Louis van Gaal hunkert op een bijna gênante manier naar erkenning. Een succes als bondscoach ontbreekt nog op zijn palmares. Daarom ontving

hij vorige week graag een driekoppige delegatie van de KBVB. Portret van een eigenwijze trainer.

Heel graag vertelde Guy Thys vroeger over de periode dat hij bij Antwerp Louis van Gaal onder zijn hoede had. Toen, in het midden van de jaren zeventig, mochten er maar drie buitenlanders spelen. Bij Antwerp stonden die altijd vast. Je had de dribbelvaardige en erg populaire Deense rechtsbuiten Flemming Lund, de Oostenrijkse virtuoos Karl Kodat, een van de beste buitenlanders die ooit in België speelde, en diens opportunistische landgenoot Alfred Riedl, die later nog voor Standard voetbalde. Louis van Gaal viel als vierde buitenlander meestal uit de boot. Dat begreep de middenvelder niet. “Hoe kan het dat ik niet speel? Niemand kan zoveel aan de bal als ik”, vroeg een radeloze Van Gaal op een gegeven moment aan Thys. Die bleef onverstoord en grijnsde: “Dat kan best zijn Louis, maar er is één probleem: u hebt de bal nooit.”

Met die analyse van Thys kon Van Gaal niet leven. De andere spelers liepen met een grote boog om de geïrriteerde Van Gaal heen en toen Eddy Snelders hem eens bij hem thuis uitnodigde, mocht de binnenkomer van Van Gaal er zijn: hij zei dat de smaak van de koffie niet deugde. Rechtuit en rechtaan is Van Gaal altijd geweest, praten met omwegen was nooit aan hem besteed.

Als een van de drie buitenlanders van Antwerp geblesseerd of geschorst was, mocht Van Gaal wel opdraven. Toen dat de allereerste keer gebeurde, wenkte Van Gaal op zijn bekende, wat pedante manier zijn trainer. “Hoe wilt u dat ik speel?”, vroeg hij aan Thys. Die hoefde geen seconde over het antwoord na te denken: “U speelt zoals altijd Louis: traag, zeer traag.” En hij stapte lachend weg, tevreden over zijn inval.

Een hoog zelfbeeld bezat Louis van Gaal ook als voetballer al. Hij was technisch briljant, maar dat verbleekte bij zijn traagheid en gebrek aan wendbaarheid. Als een eend waggelde hij over het veld. In vier seizoenen bij Antwerp (1973-1977) kwam hij niet verder dan 42 competitiewedstrijden.

Gebrek aan tact

Vaak komt het er als club op aan het talent van een trainer tijdig te ontdekken. Toen Aad de Mos na een vergulde periode KV Mechelen inruilde voor Anderlecht, medio 1989, had manager Paul Courant diens opvolger klaar: Louis van Gaal, op dat moment adjunct-trainer van Ajax, nadat hij voordien ook twee jaar als assistent-trainer en heel even zelfs als hoofdtrainer bij AZ had gewerkt. Courant was gecharmeerd door de bevlogen manier waarop Van Gaal over voetbal praatte. Hij stond toen al bekend als iemand die graag met jeugd werkte, hij hamerde op details omdat hij zo veel mogelijk het toeval wilde uitsluiten en probeerde voortdurend om zijn systeem in de ploeg te slijpen. Trainen was voor hem ook veel herhalen. Voor Courant bleek Van Gaal de geknipte figuur om met KV Mechelen de door De Mos opgebouwde successen verder te zetten. Maar voorzitter John Cordier kende Van Gaal niet en durfde de gok niet aan. Hij koos voor een grotere naam, ook al had die weinig ervaring als trainer: Ruud Krol. Dat bleek een grove misrekening: Krol werd zes maanden later ontslagen. Van Gaal bleef nog twee seizoenen adjunct-trainer van Ajax en werd in 1991 hoofdtrainer. Zes jaar lang zou hij daar de successen opstapelen, het begin van een schitterende loopbaan: twee keer Barcelona, tussenin een wrang avontuur als Nederlands bondscoach en nu dus AZ dat hij naar de titel leidde.

