Topschutter van de Jupiler Pro League en Profvoetballer van het Jaar. Ivan Perisic groeide op in Omis, een schilderachtig stadje aan de Kroatische kust. Sport/Voetbalmagazine trok erheen en sprak met familieleden, vrienden en trainers.

D ajana moet straks lesgeven in de lagere school aan de overkant van de straat, maar even tijd voor een babbel op het terras van Hotel Plaza is er nog wel, geeft ze aan. Haar man is Igor Jelavic, de tweelingbroer van de moeder van Ivan Perisic. “Hij voetbalde onder meer voor Hajduk Split, Rijeka en Zagreb, en in 1989 ( het geboortejaar van Ivan, nvdr) zelfs een klein halfjaar bij de Belgische derdeklasser RFC Namen”, vertelt ze in het Engels. “We leefden toen in het Queen Victoria Hotel.”

Igor is er ook, net als Mario, hun jongste zoon, maar zij spreken alleen Kroatisch en dat zijn wij niet machtig. “Hij speelt in de spits bij de U19 van Hajduk en was al jeugdinternational bij de U15”, zegt Dajana. “Ivan beweert dat hij een nog groter talent is dan hijzelf en droomt ervan om ooit samen met zijn neef in dezelfde ploeg te zitten. Vorige zomer liep Mario al stage bij Genk en bij Rijsel. In augustus wordt hij achttien. Ook Toni, onze andere, zes jaar oudere zoon, was een talent, maar hij mist onverzettelijkheid en is ondertussen gestopt. Momenteel verblijft hij trouwens bij Ivan in België. Mario is van karakter dezelfde als Ivan: een winnaar, een werker, ambitieus en gevoelig voor onrechtvaardigheid, net als hij kent hij soms problemen door zijn impulsiviteit.”

De Jelavicen zijn oorspronkelijk afkomstig van Vrgorac, een wijndorp dat een kilometer of honderd verder tegen de grens met Bosnië en Herzegovina is gelegen. “De vader van Ivans moeder is politieman geweest en haar moeder was een huisvrouw die wat in een kleine winkel werkte. Ze wonen nog altijd in Omis. De ouders van Ivans vader zijn hardwerkende buitenmensen met een boerderijtje in de bergen. Het voetbaltalent van moederszijde en de stabiliteit van vaderszijde vormen blijkbaar de genetische code voor het succes van Ivan.”

Omis

Ivan werd geboren in een kraamkliniek in Split, maar hier groeide hij op: op een kilometer of vijfentwintig van de hoofdstad van Dalmatië in een schilderachtig stadje van hooguit zevenduizend inwoners aan de monding van de Cetina, de rivier die er een brede kloof klieft in het indrukwekkende kale gebergte dat in het kristalheldere water van de Adriatische Zee uitloopt. Veertien jaar later verhuisde het gezin Perisic-Jelavic naar Split, maar tot dan ging Ivan naar school recht tegenover Hotel Plaza.

Het is schooltijd en op het terras maakt Dajana plaats voor Branko Vojnovic, een vriend van vader Ante Perisic die vertelt dat hij gastarbeider is geweest in Duitsland en daar met Bergisch Gladbach in de Dritte Liga actief was – ’s anderendaags zal hij ons rondleiden in Omis: onder het bladerdek van de met platanen omzoomde hoofdstraat, langs het groente- en fruitmarktje, en cafeetjes en restaurantjes in steegjes van het oude stadsgedeelte die hier en daar uitzicht bieden op de ruïnes van het middeleeuwse slot bovenop de rotsen. “Als jeugdspeler hechtte Ivan veel belang aan de schoonheid van het spel”, zegt hij. “In Frankrijk en België won hij aan kracht en agressiviteit en werd hij compleet. Maar hij is zoals zijn vader: zelfs met een gebroken been zou hij nog voortspelen. Bij de U17 van Kroatië zei Ivan Gudelj dat als hij geen superspeler wordt alle trainers die met hem werkten hun diploma zouden moeten inleveren.”

Ondertussen zijn Ante Perisic én Ivan en Hrvoje Culek bijgeschoven, twee zonen van de zus van Ivans vader. Ook aan vaderszijde van de stamboom van Ivan Perisic zijn ze wel degelijk sportminded, betogen ze: Ante speelde basket en zijn beide neven voetbalden, zij het alle drie op amateurniveau. “Ivan was een hyperactief kind en zodra duidelijk werd dat hij over heel veel voetbaltalent beschikte, zijn we hem in die richting beginnen te pushen”, bekent Ante. “Vooral de impact van zijn oom Igor was groot. Het was op zijn aanraden dat Ivan na een jaar of drie bij de voetbalclub van Omis naar Hajduk Split verhuisde. Anita, zijn vier jaar jongere zus, tenniste, maar mist de fysiek om prof te kunnen worden. Zij legt zich meer toe op haar studie. Maar karakterieel zijn het twee dezelfden: snel opvliegen maar ook weer snel gaan liggen.”

