KV Mechelen hield zaterdag Standard lang op 0-0, maar moest elf minuten voor het einde na een rush van MilanJovanovic toch het doelpunt van de nederlaag toestaan. De Maneblussers mochten tevreden zijn met de volwassen manier waarop ze hadden gevoetbald.

Peter Maes: “Alleen zie je dat wij nog niet klaar zijn om in topwedstrijden tegen de eerste zes, zeven ook een resultaat te spelen. We doen ze pijn, maar het is altijd net niet. Een schande is dat niet, we zijn alleen nog niet klaar om de rust en het overzicht te behouden en het elftal te laten bijsluiten.”

Jullie misten de frisheid om Vleminckx tussen de lijnen te zoeken, zei je na de wedstrijd.

“Met Vleminckx tussen de lijnen spelen was een bewuste keuze. Ik had vorige week gezien dat Sarr slecht terugsloot op Dahmane, dus liet ik Nong tussen de centrale verdediger en de rechtsback lopen. Ik wist dat Vleminckx de vrije man ging zijn naast Geudens omdat Fellaini doorschoof op Biset. Het uitvallen van Sarr was daarom meer een nadeel dan een voordeel, want Mulemo schoof meer door en daardoor moesten we te veel naar die kant schuiven.”

Wat betekent die nood aan rust voor de uitbouw van de ploeg met het oog op volgend seizoen?

“Dat we wedstrijden als deze gespeeld hebben, is belangrijk om een onderbouw te krijgen, om in de zone van de waarheid de wedstrijd iets meer naar je hand te kunnen zetten. Je kunt in zulke wedstrijden wel vanuit een goede organisatie spelen en de zwakke punten bij de tegenstander benutten, maar vanuit individuele kwaliteiten heb je een meerwaarde nodig. Dat hebben we de laatste twee, drie maanden heel goed gedaan met een paar jongens die zijn opgestaan. Maar tegen topploegen is het iets anders, natuurlijk.

“In december hebben we een eerste doorlichting gemaakt. We hebben goed geanticipeerd met Renard en we hebben er al een spits bij om te proberen de groep sterker uit te bouwen. Rossini is twee, drie jaar opgeleid in Nederland ( bij Utrecht, nvdr) en 1m93 groot. Een targetman die we vorig jaar niet konden krijgen, maar nu is het gelukt.”

Je sterkhouders hebben bijna allemaal bijgetekend.

“Dat was de eerste vereiste: om al wie gegroeid is te laten blijven. Je vraagt je wel eens af: waar eindigt die groei? Maar er zit nog marge in, denk ik. Als we dat nog wat uitbouwen kunnen we ernaar streven om volgend jaar een volwaardige eersteklasser te worden.”

Hebben jullie dat dit seizoen al niet bewezen?

“Dat wil ik niet beweren, maar met volwaardig bedoel ik: de ploeg stabiel uitbouwen en een heel seizoen gelijkmatig kunnen spelen. Nu zijn we gegroeid naar een periode van twee à drie maanden met resultaten – tegen Standard was onze eerste nederlaag sedert december. Ik wil volgend jaar een constante lijn zien. Je kunt niet blijven terugvallen op mentaliteit. Er moet ook wat rust komen.”

Wat wil je er nog bij?

“In de lengteas een speler die aanleunt tegen de spitsen en weet te scoren, een 9,5. Dat ontbreekt nog in onze kern. Ook op links komt er waarschijnlijk iemand bij, maar ik wil geen onrust in de groep. Wie er nog bij komt, zal moeten knokken tegen wie er al staat. ”

In welke zin ben je dit seizoen geëvolueerd als trainer? Je leek ons tegen Standard langs de lijn meer gericht aan- wijzingen te geven, rustiger.

“De grote lijnen zijn dezelfde gebleven: van wat ik wil zien, zal ik niet afwijken. Ik coach altijd heel gericht, want deze groep kan in de wedstrijd nog niet zelf de oplossing aanreiken. Standard had het moeilijk met onze veldbezetting en moest daarin door Preud’homme tijdens de rust geholpen worden ( Defour, links begonnen, en Witsel, centraal begonnen, wisselden van positie, nvdr). Ik wil niet wachten tot het rust is om bij te sturen, maar tijdens de wedstrijd aanwezig zijn. We hebben een hele weg afgelegd: ze komen nu al met schrik naar ons. Er zit 12.000 man in het stadion, dat is mooi.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content