Sinds hij van het succes mocht proeven, is er een bijna huiveringwekkende rode draad in de carrière van Louis van Gaal: hij gaat geregeld in de clinch met andere mensen, bij voorkeur met journalisten. Daarnaast etaleert hij op sommige momenten een bijna ontluisterend gebrek aan tact. Zoals die ene keer, in 1995, nadat hij met Ajax kampioen werd en de eeuwige antagonisten PSV en Feyenoord werden verlamd door de door hem gecreëerde voetbalmachine. Op het Museumplein van Amsterdam, voor een uitzinnige menigte, manifesteerde Louis van Gaal zich als een hysterische volksmenner: hij nam de microfoon ter hand en schreeuwde dat Ajax de beste ploeg is van Eindhoven, de beste ploeg van Rotterdam en de beste ploeg van de hele wereld. Dat hij achteraf niet werd overvallen door een gevoel van diepe schaamte, is veelbetekenend voor zijn complexe persoonlijkheid.

Geen zelfcontrole

Louis van Gaal beschouwt zichzelf als een positivist. Hij gelooft, zo liet hij al bij herhaling horen, in de mens. Zijn vrouw Truus, zo beweert hij, noemt hem zelfs naïef. Mensen die zeggen hem goed te kennen komen steeds weer met dezelfde verhalen: Louis van Gaal is eerlijk, oprecht, een warme persoonlijkheid, een man die een gezelschap kan amuseren.

Dat beeld botst brutaal met de Van Gaal zoals hij zich naar buiten gedraagt: iemand die zich boven iedereen verheven voelt en de indruk geeft het voetbal als het ware heruitgevonden te hebben. Zijn aanvaringen met de media zijn haast niet meer te tellen. Van Gaal slaagt er niet in zichzelf te controleren. Hij weet dat het leven voor hem een stuk gemakkelijker zou zijn indien hij wat minder scherp en snedig uit de hoek zou komen, maar hij kan geen rol spelen. Dat mag hem echter geen vrijbrief geven om over de schreef te gaan. Van Gaal is soms onbeleefd en onbeschoft. Hij vernedert journalisten die vragen stellen die hem niet zinnen. Niemand die hem dan op de vingers tikt. Toen Barcelona een paar jaar geleden op Club Brugge speelde voor de UEFA Cup en er een tolk was aangesteld om de toen Spaans pratende Van Gaal te vertalen, nam hij die taak na een paar minuten zelf op zich. Hij vond dat de man er niet veel van bakte en zijn woorden verkeerd weergaf.

Het heeft te maken met het buitenproportionele zelfvertrouwen van Louis van Gaal. Hij stelt zichzelf niet in vraag maar geeft zich voortdurend complimenten. Vaak op zo’n manier dat hij op hol slaat. Die bijna extreme zelfingenomenheid maakt van Louis van Gaal wel eens een eenzame man: toen hij twee jaar geleden met AZ in extremis de titel miste, was er in Nederland veel leedvermaak. Maar misschien, zo bedenken sommigen ook, maskeert Van Gaal met zijn attitude ook zijn onzekerheid. Ook daarom hunkert Van Gaal zo naar erkenning. Dat Guus Hiddink nu overal zo wordt opgehemeld, zit hem niet lekker. Dat alles wat Johan Cruijff vertelt in Nederland als evangelie wordt aangezien, is voor hem al helemaal een bron van ergernis.