Copacabana

Achter Hotel Plaza ligt het zandstrand waarop Ivan Perisic vaak trainde. “Dat was zijn Copacabana”, zegt Branko Vojnovic. “In het tussenseizoen liep hij vaak van hier langs de kronkelende kustlijn tot in Dulce, waar ik woon, kamers verhuur en een strandbar uitbaat.” Dat gebeurde onder leiding van Branko Susnjara, de broer van gewezen Hajdukspeler Goran Susnjara die even de trainer van Ivan was bij Omis en hem daarna op vraag van Ante jarenlang individueel begeleidde. Hij is de laatste die zich die namiddag voor het rootsverhaal van zijn poulain meldt op het terras tegenover de school.

“Wat meteen opviel, was zijn capaciteit om een wedstrijd te lezen en in het moment zelf te handelen”, merkt Susnjara op. “Maar even belangrijk was zijn wil om te werken. Van toen hij twaalf was en naar Hajduk ging tot hij op zijn zeventiende naar Sochaux vertrok, was er elk jaar maar een dag of veertien waarop hij niet trainde of speelde. Elke week deden we minstens twee extra trainingen en na het seizoen kreeg hij een week vrij en begonnen we daarna alweer te lopen. Aan de correctie van de traptechniek van zijn linker werkten we een jaar aan een stuk. Soms weende hij erbij, maar hij zette door. Met zijn attitude stelden er zich alleen in de puberteit wat problemen. Eén keer stuurde ik hem weg, omdat hij niet wou luisteren, met de mededeling dat ik hem nooit meer wou zien. Ik liet zijn vader weten wat er gebeurd was en die zond Ivan terug om zich tegenover mij te komen excuseren. Dat was een belangrijk moment in zijn ontwikkeling.”

Susnjara zag Ivan meer dan Ante hem zag. Hij voerde hem naar Hajduk, analyseerde de trainingen en de wedstrijden, en bracht hem terug naar Omis. Opinies zijn in voetbal vaak een probleem, ervaarde hij. “Alles is meetbaar, maar meninkjes verkondigen is makkelijker natuurlijk. Bij de U15 werd er niet met hem gewerkt zoals het hoorde en werd hij aanvankelijk niet opgeroepen voor de trainingen van de nationale ploeg in Zagreb omdat hij zogezegd te traag was. Maar uit testen bleek nadien dat hij op een na de snelste was.

“Als een trainer niet achter je staat, kan je niets doen. Bij Sochaux kwam er na het vertrek van Alain Perrin iemand in de plaats die met een ander makelaarsbureau samenwerkte en andere spelers haalde. Alleen daarom kwam Ivan in de tweede ploeg terecht. Als ik hem toen vroeg waarom hij niet mocht meedoen met het eerste, antwoordde hij: ‘Ik weet het niet. Ik kan ze allemaal opeten, maar ik krijg geen kans.’ Omdat hij nooit het geloof in zichzelf verloor en scherp bleef tijdens de week en in het weekend, behield hij zijn niveau. Zijn redding was uiteindelijk dat Tonci Martic met Roeselare een club vond die hem speelkansen garandeerde. De evolutie die hij sindsdien maakte, is logisch. Het is alleen ongelooflijk dat zijn talent in zijn eigen stad niet naar waarde werd geschat.”

Cisla

Langs bossen, wijnranken en olijfgaarden rijdt Ante met ons en Branko Vojnovic het gebergte in naar het zeven kilometer verder gelegen Cisla, het dorpje waar hij geboren is en waar zijn ouders nog altijd wonen. Enkele huizen en een kerkje liggen er verspreid in een idyllisch landschap. Bij de Perisicen hangt aan de gevel een basketring. Op het dak staat een schotelantenne. “Ivan liet die installeren omdat zijn grootouders via satellietverbinding wedstrijden van hem zouden kunnen bekijken”, zegt Ante. “Dan zit mijn moeder te bidden voor een goede afloop.” ( lacht) Petar is al de tachtig voorbij, maar bewerkt nog altijd een aanzienlijk stuk landbouwgrond. De ontmoeting is hartelijk. De kurk gaat van een fles zoete witte wijn, er wordt geklonken en ondertussen zoekt Lucija wat jeugdfoto’s van haar bekende kleinzoon bijeen. Naast de tv springt het kadertje met de Kroatische nationale ploeg die onlangs in Parijs een vriendschappelijke wedstrijd tegen Frankrijk speelde in het oog. Een van de elf A-internationals is Ivan Perisic.

Achter het huis staan op de heuvelrug de gebouwen en de graansilo ’s van de vroegere legkippenhouderij. “Ook Ivan hielp hier vaak”, merkt Ante op. “Meewerken maakte deel uit van zijn opvoeding.” Het bezorgde hem de bijnaam ‘Perija’: ‘Peri’ van Perisic en ‘ja’ van ‘jaja’, Kroatisch voor ‘eieren’. “Maar het ging te traag voor hem, het was te gemakkelijk. Ik betaalde hem ervoor, maar het gebeurde dat hij met dat geld zijn vrienden betaalde om in zijn plaats te komen werken. Op een dag zei hij: ‘Niet dat ik niet wil helpen, maar dit is niet wat ik later wil doen in mijn leven. Ik wil profvoetballer worden.

