middenvelder

Belg, geboren op 19 april 1980 in Brustem. 1,77 meter – 70 kilo. Profiel: de hondstrouwe.

Peter Delorge: “Ik ben hier sinds mijn zeventiende. Ik vertegenwoordig de huisstijl: nooit opgeven, altijd je truitje nat maken, vol overgave, een goeie mentaliteit. Ik ben iemand die perfect weet wat hij kan en niet kan. Ik heb vroeger nog in de provinciale reeksen gespeeld, als je daar niet hard bent, krijg je stampen. Dat heb ik in mijn spel meegenomen.

“Ik ben een echte Truienaar, geboren in Brustem, wonend in Heers. Ik ga hier niet snel vertrekken. Ik hou van de stad, de omgeving, van de mensen, hun manier van denken. Een Truienaar is iemand met het hart op de tong. Die zal in je gezicht zeggen wat hij van je denkt, nooit achterbaks.

“Soms vind ik dat spelers wat te veel in de watten gelegd worden, daarom is het niet slecht dat het hier anders is. Wat meer de oude stempel. Wij hebben nog altijd geen sauna of bubbelbad op de club. Als wij moe zijn, of we hebben het verdiend, maken we wel een uitstap richting zo’n zaak. Een van mijn beste kameraden maakt uren. Die vertrekt om vijf uur ’s morgens en komt soms om zeven, acht uur ’s avonds thuis. Daar doe ik mijn hoedje voor af. Andere vrienden werken in de bouw, sommige voetballers beseffen niet wat voor leven ze hebben.

“Ik kan thuis ook niet stilzitten. Ben graag bezig, met de kinderen, in de tuin, als het kan gaan we samen fietsen. Een mooi huis, een mooie job, gezin, familie, alles is in orde, wat kan ik mooier dromen?

“Ik heb graag dat mijn kinderen luisteren. De oudste is vijf, de jongste twee. Twee jongens, kopieën van hun vader qua levendigheid. Als collega’s of vrienden me bellen, moet ik een rustig plaatsje zoeken, of ik versta hen niet. Ik heb het zo wel graag, liever deugnieten dan jongens die je niet hoort. Mijn vriendin is ook Limburgse. Haar mama heeft Spaanse roots, haar papa was Duits. Als ze boos is, heb ik thuis een Spaanse furie. ( lacht)

“Mijn broer voetbalde hier vroeger ook. Hij heeft een moeilijke periode doorgemaakt. Ik ben God heel dankbaar dat mijn broer genas van zijn hersentumor. Als je dat hoort, stort je wereld in. Dan valt alles ineens weg en moet je vechten voor je leven. Toen zag je dat we een vechtersfamilie zijn, hij op kop. Op dat moment spelen je kinderen een grote rol, kon hij even zijn gedachten verzetten. Het deed hem zichtbaar plezier. Hij voetbalt nu opnieuw in vierde provinciale. Het gaat stap voor stap, het is niet meer de Kristof van vroeger, voetballend gezien, maar als ze eerst zeggen dat je het nooit meer zult kunnen, ben je nu blij dat hij opnieuw plezier kan hebben in het spelletje.

“Ik had het op een gegeven moment zelf moeilijk met ‘broer zijn’. Zijn hobby werd hem afgenomen, ik kon de mijne blijven uitoefenen. Hoe breng je dat over? Als ik bij hem was, wist ik op een gegeven moment niet hoe ermee om te gaan. Maar ik denk dat we uiteindelijk naar elkaar toe groeiden. Alle broers hebben wel eens ruzie, maar dan besef je pas wat je aan elkaar hebt en hoe kwetsbaar iemand is. Vandaag of morgen kan het ineens gedaan zijn.”

door peter t’kint

“Ik ben God dankbaar dat mijn broer genas.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content