Een echte leermeester

Het vakmanschap van Louis van Gaal staat buiten iedere discussie. Hij is een geniale trainer, een onwrikbare persoonlijkheid, hij heeft een visie die hij zeer nadrukkelijk verkondigt, hij is – vanuit zijn opleiding als gymleraar – een leermeester die heel duidelijke instructies geeft. Zijn filosofie wil hij wel eens herroepen, zoals dit seizoen bij AZ bleek. Na een rampseizoen waarin hij dominant voetbal probeerde te brengen, stapte hij tijdens deze voetbaljaargang van zijn principes af en bedacht een speelstijl die is afgestemd op de individuele kwaliteiten van zijn ploeg. Dat is sterk nadat Van Gaal eind vorig seizoen in Alkmaar nog de handdoek in de ring wilde gooien. Even opmerkelijk is het dat de spelers zich toen openlijk en haast eendrachtig voor het aanblijven van hun coach uitspraken. Het zegt veel over de omgangsvormen van Louis van Gaal. Hij predikt een ijzeren discipline, is heel nadrukkelijk aanwezig in de groep, laat zich verbaal vaak gelden, maar houdt er in wezen niet van te veel te moeten corrigeren. Daarom ook draaide zijn avontuur als Nederlands bondscoach op een mislukking uit. Hij miste bij de te gelouterde internationals de gedrevenheid en motivatie om zich voor honderd procent in te zetten voor het Nederlandse elftal. Dat deed hem besluiten zelf op te stappen. Het is een litteken in zijn carrière.

Als er waarden zijn die Louis van Gaal in het leven koestert, dan is dat eerlijkheid, trouw, discipline, verantwoordelijkheidsgevoel en respect voor een ander. Zo werd hij door zijn moeder opgevoed. Van Gaal, de jongste uit een gezin van negen, verloor zijn vader toen hij elf was. Zijn moeder organiseerde het huishouden even strak als een voetbalelftal: ieder kind had zijn taak. En: er waren duidelijke afspraken. Het is de leidraad voor de trainer Van Gaal. En voor de vader. Ooit vertelde Van Gaal, wiens eerste vrouw aan kanker overleed, in een interview met De Volkskrant dat hij zijn dochters wel eens heeft terechtgewezen door hun hoofd onder een kraan te houden. Omdat ze moesten leren dat er consequenties zijn verbonden aan een bepaald gedrag.

Loyaal met spelers

Als bondscoach heeft Louis van Gaal iets recht te zetten. Daarom lonkte hij al geregeld naar die job. En daarom ook laat hij horen dat het hem, aanvankelijk in een duobaan met AZ, wel zou interesseren om de Rode Duivels onder zijn hoede te nemen. Hij weet dat er veel talent is in België, en heeft bij AZ vier internationals in de rangen. Hij zal zijn accenten leggen, maar niet ten koste van alles het aanvallende voetbal waarmee hij werd grootgebracht cultiveren.

Of het ooit tot een akkoord komt met de KBVB moet worden afgewacht. Van Gaal houdt ervan om een nieuwe ploeg te bouwen. Maar in hoeverre kan hij zijn stempel drukken als bondscoach. Als clubtrainer maakte hij van modale voetballers sterren en metselde hij een hecht topteam in elkaar. Van Gaal kan wel beter met jeugd omgaan dan met vedetten. Het wordt hem wel eens verweten: dat hij mensen die een andere mening hebben dan hij niet tolereert.

Louis van Gaal zal zich in ieder geval niets aantrekken van de communautaire gevoeligheden in dit land. Een diplomaat is hij nooit geweest. Hem van idee doen veranderen, is nog niemand gelukt. Maar voor zijn spelers neemt hij het altijd op. Dat was al zo toen hij op zijn 35e heel even hoofdtrainer van het tegen de degradatie vechtende AZ mocht worden nadat de toenmalige coach Hans Eijkenbroek wegens hyperventilatie wegviel. Het bestuur wilde toen Wim van Hanegem aanstellen maar Van Gaal vroeg zich met de hem kenmerkende branie af waarom dat moest gebeuren als hij er was. Hij redde AZ van de degradatie. Toen de spelers een beloofde premie niet kregen, stapte hij woedend naar het bestuur. Omdat de dirigenten geen vat op hem hadden, mocht hij niet blijven.

Nu is Louis van Gaal de koning van Alkmaar. En een goede profeet. Op de eerste werkdag van dit seizoen richtte de trainer het woord tot de supporters en zei dat de spelers niet top zijn, maar dat het wel goede voetballers zijn die toppers willen en kunnen worden. Dat, zo vertelde Van Gaal ooit, vindt hij wel eens vervelend: dat alles wat hij zegt meestal uitkomt. S

door jacques sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content