja. Daar faalde ik. Lange verplaatsing, meer dan dertien uur, en dan niet door… Ik was kwaad en had het helemaal gehad met voetbal. Toen belde ik mijn ma: ‘Ik stop ermee. Ik keer terug naar school.’ Daarop belde mister Henry opnieuw. ‘Geef het niet op, ik ken nog een academy in Abuja, misschien kan je daar terecht.’ Na vijf minuten, echt waar, langer was het niet, hadden ze daar voldoende gezien. De coach kwam me opzoeken en vroeg: ben jij een spits? Fantastisch! Al onze spitsen zijn gekwetst en we moeten over drie weken in Italië een tornooi spelen. Train verder mee, misschien kan jij ons uit de nood helpen.’ Die ploeg bleek zo goed, dat we dat tornooi wonnen. Ik kreeg fantastische ballen, mocht lopen waar ik wilde, ik moest gewoon de ballen nog tegen het net schieten. Zo belandde ik in Europa. Ik weet niet waar ik dat geluk heb verdiend, maar goed, ik raakte er.’

David Okereke: 'Ik weet niet waar ik het geluk heb verdiend om in Europa te belanden, maar ik raakte er.'
David Okereke: ‘Ik weet niet waar ik het geluk heb verdiend om in Europa te belanden, maar ik raakte er.’© BELGAIMAGE – JAMES ARTHUR GEKIERE

( peinzend) ‘Babbel ik niet te veel?’

Respect

Je moet wel durven, op je zeventiende al naar Italië trekken. In je eentje.

Okereke: ‘De eerste maanden waren super moeilijk. Ik weende veel. Legaal was het niet, ik was te jong en pleegouders namen me onder hun hoede. We waren met drie jongens en ze behandelden ons als hun eigen kinderen, maar ik was down in die periode. Had ik een trein- of een busticket kunnen kopen, dan was ik teruggekeerd. Ik mocht geen wedstrijden spelen, welk perspectief heb je dan? Toen de papieren uiteindelijk toch in orde kwamen, bleek ik te jong voor de coach van La Spezia. In Italië krijg je als jongere twee, drie wedstrijden om je te bewijzen; wanneer je dan de kans niet pakt, wordt het lastig. Ik voetbalde niet bij de jeugd, had fysieke problemen, een lastige periode.’

Het zorgen voor mijn familie is mijn motivatie. Wat ben je, alleen op de wereld, met veel geld, maar niemand om te bellen?’ David Okereke

Je had kunnen opgeven en naar huis terugkeren.

Okereke: ‘Dat wil niemand, man. Ik wist wat me daar te wachten stond. Ik kom niet uit een rijke familie, mijn vader had maar een gewone job. Alle hoop rustte op mij, de voetballer in Europa. Ik weet nog dat de jongens in Italië mij verweten dat ik op mijn geld zat, dat ik egoïstisch was en niks wilde uitgeven. Ik zei: fuck, bro, ik let gewoon op. Ik verdiende 200 euro, dan konden ze toch niet verwachten dat ik die allemaal zou uitgeven? We kregen al eten en onderdak… Wat had ik nog uit te geven dan?’

Je stuurde het via Western Union naar huis?

Okereke: ‘ Exactly. Ik nam de fiets, en reed naar hun kantoortje. De eerste keer weigerden ze me zelfs, ik moest mijn Italiaanse vader inschakelen om te tekenen. Zo hielp ik de familie thuis: 50 euro voor noodgevallen en 150 euro opgestuurd. Als we met de banda gingen shoppen, keek ik altijd uit naar de goedkoopste kleding. Die van 5 euro en zo. ( lacht) Een vriend van destijds stuurde me eens een video. Daarin toonde hij het prijskaartje van een shirt en zei hij: ‘David, dit is een shirtje van 10 euro. Dat is jouw prijscategorie.’ ( lacht uitbundig)

‘Het zorgen voor mijn familie is mijn motivatie. Dat houdt me gaande. Ik weet waar ik vandaan kom, dat mensen naar me opkijken en dingen van me verwachten. Ik heb veel gewicht op mijn schouder; er zijn veel mensen waar ik moet voor zorgen, jongeren, ouderen… Zo zijn we in Afrika. Soms denk ik ook wel eens: pff, ik zou liever alleen zijn en het geld allemaal zelf uitgeven. Maar wat dan? Wat ben je, alleen op de wereld, met veel geld, maar niemand om te bellen? Saai. Familie komt voor alles.’

Zijn we in het westen te egoïstisch?

