ZIJN HOOGTEPUNTEN IN DE TOUR:

1 “Mijn ritzege in 1987. ’s Morgens had Herman Frison gewonnen, die toen nog niet bij Lotto reed ( tegenwoordig ploegleider bij Lotto-Soudal, nvdr). In de namiddag maakten we de oversteek van Duitsland naar Frankrijk. Het begin was vrij lastig. Heel het peloton viel uiteen. Ik had daarop gespeculeerd. Aangezien ik niet meespeelde in het klassement, wist ik dat ik wat vrijheid kon krijgen. Ik nam een minuut of vier en het duurde een tijd eer de ploegen van de sprinters georganiseerd geraakten. Uiteindelijk kwamen ze dertien seconden te laat. Zo behaalde ik de allereerste ritzege ooit voor Lotto in de Tour, in Straatsburg, na een solo van meer dan 60 kilometer.”

2 “De gele trui in de eerste rit pakken met Philippe Gilbert in 2011, in zijn trui van Belgisch kampioen. Prachtig om zo de Tour te kunnen beginnen.”

3 “De derde ritzege van André Greipel in 2012, in Le Cap d’Agde. In de finale lag er nog een bergje en bleef maar een dertigtal renners meer samen. Dan reden er twee renners weg die we nog moesten terughalen, waardoor we niemand meer hadden om de spurt aan te trekken. Maar toen heeft Jurgen Van den Broeck zelf de spurt gelanceerd, zoals Wiggins dat deed voor Boasson Hagen. Een overwinning die enorm veel deugd deed, zelfs al was het de derde. Mooi hoe de ploeg het op zich nam om er een sprint van te maken, omdat Greipel toch over dat bergje was geraakt. Een prestigeduel ook met de Skytrein.”

ZIJN DIEPTEPUNTEN:

1 “De Tour 1995. Op de vierde dag was het ploegentijdrit ( waarin Lotto laatste werd, nvdr). Ik sukkelde met mijn rug. Het ging niet meer en de volgende rit ben ik niet meer gestart. Je zit dan thuis en ziet de volgende dag Wilfried Nelissen letterlijk en figuurlijk uitvallen, met wie we kans hadden op een ritzege. Nog een dag of vijf later komen er vijf renners van de ploeg niet of buiten tijd aan. Bleven er dus nog twee over. Dan voel je je schuldig. Als renner ben ik ook niet meer teruggekeerd naar de Tour. Ik vond dat niets meer voor mij.”

2 “De val van Jurgen Van den Broeck in 2011. Een heel zware ontgoocheling. Ik heb Jurgen nooit sterker gezien dan toen. Ik was er heel de Tour van overtuigd dat hij op het podium zou eindigen. De ploeg was ook uitstekend. We waren aan een heel goeie Tour bezig: Gilbert had de eerste rit gewonnen en nadien zouden we er nog twee winnen met Greipel en Jelle Vanendert. Plots was er die massale val in een afdaling (in het Centraal Massief, nvdr). Jurgen kroop vliegensvlug op zijn fiets, maar even verder lag hij er opnieuw. Hij wilde verder, maar dat lukte niet. Een dramatisch moment.”

3 “De Tour 2008, die Cadel Evans eigenlijk moest winnen. Ook een serieuze ontgoocheling, want allemaal dachten we dat hij in de lange tijdrit op de voorlaatste dag Carlos Sastre uit het geel zou rijden. Maar het liep helemaal anders ( op zijn supersonische Ridley Dean van één miljoen euro kwam Evans 58 seconden te kort, nvdr). Een anticlimax. Op zich dacht Cadel dat hij niet slecht was, maar Sastre reed rapper dan we verwacht hadden. Stilletjes groeide het besef dat het niet zou lukken en dan blokkeren de benen, hé. Terwijl het overwinningsfeest al voorbereid was. Het is nog wel doorgegaan, maar in een beetje andere sfeer.”

Marc Sergeant (55) begon in Utrecht aan zijn zeventiende Tour in dienst van de Nationale Loterij. Als renner bij Lotto nam hij vier keer aan de wedstrijd deel: in de beginjaren 1985, 1986 en 1987 en aan het eind van zijn carrière in 1995. Vanaf 2003 kwam hij als ploegleider terug bij de ploeg, waarna hij tot teammanager werd gepromoveerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content