Pingelaar, klungelaar, wandelaar. De variaties op zijn naam verraadden spot, maar wraak kan zoet zijn: terwijl RC Genk ontspoorde, versierde Orlando Engelaar een EK-selectie met Oranje en wellicht een toptransfer naar Schalke 04.

A riël Jacobs, destijds technisch directeur bij RC Genk: “Wie moet zich nu vragen stellen: Engelaar of wij? Zijn verhaal is typerend voor de duizelingwekkende vaart waarmee het Belgische voetbal achteruitgaat. Als bij ons een speler vijftien kilometer aan een stuk kan lopen en veel in duel gaat, is het een goeie. Hij mag zelfs geblinddoekt zijn en geen bal kunnen stoppen. Engelaar werd in Genk van het veld geroepen omdat hij een voetballer is en inzicht heeft. Hij werd verguisd, maar zit nu bij de Nederlandse nationale ploeg en daarmee vergeleken zijn wij toch sukkelaars, of vergis ik me?

“Genk zocht een creatieve linksvoetige middenvelder. Ik was nieuw en geloof dat René Vandereycken hem nog heeft aangebracht. Daar zijn toen discussies over gevoerd, want er leefde heel veel twijfel binnen de club. Jos Vaessen was geen groot supporter. Uiteindelijk hebben we hem toch gehaald. Ik had hem één keer bezig gezien bij NAC toen ik DavySchollen(door Genk toen verhuurd aan NAC, nvdr) was gaan volgen. Mijn advies was positief.

“Ik kende hem al van vroeger. Toen wijlen RWDM (waar Jacobs trainer was van december 1999 tot april 2004, nvdr) samenwerkte met Feyenoord, hadden we vier van hun spelers op ons lijstje staan: Kargbo, Kpaka, Ceesay en Engelaar. Kargbo en Kpaka zijn gekomen. Van Engelaar wisten we al gauw dat hij niet mocht. Hij stond dicht bij de A-ploeg en Feyenoord twijfelde. Ik zag hem een keer of vier aan het werk met hun beloften. Als tweede spits, achter Kpaka.

“Ik herinner mij hem als een speler met totaal onverwachte bewegingen. Hij kon er op de heel korte ruimte uitkomen met de bal tussen beide voeten of een subtiele opening creëren. Het enige wat hem interesseerde, was ballen, zoals Nederlanders dat noemen. Orlando was een typisch product van de Hollandse school. Techniek, balcirculatie, vista en passing. Met die kwaliteiten voelde hij zich niet thuis in de Belgische manier van voetballen.

“Orlando besefte zelf dat zijn prestaties in Genk op veel momenten onvoldoende waren. Uit de gesprekken die ik met hem voerde voor hij naar Genk kwam, bleek al dat hij niet hoog opliep met het Belgische voetbal. Dat was een serieuze handicap voor hem. Bovendien was hij opgegroeid in Rotterdam, een grootstad. Van daar naar een provinciestadje als Genk was een enorme kloof die hij moest overbruggen. Dat kon hij niet. Had hij een halve dag vrij, reed hij direct naar Rotterdam. Draai of keer het zoals je wil: als een speler zich niet goed voelt of zijn spelstijl past ergens niet, dan komt het er niet uit.

“Orlando kwam vrij goed overeen met René. Met Hugo Broos niet. Over Hugo zei hij me van in het begin dat het de slechtste trainer was die hij ooit had gekend, jeugdtrainers inbegrepen. Zijn communicatie, zijn trainingen: volgens hem was het een catastrofe. Uit die gesprekken begreep ik al dat het zijn laatste seizoen zou worden. Je voelde dat hij veel minder aan zijn trekken kwam, terwijl hij de ploeg normaal iets moest bijbrengen. Ik heb het daar met Hugo nooit over gehad. Als een trainer een speler op de bank zet, zal hij daar een reden voor hebben. Daar heb je je als TD niet voortdurend mee te bemoeien.

“Van wat ik zag op televisie, verzorgt hij nu bij Oranje in een wat vrije rol de verbinding tussen het verdedigende en het aanvallende compartiment. Orlando heeft het spel graag voor zich. Toch speelde René hem vaak, en niet zonder succes, uit als diepste spits. Hij hield de bal goed bij en daardoor konden de lopende mensen uit het middenveld gemakkelijk aansluiten. Ik herinner me dat we zo naar Club Brugge gingen. We kregen de ene doelkans na de andere. Het werd 1-1, maar als er iemand moest winnen, was het Genk.

“René zette hem ook vaak als tweede spits, meestal achter Kevin Vandenbergh. Zo abnormaal was dat allemaal niet: Orlando kwam van ploegen waar hij in die positie speelde. Pas na Genk is hij op andere posities terechtgekomen. Omdat Twente dat wilde of hijzelf? Dat weet ik niet. Maar misschien heeft het zijn ontwikkelingsproces wel versneld. Vergeet niet dat spelers die met de rug naar het doel spelen vroeg of laat allemaal de omschakeling maken naar een positie met het gezicht naar de goal. Orlando is al 28: dat kan bij hem hebben gespeeld.