Okereke: ‘Zo denk ik niet. Afrikanen hebben gewoon een andere cultuur. In Italië had ik een vriendin en op een dag riep ze wat tegen haar moeder. Wow… Dat moet je in Afrika niet proberen. Roepen tegen je ma. Ik sprak haar erop aan en ze antwoordde: ‘Zeg, ik ben aan het studeren en ze maakt wat veel lawaai.’ Roepen tegen je ma omdat ze lawaai maakt?

‘Een andere keer ging ik met een directeur van La Spezia eten en zijn vijf- of zesjarig dochtertje zei tegen oma dat ze moest zwijgen. Ik dacht opnieuw: wow… Zo zijn ze hier in Europa. Ik kan u niet aanspreken bij uw naam. Ik kan u ook niet rechtstreeks in de ogen kijken, als ik met u praat. Voor ons is dat een gebrek aan respect. De eerste keer dat ik tegen de coach praatte zei die: ‘Hé, kijk me aan.’ Ik probeer dat hier wel, omdat de normen anders zijn, maar het is wennen. Dat is ongewoon voor ons. Wij zijn wél doorbijters, de meesten van ons. Omdat we weten waar we vandaan komen en niet terug willen. Niemand wil terug naar Afrika.’

( peinzend) ‘Ik praat echt wel veel, hé. ‘

In vier jaar heb je heel wat sprongen gemaakt: van de Italiaanse derde klasse naar de Champions League. Sta je daar soms bij stil, hoe snel een en ander gaat?

Okereke: ‘Ja. Eigenlijk zou het 1-2-3-4 moeten zijn, niet 1-2-3-2-6 ( lacht). Serie C, Serie B, Serie C, Serie B en dan Champions League. ( lacht luidop) Soms moet je eens op je stappen terug keren om te weten waar je de laatste hebt gezet. Het was niet dat ik de basics miste, maar ik dacht gewoon te veel na. Als ik de vibe niet voelde bij de anderen, als ik bij de anderen niet voelde dat ze er helemaal voor wilden gaan, dat ze de tegenstander niet wilden afmaken, dan had ik het zelf ook lastig. Daar moest ik de voorbije jaren sterker in worden, dat loslaten. Doet iemand zijn job niet, oké, trek het je niet aan. Focus op jezelf. Zoek de vibe in jezelf, haal je energie elders. Voor mij is dat lastig. Voor mij is de groep van belang.

‘In Cosenza gingen we elke woensdag samen uit eten en daarna karaoke zingen. Het was samen zingen, samen lachen. We waren niet de beste ploeg, maar we klopten iedereen, vanwege dat groepsgevoel. Lange bal, fight and run. ‘ Just run‘, vroeg de trainer me. ‘ Run and score. ‘ Antwerp football. ( lacht luidop) Als ik onze captain ( Ruud Vormer, nvdr) bezig zie, denk ik: zo wil ik ook voetballen. Die energie overbrengen. That’s my guy! Maar als ik dat niet zie, word ik op een veld een goeie jongen en gaan de mensen denken dat ik geen agressiviteit in mijn lijf heb. En dan ben ik wat voorzichtig, zeg ik niet voldoende wat ik denk. Ik let daarvoor op, ook in de kleedkamer. Onder invloed van adrenaline kun je soms foute dingen zeggen.’

David Okereke: 'Mijn black-out bij Club duurde veel langer dan bij La Spezia.'
David Okereke: ‘Mijn black-out bij Club duurde veel langer dan bij La Spezia.’© BELGAIMAGE – JAMES ARTHUR GEKIERE

Binnen een kleedkamer moet toch alles kunnen.

Okereke: ‘Op papier wel, maar in deze ploeg wordt in de kleedkamer niet zoveel gepraat. Iedereen gaat naar binnen, kalmeert, houdt het rustig. ( nadenkend) Anderzijds: zoveel moeilijke momenten zijn er vorig seizoen ook niet geweest, tenzij een paar keer Europees.’

Black-out

Hoe analyseer je vorig seizoen?

