Bijna 29 en bezig aan een sterk seizoen dat op een wat vreemde manier voor hem begon. ‘Plots startte ik op de bank. Nog nooit gebeurd.’ Monoloog van een ‘oudgediende’.

M ichael Klukowski: “Ik voel me goed. Er komen veel wedstrijden aan en dat is fun. Mijn instelling is: probeer te genieten van elk moment, elke match. Voor de Gold Cup ( voetbaltoernooi voor landenteams van de Concocaf, nvdr) deze zomer begon, had ik een week of drie vakantie, en straks hebben we een winter break. We moeten niet klagen. De vakantie valt door dat kerstvoetbal wat later, maar andere jaren waren we niet veel langer thuis. Voor buitenlanders die Kerstmis met de familie wilden doorbrengen, is het wat lastiger, maar ik denk dat het beter is om je er gewoon bij neer te leggen.

“De play-offs … Het is anders dan we gewend zijn, maar ik denk dat het leuk kan worden. Meer wedstrijden, meer toppers. Ik ben er nieuwsgierig naar. Competitie is competitie: een lang seizoen, met ups en downs. Dit wordt een cupsysteem, tien matchen, één of twee fouten en je bent afgemaakt. Dat geeft dus meer druk. Altijd tegen de topteams, dat is eigenlijk iets wat je als speler toch wilt, neen? Club Brugge speelt het liefst tegen Anderlecht, ik ook.

“Het doet een beetje Amerikaans aan, dat systeem. Money time in maart, zoals zij zeggen. Je moet je focus als speler wat verleggen. Nu nummer één zijn betekent eigenlijk niks. Je moet op het juiste moment pieken. Nu zo dicht mogelijk bij de top blijven, maar tegelijk je topvorm sparen voor de maanden waarin het er echt op aan komt. Ik ben er zeker van dat alle gegevens die de trainers nu doorkrijgen, gaan resulteren in een plan om dan klaar te zijn. Daarover is voldoende communicatie, ze vragen geregeld of we moe zijn of niet.”

De start

“Ik begon het seizoen op de bank, ja. Fijn dat je me eraan herinnert, ik was het al vergeten. ( lacht) Ach, ik snapte het wel. Een nieuwe coach. Hij had me nooit zien spelen, omdat ik de laatste vier wedstrijden van vorig seizoen geblesseerd was. Vervolgens vertrok ik met vakantie en daarna was er de Gold Cup met Canada, zodat ik de hele voorbereiding miste. Ik vond dat voor mezelf een goed toernooi en ik kwam vol zelfvertrouwen terug, maar … zat plots op de bank. Was me nog nooit overkomen! Ik wist dat ik uiteindelijk wel mijn kans zou krijgen. No stress.

“Het voordeel is: of je nu speelt of niet, je krijgt altijd duidelijkheid van de trainer. Over het waarom van zijn beslissing. Dat is héél belangrijk voor een speler. In mijn geval zei hij: ik heb je nog niet zien spelen en ben er niet zeker van hoe fit je bent. Ik dacht: oké, dat is normaal, het seizoen is nog lang, ik krijg mijn kans wel. Zo zit ik in elkaar. Trouwens: het team komt op de eerste plaats. Altijd.

“Tactisch heb ik dit jaar al wat verschillende posities bekleed. Meestal linksachter, maar ik speelde ook behoorlijk wat matchen als centrale verdediger, een stuk of zes, zeven keer. Ook links in een defensie met drie. Mijn voorkeur? Als het maar op de flank is. Liever dat dan een centrale rol.

“Het gaat goed, tot dusver, maar voldoening zal ik straks alleen hebben als we een prijs pakken. Persoonlijke voldoening is van weinig tel. Het seizoen is nog lang, we kunnen nog beter. We spelen dit systeem nog niet zo lang, er zijn veel jonge spelers, en er zit veel talent in deze groep. Wij hebben een ploeg die echt wel wat kan winnen.

“De ploeg is beter dan vorig seizoen, maar vooral het voetbal is beter. Elke speler kent zijn rol en is zich bewuster van wat hij op het veld moet doen. Dat maakt het makkelijker.

“Ligt het aan de trainer, aan de nieuwe spelers, aan de vorderingen die de anderen maken? Dat is moeilijk te zeggen, vind ik. Wat waren de redenen voor de mindere prestaties de afgelopen vier jaar? Ik zou ze niet direct kunnen geven. Met de ene trainer lukt het, met een andere niet, en waarom dat dan is? De Hollandse aanpak? Ik kijk niet naar afkomst. Als speler luister je naar de regels en die zijn bij iedereen anders. Het enige verschil is duidelijkheid, in alles.

