Geboorteplaats en -datum?

Lier, 15 januari 1967.

Welke sporten beoefen je zelf?

Ik kan je verzekeren dat als je gedurende zes maanden per jaar twee Piet Piraatshows speelt per dag, je niet meer naar de fitness hoeft te gaan. ( lacht) Vroeger heb ik nog gevoetbald, bij Lierse. Ik deed het heel graag, maar ben gestopt toen ik bij de cadetten zat. Toen mijn achteroom, die altijd meeging naar de trainingen, gestorven is, had ik geen zin meer om te blijven voetballen. Het was ook mijn achteroom die me voor het eerst meenam naar een wedstrijd op het Lisp.

Welke sporten volg je passief?

Ik ga altijd kijken naar de thuismatchen van Lierse, op voorwaarde dat ik geen show heb die avond. Dit jaar heb ik helaas vaak moeten passen, want op zaterdagavond stond ik meestal op de planken in de musical Oliver. Als ik naar Lierse ga kijken, dan word ik meestal vergezeld door Marc Laureys, de acteur uit Code 37. Hij is een echte liefhebber, want hij gaat zowel naar Lierse als naar Lyra, tegenwoordig in vierde klasse.

Wie is je favoriete voetballer bij Lierse?

Vroeger was dat Bob Peeters, hij is een persoonlijke vriend van mij. We spreken af en toe af om samen iets te gaan eten. Ik stuur hem ook altijd sms’jes om hem succes te wensen voor een wedstrijd van Cercle Brugge. Na de wedstrijd krijg ik dan een antwoordje. “Schip Ahoi!”, stuurt hij dan. ( lacht) Wie ik ook heel sympathiek vind, is Tomasz Radzinski. Toen ik hoorde dat zijn dochtertje een grote fan was van Piet Piraat, heb ik meteen kaartjes voor een show geregeld. Na de show hebben we nog even gepraat. Erg gezellig. En dan is er nog het monument uit het verleden: Jan Ceulemans. Mijn moeder had een kapsalon in Lier, waar de moeder van de Caje vaste klant was. Ik bewonder hem omdat hij in de voetbalwereld altijd zichzelf is gebleven: een rustige volksmens. Als kleine jongen van 9 jaar heb ik nog tegen hem gevoetbald op het Sionsplein in Lier. Hij nam daar tijd voor, zelfs al speelde hij toen al bij de eerste ploeg!

Wat is je absolute kippenvelmoment?

De titelviering in 1997 staat in mijn geheugen gegrift. De moeder van een kameraad had twee speciale kostuumvesten gemaakt: volledig in geel en zwart, de clubkleuren. Na de titelviering in 1997 heb ik dat vest wel naar de droogkuis moeten brengen om alle bierspatten te verwijderen. ( lacht) Ik heb het nog steeds hangen, maar wil het alleen dragen bij heel speciale gelegenheden, zoals bij de bekerwinst tegen Standard in 1999. Hopelijk mag ik het de komende jaren nog eens uit de kast halen …

DOOR BREGT VERMEULEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content