“Zijn ontwikkeling verbaast me, ja. Vooral omdat hij het op zo korte tijd heeft verwezenlijkt, want intrinsiek heeft hij de kwaliteiten. Toen hij zijn contract tekende in Genk vertelde zijn makelaar me dat er heel concrete interesse was van Hamburg, maar dat hij het te vroeg vond voor zo’n grote stap. Volgens mij droomde hij meer van de Engelse dan van de Duitse competitie. Misschien durft Rutten het toch aan omdat Schalke vista en creativiteit ontbeert en Engelaar daarvoor kan zorgen.

“Als het klopt dat hij voor acht miljoen euro aan Schalke wordt verkocht, zullen ze wel spijt hebben in Genk dat ze hem zo gemakkelijk hebben laten gaan. Ze hadden 1 miljoen voor hem betaald en waren blij dat ze daarvan nog 750.000 euro recupereerden en van een megacontract af waren. Op den duur zagen we in België alleen nog zijn negatieve kanten. Orlando had zijn lichaamstaal tegen: hij lijkt maar wat te slenteren en is inderdaad niet explosief, maar hij handelt wel snel. In het moderne voetbal is dat heel bepalend.”

Een vergissing

Willy Reynders, huidig technisch directeur: “Of we ons hebben vergist? Dat denk ik wel, ja. Al kan je ook zeggen: niet volgens het niveau dat hij toen haalde. Heel veel mensen waren op hem uitgekeken. Het was over, zowel van de speler naar de club als omgekeerd. Maar ik heb er nog altijd spijt van, zoals ik ook betreur dat soortgelijke spelers als Coelho en Da Silva vertrokken zijn. Ik hou van creatieve spelers. Het zijn andere types. Geen soldaten. Ze doen altijd het onverwachte en precies daarom zijn ze zo speciaal. Maar niet iedereen was dezelfde mening toegedaan: je moet ook rekening houden met de trainer.”

Mentaal probleem

Hugo Broos, destijds trainer: “Het beeld van Orlando in Genk is: hij heeft niet gebracht wat hij in zich heeft. Dat hij in Genk niet geslaagd is, had alleen te maken met het feit dat Orlando niet zo graag in Genk verbleef. Dat had niks met zijn werksituatie te maken. In het jaar dat ik er was, reed hij bij de minste vrije tijd naar Rotterdam. Terwijl hij een appartement had in Genk. Hij bleef alleen voor het hoogstnoodzakelijke. Als je mentaal niet goed zit, wordt het moeilijk om te presteren. Ik heb het nog meegemaakt dat hij de middag voor een wedstrijd van Rotterdam kwam, terwijl hij ’s avonds moest spelen. Het hing een beetje van hem zelf af, want qua huisvesting was alles perfect in orde. Je kon er toch moeilijk iemand bij gaan zetten voor … tja, voor wat eigenlijk? Hij had een vriendin die in Rotterdam zat en die link is altijd te close gebleven.

“Dat het meer met mentale kwaliteiten dan met voetballende te maken heeft, dat blijkt. Orlando bewijst nu hoeveel kwaliteiten hij heeft, maar die hebben we in Genk nooit van hem gezien. Zijn beste positie is die van aanvallende middenvelder, met de nadruk op aanvallende. Maar ik heb hem ook uitgespeeld als tweede, meer naar het middenveld getrokken spits. Of je moet hem links op het middenveld laten spelen, zoals bij Twente.

“Hij moest belangrijk worden, maar kon dat niet waarmaken op het veld. Dan is het normaal dat je op de bank belandt. Maar hij mag niet klagen: hij heeft veel wedstrijden gespeeld – alleen op het einde niet. Dat hij de schuld bij de trainer legt, is een typische reactie van spelers. Hij had alleen zijn kwaliteiten regelmatiger moeten tonen. Als je zó kan voetballen, moet je gewoon altijd tot de beste drie van de ploeg behoren. Bij Orlando zagen we dat niveau bij momenten of in periodes helemaal niet.

“Dat hij nu bij de nationale ploeg zit, zal te maken hebben met zijn constante prestaties bij Twente. Hij heeft al een hele tijd een goeie naam als voetballer, maar toch is het er nu pas uitgekomen. Dan ligt het toch aan hemzelf. Hij heeft nog tegen mij gezegd: ik weet dat ik hier niet speel zoals ik moet. Hij had dat lusteloze soms in zich. Dan moet je harde maatregelen nemen in de hoop dat er reactie komt. En die is er gekomen met zijn vertrek uit Genk.”

Genoeg onzin

René Vandereycken, destijds trainer: “Ik ga mensen die mij het leven zuur maken niet helpen bij hun werk. Ik spreek alleen over mijn eigen werk en dan nog vooral op persconferenties. Dit heeft niks met mijn huidige werk te maken, dus ik steek er geen energie in. Er wordt zo al genoeg onzin verteld over het verleden. Prettige dag nog.” S

door jan hauspie en raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content