“Een verschil voor mij is ook dat we beter de bal houden. Ik ruk graag mee op, maar als je in de opbouw veel balverlies hebt, kost dat krachten. Hoe meer balbezit, hoe beter het is voor vleugelspelers. Mentaal sta je ook sterker. In elke wedstrijd hebben we het gevoel dat we kunnen winnen. De coach gaat er ook telkens voor, dat zorgt voor vertrouwen bij de spelers. Spelers weten dat we offensief moeten en mogen spelen.

“Ik denk niet te veel, ik doe gewoon mijn job. Ons voetbal is goed, maar kan nog beter. Het afwerken kan beter, de defensie ook. Regelmaat is belangrijk. Hardnekkiger achterin, leper ook soms. Maar het belangrijkste vind ik toch dat het voetbal goed is. Dat is het verschil met vorig seizoen. De supporters zien het, wij voelen het. Het is veel leuker.

“Inmiddels ben ik een van de anciens. Scary, binnenkort word ik 29. Het gaat allemaal zo snel … Autoriteit? Op het veld wel, denk ik. Je hoort me niet zo veel, maar ik probeer altijd wat te tonen. In de kleedkamer ben ik geen leider. Dat is mijn ding niet. Ik probeer gewoon gedisciplineerd te zijn. Wat ik wel vind, is dat je in de kleedkamer meningsverschillen mag hebben. Maar die mag je nooit doortrekken op het veld. Daar moet één ploeg staan.

“Scoren voor Brugge deed ik nog niet. Niet in de competitie, niet in een beker. Soms is dat een frustratie, ik heb al wat raamwerk van het doel geraakt, maar nog niet gescoord. In La Louvière lukte dat wel. Maar nu ik wat offensiever speel, komen er misschien nog kansen.”

Knokke

“België is een mooi land om in te wonen. Eerst La Louvière, nu Knokke, daarvoor Frankrijk. Ik pendelde nog een tijd tussen La Louvière, waar ik een appartement in de stad had, en Rijsel. Nu wonen we sinds anderhalf jaar aan zee.

“Waals-Vlaams. De voetbalaanpak is dezelfde, de mentaliteit een beetje anders. In Wallonië zijn de mensen opener, iets meer easy going. Eigenlijk is Vlaanderen een ander ‘land’. Dat het verschil zo groot is, daarvan werd ik me pas na de verhuis bewust. Je reed als voetballer van La Louvière wel met de bus naar een stadion, maar eigenlijk kwam je er zelden écht. Pas als je er leeft, ga je het zien. En voelen, de manier waarop Vlamingen en Walen naar elkaar ‘kijken’.

“Is dat vergelijkbaar met Canada? Misschien wel, ja. In de grote metropolen à la Montréal zijn er geen problemen. Die zijn zo internationaal. Maar elders zijn er wel gevoeligheden: Québec, bepaalde steden. Overal waar ze twee talen spreken, zul je spanningen voelen. Ook Canada heeft zijn bewegingen die pleiten voor meer onafhankelijkheid. Sommige mensen vragen me zelfs of Québec al een land is. Ik denk dat het nooit zal gebeuren. Hier evenmin, denk ik. ( aarzelend) Zo goed volg ik de politiek niet. Ik volg wel het nieuws, maar ik verdiep me er niet in.

“We leven nu in Knokke. In de winter een heel andere stad dan in de zomer. Totaal anders. Winkels zijn er open op zondag, een groot verschil met vroeger. Toen we nog in Rijsel woonden, was op zondag alles dicht. Hier kun je wat rondwandelen met de familie, alles is open …

“Mijn vrouw heeft het wat moeilijker in Vlaanderen. Ze is Pools. Ik leerde haar kennen in Frankrijk, waar ze werkte. Ze spreekt Engels en Frans, maar geen Nederlands. Soms is dat lastig. Zij vond het leven in Rijsel leuker. Meer multicultureel, meer te doen voor haar. En wat haar raakt, raakt mij uiteraard ook. Maar goed, dat gebeurt overal. Daarmee moet je leven. En zo’n groot probleem is het ook weer niet. Dat je niet graag leeft waar je woont, kan ook in je vaderland gebeuren.

“Mijn vaderland, dat is Polen. Mijn ouders wonen opnieuw in Warschau, de familie van mijn vrouw is ook van daar. Mijn broer leeft nog in Canada, waar ik opgroeide. Mocht ik nu moeten kiezen tussen de twee landen, het zou héél moeilijk zijn.”

door peter t’kint

Ik speel liever op de flank dan centraal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content