Van een voicemailbericht van Marc Wilmots over de (deze keer niet) bedrieglijke dromen van Marco Borsato tot de dribbels van Lionel Messi: zeven weken lang leefde Sammy Bossut in het Wonderland van de Rode Duivels en het WK. Voor een keer kijkt Sammy niet omhoog, maar achterom.

Sammy Bossut: “‘Gemiste oproep, onbekend nummer’, verscheen op mijn gsm na onze laatste play-offmatch op Club Brugge. Zulte Waregemsupporters hadden tijdens de tweede helft weliswaar al ‘Sammy naar Brasil’ gezongen – ik vermoedde dus al iets – maar mijn hart sloeg toch even over toen ik op mijn voicemail Marc Wilmots hoorde. Ik belde meteen naar mijn vriendin, want meegaan naar Brazilië betekende onze trouw en vakantie uitstellen. ‘Dit mag je niet laten liggen, bel maar vlug terug’, zei ze. Waarop Wilmots zijn eerste boodschap bevestigde: ‘Silvio Proto liep een blessure op. Jij staat in de rangorde vlak achter hem. We rekenen nu op jou.’ Euforie? Niet echt, zelfs op zulke momenten ben ik heel kalm. Op de bus heb ik het alleen tegen de spelers naast mij en tegen Francky Dury verteld, maar voor we in Waregem arriveerden, was de hele groep natuurlijk al op de hoogte. Steve Colpaert had niet kunnen zwijgen (lacht) en het radionieuws had er intussen ook over bericht.

“Daarna was het hectisch: terwijl mijn gsm ontplofte, maakte ik in zeven haasten mijn koffer klaar, want de volgende dag moest ik me al om 12.30 uur in Genk melden. Die maandagmorgen heb ik nog met Proto gebeld en hem beterschap gewenst. Daarna de route in mijn gps ingegeven. ‘Vertrek om 9 uur’, gaf die aan, maar toen ik een halfuur onderweg was: ‘Herberekening. Aankomst: 11.30 uur.’ Een uur te vroeg… Oei. (lacht) Nóg meer tijd om na te denken. Hoe zal de sfeer zijn? Hoe zullen ze op mij reageren? Stressy, ja, al had Thorgan Hazard me wel al proberen gerust te stellen: ‘Maak je geen zorgen, spelers en staf zullen je meteen in de armen sluiten.’ Dat bleek ook, want toen ik als eerste aankwam, ontfermde keeperstrainer Erwin Lemmens zich over mij. Hij stelde me aan iedereen voor, we regelden enkele praktische zaken, en toen de spelers binnendruppelden en Kevin De Bruyne, Romelu Lukaku en Simon Mignolet direct een praatje kwamen slaan, voelde ik me al meer op mijn gemak.”

Rustig, Sammy

“Ik brandde van goesting om me te bewijzen, maar die eerste dagen op training was ik te gedreven, te heftig. Al tijdens de opwarming direct knállen: vallen, rechtstaan, vallen, rechtstaan… Ik wilde het te goed doen en maakte daardoor wat foutjes. ‘Rustig Sammy’, kalmeerde Erwin me. ‘Zestig procent is nu voldoende.’ Maar voor iemand die altijd aan honderd procent traint, is dat moeilijk. (lacht)

“Gelukkig verliep de integratie vrij vlot. Al zou ik pas écht opgenomen worden nadat ik, zoals elke nieuwkomer, een liedje gezongen had. Eden Hazard riep zelfs al vanaf de eerste dag ‘zingen! zingen!’ tegen Januzaj, Origi en mij, maar Wilmots temperde: ‘Pas eind van de week, als we voltallig zijn.’ Adnan en Divock waren voor hun ‘optreden’ heel zenuwachtig, Januzaj blokkeerde al na drie zinnen en had van mij zelfs opnieuw moeten beginnen. (lacht) En ook ik voelde meer stress dan bij het keepen voor twintigduizend man. Ik koos daarom voor ‘Dromen zijn bedrog’ van Marco Borsato, een makkelijke tekst die ik grotendeels al in mijn hoofd had zitten. Ik gaf me voluit, tot jolijt van de groep, want toen ik in de handen klapte, deed bijna iedereen mee.

“Die doop was een kantelpuntje, ja. Ik zag steeds meer hoe die zogenaamde ‘sterren’ gewone jongens waren zoals jij en ik. Op geen enkel moment hebben ze mij het gevoel gegeven dat ik ‘maar’ een keeper van Zulte Waregem met een ‘klein’ loon was. Toen in Brazilië beslist werd dat elke speler enkele honderden euro zou bijdragen aan een cadeau voor de staf, dacht ik wel even ‘oei, da’s veel’ – toch voor mij – maar als de groep dat beslist, moet je daarin mee. Uiteindelijk kreeg iedereen ook dezelfde premie, daar kon ik dus niet over klagen.