“Ivan is heel nobel, hoor. Ik weet dat hij bijvoorbeeld vanuit België geld opzendt naar vrienden.” Zijn rechtvaardigheidsgevoel is groot, getuigt hij. “Ik zal je een anekdote vertellen van tijdens een jeugdwedstrijd bij Hajduk: de scheidsrechter zag een fout van een van zijn ploegmaats op een tegenstander niet en daardoor kwam hij in scoringspositie, maar wat deed Ivan? Hij stopte, zei tegen de scheidsrechter dat er een fout was gebeurd en gaf de bal aan de tegenstander.”

Ante nam destijds de kleine kippenboerderij van zijn vader over en breidde ze na de Kroatische onafhankelijkheidsoorlog (1991-1995) gevoelig uit. Maar het noodlot sloeg toe: na zware investeringen richtte een salmonellabesmetting de zaak ten gronde en raakte hij heel diep in de schulden. “Met een partner en met de steun van Ivan begon ik in Zagreb ondertussen een nieuw kippenbedrijf. Het is groter, moderner en concurrentiëler binnen de Europese Unie.”

In de wagen toont hij ons het etiket dat op een karton van tien eieren gekleefd wordt. De verdeling ervan in Dalmatië gebeurt via de firma van zijn neef Ivan Culic in Dugopolje, een gemeente vlak bij Split. Het ondernemerschap zit de hele familie al langer in het bloed, ook aan moederszijde, legde die ons in de namiddag uit. “Zelfs ten tijde van het communistische Joegoslavië waren we al op zelfstandigheid gericht, onder meer via de teelt van bloemen.” Hij onderhield ons toen ook kort over de geschiedenis van Omis: van 1221 tot 1444 was het in handen van piraten en daarna was het een deel van Poljice, een republiek van een vijftig vierkante kilometer met een regering en een voor die tijd vrij democratische grondwet en een onverzettelijk plattelandsvolk dat Napoleon in het karstgebergte tot wanhoop dreef. Het is daarvoor dat Ivan Perisic eeuwen later in Frankrijk bij Sochaux moest boeten, wordt er tegenwoordig met de glimlach verteld.

Split

Split is vlakbij. ’s Avonds eten we er vis aan het water. Ante vertelt dat hij zijn zoon onlangs het boek ‘Ivan Gudelj, Hajducki Prica’ cadeau deed. Het is het verhaal van de gewezen middenvelder van Hajduk die op zijn eenentwintigste al aanvoerder was van Joegoslavië en vijf jaar later hepatitis B kreeg en moest stoppen met voetballen. Misschien dat Ivan er extra kracht uit put om nóg meer voor zijn sport te leven, want de weg naar de top is lang en hard.

“Technisch was hij van klein af al top, maar de vraag was altijd: zal hij het mentaal overleven? Daarom lieten we hem niet alléén naar Sochaux vertrekken en verhuisden zijn moeder en zus mee naar Frankrijk. Sinds hij in België speelt, woont hij op zichzelf en moet hij rijper van geest worden. Pas na zijn eerste seizoen bij Club Brugge was ik ervan overtuigd dat hij zal slagen.

“Ivan is het type jongen dat af en toe eens moet kunnen uitgaan, maar hij realiseert zich dat hij daardoor meer kan verliezen dan hij ermee kan winnen. Volgens mij is het moeilijkste achter de rug en zal het beste nu komen. Dat hij de familie financieel steunt, er in die zin de leider van is, bevorderde zijn maturiteit.” In Omis zeggen ze: hij is de ster van de familie, maar zonder familie was hij nooit een ster geworden. “Er is ook wat geluk voor nodig. Zie wat Ivan Gudelj ondanks alles overkwam. Wat bij ons ook belangrijk is: het geloof in God, in religieuze bronnen, het geloof dat er altijd een uitweg is. Zelfs na de ramp in onze business bleven we geloven dat iemand ons zou helpen.”

Het is al voorbij middernacht als we op de terugweg naar Omis het stadion van Hajduk voorbijrijden. Op vrijdag 3 juni wordt de EK-kwalificatiewedstrijd Kroatië-Georgië er gespeeld en zal Ivan Perisic er voor het eerst terugkeren sinds hij er bijna vijf jaar geleden geen volwaardig profcontract kreeg en voor Sochaux koos. In een opwelling van vreugde slaat Ante ons op de linkerknie. “Kom je niet kijken, Christian?” Zijn ogen en zijn glimlach verraden gelukzaligheid.

Op de achterbank zit Branko in gedachten al verder. “Volgend seizoen komen we jou in België ophalen om naar Borussia Dortmund te gaan kijken. Afgesproken?”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN:GF

“Dat Ivan de familie financieel steunt, er in die zin de leider van is, bevorderde zijn maturiteit.” Ante Perisic

“Met zijn attitude stelden er zich alleen in de puberteit wat problemen.”

Branko Susnjara”Ivan is zoals zijn vader: zelfs met een gebroken been zou hij voortspelen.” Branko Vojnovic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content