Hoe lang is het geleden dat u nog eens met een goed gevoel naar huis stapte of de tv uitzette na een internationale wedstrijd waar een Belgische voetbalploeg indruk maakte ? Voor niet-supporters van Zulte Waregem moet dat al even geleden zijn.

Terwijl het buiten herfst, maakt voetballend België zich op voor wéér een lange winter, één zonder veel om naar uit te kijken in de lente. Als na Nieuwjaar internationaal om de prijzen gestreden wordt, zal alleen Zulte Waregem een sprankeltje hoop bieden, maar ook niet meer dan dat.

De hoop is telkens van korte duur. Ook vorige week keek iedereen vol verwachting uit naar de drie Belgische ploegen die Europees in actie kwamen. Anderlecht en Club streden voor wat ze waard waren, maar al die energie leverde weinig op. Na afloop werd weer duidelijk dat ze alleen overwinteren als andere ploegen een steek laten vallen. Zelfs als wij, naar onze normen, heel goed zijn, volstaat dat niet meer om te winnen.

Ook in de jaren tachtig, toen Club Brugge, Standard en Anderlecht wél van Italiaanse, Spaanse en Duitse topclubs wonnen en tot de lente meestreden voor de prijzen, hadden hun tegenstanders meer kwaliteit en technisch vermogen. Belgische teams compenseerden dat met een uitgekiende tactische aanpak, een groot strijdershart, teamspirit én de aanwezigheid van een paar uitstekende buitenlandse topspelers die onze teams beter maakten.

Tegenwoordig is het, op een paar uitzonderingen na, zoeken naar een Rensenbrink, Lubanski, Haan, Tahamata, Elkjær Larsen, Papin, Rekdal, Koller of Radzinski. Misschien vinden buitenlandse spelers onze competitie geen aantrekkelijk uitstalraam meer. Dat is onder meer de fout van onze bondsleiders, die vorig jaar tijdens ‘de affaire’ té zeer benadrukten dat zij daar allemaal niets tegen vermogen, dat hier alles ongestraft kan : België als het Wilde Westen van het voetbal. Een beetje ambitieuze voetballer (buitenlander of Belg) laat zo’n competitie links liggen en zoekt een beter opstapje. Zo lang het beeld van België als apenland in het voetbal in het buitenland niet gecorrigeerd wordt door sterke internationale prestaties van onze teams, zal dat niet veranderen.

Ook het gebrek aan visie van de clubleiders is ervoor verantwoordelijk dat we hier tweederangsspelers krijgen. Zij investeren niet langer zelf in scouting maar laten zich, gemakshalve of bij gebrek aan kennis en ervaring, leiden door makelaars die al te vaak voetballers verkopen die op het veld zelden een meerwaarde tonen.

Waarom, vraagt u zich af, blijft dat gebeuren ? Omdat clubleiders niet goed weten wat ze echt willen ? Omdat sommige makelaars hen laten meedelen in de commissie ? Valt de speler tegen, roert niemand zich, want iedereen heeft zijn procentje gekregen. Trainers krijgen zo de indruk dat ze niet tegen die belangenvermenging op kunnen. Zet maar eens zo’n speler van een huismakelaar aan de kant om te experimenteren met een paar jongeren : er zal geen applaus klinken in de bestuurskamer.

Zo lang niemand bereid is daar iets aan te doen, moeten we aanvaarden dat andere landen ons voorbijsteken en dat we als voetballand net nog beter zijn dan Luxemburg. Laat ons, tot de huidige generatie voetballeiders tot inkeer komt of het Belgische profvoetbal overgenomen wordt door technocraten die de zaak à la Premier League runnen en, gesteund door grote investeerders, onafhankelijk van clubbelangen kunnen optreden en de boel oppoetsen, gewoon lekker een pint drinken en ons verheugen over kleine positieve geluiden op regionaal niveau. Na Zulte Waregem komt FC Dender eraan : een leuke verzameling Vlaamse jongens met honger naar topvoetbal, met dodelijk efficiënt resultaatvoetbal op weg naar de eerste klasse. Gewoon leuk en herkenbaar. Meer zit er voorlopig niet in. Voetbal op topniveau zien we straks wel van buitenlandse teams op tv.

DOOR Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content