“Over de groepssfeer al zeker niet. Aan tafel zat ik op een vaste plaats bij de Vlamingen – Toby Alderweireld, Kevin De Bruyne, Nicolas Lombaerts, Simon Mignolet, Thomas Vermaelen – en praatte en lachte ik evenveel als bij Zulte Waregem. Het zotje uithangen en typische voetbalgrappen met scheerschuim en zo uithalen, heb ik daar wel niet gedaan, maar als er iemand te laat kwam en we die als straf tegen de oren pitsten, deed ik vrolijk mee – het is mij zélf ook overkomen. (lacht)

“Op één keer na heb ik wel gepast als er ploegmaats, en dat waren er nogal wat, gingen golfen. Niets voor mij. In onze schaarse vrije tijd Skypete ik liever met thuis, luisterde ik met Toby aan het zwembad naar muziek, of kaartte ik met Eden en Kevin. Geen poker, maar peikezotten. Met succes, want ik heb vaak gewonnen.” (lacht)

Debuut tegen Luxemburg

“Een tweede belangrijk moment was mijn onverwacht debuut tegen Luxemburg, de dag na mijn ‘doop’. Ook die vuurproef heb ik goed doorstaan. Veel minder gespannen dan de eerste trainingsdagen, ik voelde me er helemaal klaar voor. Ik heb zelfs niet nagelaten om Vincent Kompany en Thomas Vermaelen te sturen: ‘Druk zetten. Duw hem naar links…’ Die tegengoal na dertien minuten was wel een domper, maar ik had me weinig te verwijten en daarna heb ik het weinige werk dat ik moest opknappen, vooral terugspeelballen, perfect uitgevoerd. Ook een prima één-tegen-éénredding na balverlies van Kompany, waarna de hele tribune achter mijn goal ‘Sammy! Sammy!’ scandeerde. Speciaal, ja. Ik voelde me een échte Rode Duivel. Ook Vincent feliciteerde me achteraf met mijn prestatie.

“Toch kwam het besef dat ik een WK zou meemaken pas in Brazilië. Niet tijdens de eerste week in Mogi das Cruzes, want toen zagen we niet meer dan het hotel en het veld – een stage zoals ik er al meer meegemaakt had. Wél toen we in Belo Horizonte, voor de eerste match tegen Algerije, onder politiebegeleiding – zelfs een helikopter! – met de bus naar het stadion reden, we onderweg duizenden met graffiti bespoten huisjes zonder isolatie, ramen en alleen een deur zagen, en enkele kilometers verder in een imposant stadion aankwamen. Een enorm contrast tussen schrijnende armoede en luxe: kleedkamers met vier ijsbaden, twee jacuzzi’s, twintig douches… In de tribunes ook vier ultrascherpe megaschermen, plús een spandoek met ‘Waregem groet Sammy’ als opschrift, van enkele ex-collega’s van mijn vriendin. Dan voel je je toch even speciaal, zo ver weg van huis. (lacht)

“Veel tijd om daarbij stil te staan, heb je echter niet. Ik liet dat ook niet toe. Alle focus meteen op de wedstrijd. Ook de opwarming pakte ik heel ernstig op. Eerst samen met Simon – Erwin hield zich bezig met ThibautCourtois – en daarna de typische zaken voor een reservekeeper: centers en lange ballen trappen.

“Hoe de groep naar de match toeleefde, was nauwelijks anders dan bij Zulte Waregem. Jongens die naar muziek luisteren, anderen, zoals ik, die zich rustig klaarmaken en concentreren. Wel een grotere spanning natuurlijk. En ook de traditionele huddle voor de wedstrijd was apart. Niet alleen met de basiself maar met alle bankzitters, om het groepsgevoel nog meer te accentueren. Op zo’n moment geraak je wel onder de indruk van Kompany: hoe hij als een generaal zijn troepen oppept. Met de traditionele peptalk – ‘hiervoor hebben we zo hard gewerkt, dat mag niet voor niets geweest zijn, nu moeten we alles geven’ – maar toch straalt hij een groot charisma en leiderschap uit. Na de overwinningen in de poulefase en zelfs na die tegen de VS viel me ook op hoe opvallend nuchter en kalm hij was – iedereen eigenlijk. Blij, ja, maar nooit overdreven euforisch, telkens meteen gefocust op de volgende partij.