Okereke: ‘Ik vond het top, achteraf bekeken. Veel ups en downs, ja, maar dat is deel van het spel. In La Spezia heb ik ook moeilijke momenten gekend, op de bank gezeten nadat ik even niet scoorde. Mijn black-out hier duurde veel langer. Toen ik voelde dat ik terug aan het komen was, kreeg ik een blessure en daarna was er de lockdown. Achteraf bekeken was het veel om te verwerken: een ander kampioenschap, wedstrijden om de drie dagen, Champions League…

‘Ik probeer nu beter voorbereid te zijn, sneller te recupereren. Vorig seizoen speelde rond deze periode het verrassingseffect. Verdedigers kenden me niet zo goed. Later hadden ze de handleiding, was ik een open boek. Minder ruimte om in te duiken, hardere tikken, ik raakte zelf makkelijker gefrustreerd… We veranderden ook van systeem, 4-3-3 werd 3-5-2. Dat speelden we bij Cosenza ook, maar anders. Hier zijn de spelers veel technischer, is er veel meer beweging. Pas tegen het einde van het seizoen snapte ik de ploegmaats, wanneer de passen zouden komen, welke bewegingen werden gemaakt. Ik denk dat het dit seizoen allemaal beter zal lopen.

‘Zelfvertrouwen is alles. Als je de main man bent, untouchable lijkt, is het gevoel heel anders. Een jaar geleden had ik dat. I felt like a king. Maar fysiek waren het te veel wedstrijden en dan begon het mentale te spelen: een keer op het veld, een keer op de bank – een keer naar de tribune zelfs. Toen raakte ik alles kwijt, omdat ik het niet zag aankomen. Daarna wist ik het niet meer, of ik op de bank zou zitten, zou starten…’

De eerste keer dat ik tegen de coach praatte zei die: ‘Hé, kijk me aan.’ Voor ons is dat een gebrek aan respect.’ David Okereke

In Genk kregen we vlak voor de lockdown nog een geniale flits van klasse, bij je assist.

Okereke: ‘Ik zei al dat ik vroeger nog als tien speelde. Achteraf zei iemand: dat is een teken dat je over veel kwaliteiten beschikt, dat je een goeie voetballer bent. Daar moet ik verder op bouwen. De rotatie leren accepteren, vertrouwen in mezelf hebben. Niets mag me nog in mijn zwarte gat trekken, want daar uit raken is zeer moeilijk voor mij. Dan lukken zelfs de makkelijkste passes niet meer.’

Voelde je deze zomer betrokkenheid bij de Black Lives Matter-beweging?

Okereke: ‘ No. Omdat ik weet dat er toch niks gaat veranderen. We roepen altijd maar: change, change, change, maar niks beweegt. Voorstanders zeggen: ‘Als je je stem niet laat horen, verandert er niks.’ Maar zelfs al laat je je horen…’ ( blaast)

Het zorgt toch voor meer bewustwording?

Okereke: ‘Een tijdje. Tot er een ander thema in de actualiteit komt en iedereen in zijn oude gewoontes hervalt. Het is nu al weg, is mijn indruk. Gaat racisme ooit de wereld uit? Neen. Ga jij mij zeggen dat alle zwarten blanken accepteren en nu nog omgekeerd? Ook dat klopt niet. Het is de mentaliteit van iedereen die moet veranderen, hoe je de kinderen ’traint’. Niemand wordt als racist geboren, het is wat je een kind leert. Een zwart kind omarmt een blank kind als het klein is. Maar tien jaar later staan ze mekaar misschien naar het leven. Omdat het hen zo is aangeleerd. We zijn allemaal racisten geworden. Blacks én whites. Ik denk dat het bijna onmogelijk is om dat te veranderen. Ik veroordeel niemand, omdat het vaak ook geen individueel gevoel is. Algemeen. Cultureel. Maatschappelijk. En dat is zeer moeilijk in beweging te zetten.’

Okereke kort

Favoriete club Arsenal

Favoriete stad Milaan

Favoriete speler Robert Lewandowski

Meest memorabele voetbalmoment promotie naar Serie B

Favoriete stadion ‘Parc des Princes, want in Bernabéu speelde ik niet. Qua sfeer Galatasaray, daar waren de fans top.’

Moeilijkste tegenstander Manchester United

Favoriete voedsel Brood en bonen, de Nigeriaanse versie

Mooiste land Nigeria

Favoriete muziek Goeie beats, genre is random.

Ambitie ‘Hoog mikkend zeg ik: de Champions League winnen. En voor Arsenal voetballen.’

Wie wil je ooit ontmoeten? ‘Robert Lewandowski. Kort, het moet geen vijf minuten zijn. Twee vragen wil ik hem stellen. Welke? Die houd ik voor hem.’ ( lacht)

Romelu Lukaku ‘Een beest, voor iedereen een nachtmerrie. Snel. Goeie spits, tenzij hij in één tijd voetbalt. Hij is zoals ik: als ik niet een tijd speel, ben ik okay.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content