“Zelf beleefde ik die matchen – op de hoek van de bank, dan heb ik meer ruimte – enigszins ontspannen, maar ook geconcentreerd. De kans dat ik als derde keeper zou moeten invallen, was natuurlijk heel klein, maar je weet nooit, hé. Je moet op alles voorbereid zijn. Anderzijds was het wel genieten, zeker als je Lionel Messi op enkele meters van jou ziet voetballen – toch nog iets anders dan op tv. Die rust, die balbeheersing, die dribbels, die slimmigheid om een fout uit te lokken als hij vastzat… Daar valt je mond toch even van open.”

Rustiger geworden

“Die wedstrijden waren natuurlijk onvergetelijk, maar voor mijn persoonlijke ontwikkeling waren de trainingen belangrijker. Niet dat ik er veel nieuwe dingen gedaan heb, alleen soms wat andere oefeningen, want de basis blijft dezelfde: coördinatie, klemvastheid, stabilisatie… Dat benadrukte Simon ook: ‘Of je nu hier, voor Liverpool of Zulte Waregem speelt, een keeper moet gewoon ballen pakken.’ Alleen verleg je door op zo’n hoog niveau te trainen automatisch je grenzen. Bij Zulte Waregem kan ik vaak niet anders dan een terugspeelbal controleren omdat er niemand vrij staat, terwijl ik bij de Duivels in één tijd moest terugkaatsen. Daar gaven de verdedigers mij ook de mogelijkheid voor, ze denken mee met de keeper.

“Als je nooit op dergelijk niveau getraind hebt, zit je in het begin wel met twijfels, maar na die eerste gespannen dagen voelde ik dat ik meer dan mijn mannetje kon staan. Simon was zelfs positief verrast door mijn techniek en snelheid van uitvoering. Nochtans ben ik in Brazilië geen andere of veel betere keeper geworden, al leer je van topkeepers als Courtois en Mignolet altijd wel iets. Simon zag bijvoorbeeld dat ik bij een sprong met mijn armen te laag afzette. ‘In Engeland blokkeren de verdedigers je armen. Je moet ze voor je sprong al op schouderhoogte houden.’ Dat doe ik nu dus anders, zoals ik ook de moeilijke terugspeelballen beter plaats, en niet meer gewoon naar voren trap.

“Nog belangrijker dan die details is dat het geloof in mezelf is versterkt, de bevestiging dat mijn keeperstrainer Gianny De Vos en ik hier goed werk leveren. Het heeft me rustiger gemaakt. Vroeger kon ik me ergeren aan kranten die me een na goede match een vijf op tien gaven of aan mensen die vonden dat ik de laatste jaren geen progressie gemaakt had. Maar als dat zo was, had Wilmots mij niet meegenomen naar Brazilië, hé. Ik weet nu dat ik dat topniveau wél aankan en voel nu ook meer respect. Van de buitenwereld, maar ook van de jongeren bij Zulte Waregem. Ze vragen om raad, luisteren goed. Al zijn er ook speciale mannen als Conte en N’Diaye die me plagen: ‘Meneer is naar het WK geweest, hij gaat het eens zeggen hoor.’ (lacht)

Geen korte studs

“Nog meer dan vroeger werp ik nu op als een ‘leider’. Op het WK heb ik gezien hoe groot de winnaarsmentaliteit van de toppers is. Hoe zij bij elk balverlies meteen weer druk zetten, met de héle groep. Dat pomp ik er nu in bij jongens die niet altijd meeverdedigen. Een nog meer professionele attitude ook. In Soligorsk (voor de terugmatch van de Europa Leaguevoorronde, nvdr) gleden enkele spelers voortdurend uit op het pas gesproeide veld. Schoenen met kórte studs… Zulke fouten kunnen niet en dus heb ik me tijdens de rust enorm kwaad gemaakt: ‘Nú gaan jullie van schoenen veranderen. Wij zijn dan wel uitgeschakeld, maar ik wil wínnen. We zijn hier niet voor de fun. ‘

“Toch brul ik op het veld na een tegengoal niet meer zoals vroeger. Dat is nutteloos. Ik geef nu vooral opbouwende kritiek, wijs de jonge spelers rustig op hun fouten. En als ze zien dat ik er ook altijd honderd procent voor ga, dan aanvaarden ze dat ook. Als leidersfiguur druk ik zo meer mijn stempel, maar voor de rest heeft dat WK-avontuur me niet veranderd. Mensen lezen soms zotte bedragen in de krant en denken dan dat je een dikke nek zult krijgen, maar volgens vrienden en kennissen ben ik als mens nog altijd dezelfde. Nog meer dan op mijn prestaties op het veld, ben ik dáár het meest trots op.”

DOOR JONAS CRETEUR – BEELDEN BELGAIMAGE

“Op geen enkel moment hebben de andere Duivels mij het gevoel gegeven dat ik ‘maar’ een keeper van Zulte Waregem was.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content