De stunt tegen Bordeaux verzoende de paars-witte fans weer met hun team, maar als titelkandidaat presenteert Anderlecht zich (nog) niet.

Twee topmatchen per week kan Anderlecht nog niet aan. Dat is de conclusie na de nederlaag zondagavond. Europees krikte paars-wit donderdag de Belgische coëfficiënt flink omhoog, maar cadeaus hoeft het in ruil in eigen land niet te verwachten. Het enige wat Ariël Jacobs zondag op Zulte Waregem van de tegenstander kreeg, was een pintje op de persbabbel na de wedstrijd.

Toch nam paars-wit zondagavond een vliegende start. Een kwartier voetbalde het wervelend, met wéér een herboren Mbark Boussoufa, die steeds meer ging lijken op de speler die twee jaar geleden Gent deed jubelen. Een jaar cijferde Boussoufa zich op verzoek van Frank Vercauteren weg voor de ploeg, opdat Ahmed Hassan zich optimaal zou kunnen ontplooien. Het pleit voor Boussoufa dat hij dat zonder morren deed, maar de afgelopen weken bleek dat hij beter rendeert in een vrije rol. De goal van de thuisploeg deed de bezoekers schrikken, na een dik halfuur was het jus helemaal uit de benen. Het veldoverwicht na de rust – Anderlecht mocht rustig op de helft van de thuisploeg kamperen – resulteerde nog amper in kansen. Anderlecht voetbalt een stuk beter dan een paar maanden geleden, wordt weer zichzelf, maar als een volwaardige titelkandidaat presenteert het zich nog niet.

Emoties

Het blijft opvallend hoe bij prestaties van Anderlecht geen plaats is voor nuances. Het is allemaal fantastisch, of het stelt niets voor. Dat komt ook omdat de clubleiding zich graag laat meeslepen door emoties. Een paar weken geleden nog gaf manager Herman Van Holsbeeck aan dat Anderlecht met Ariël Jacobs niet dezelfde fout mocht maken als met Frank Vercauteren. Die zou normaal na zijn trainerschap een functie krijgen als technisch directeur. Maar de roes van de titelchampagne vertroebelde die gedachten en ineens werd alles toch weer anders. Ook omdat de trainer zelf op dat moment een verlengd hoofdtrainerschap zag zitten, liet de manager een paar weken terug verstaan. Een mens denkt: uit wat toen gebeurde, zal zo’n club toch wel zijn conclusies trekken. Dat leek ook zo, met het voornemen van Van Holsbeeck om eind februari met Ariël Jacobs aan tafel te gaan zitten om te bespreken wat er volgend seizoen moet gebeuren: “Aan Frank verloren we iemand met veel kwaliteiten, dat mag ons niet opnieuw overkomen.” Maar amper schakelt paars-wit Bordeaux uit, of de toon verandert: Ariël Jacobs zou best nog een jaar hoofdtrainer blijven, klinkt het nu. Dat is een gevaarlijke uitspraak.

Van Holsbeeck – die met Jacobs al goed samenwerkte bij RWDM – zag toen hij de Diegemnaar haalde in hem geen toekomstige hoofdtrainer. Natuurlijk stuurde hij de plannen die Frank Vercauteren met Glen De Boeck had – hem opleiden tot hoofdtrainer, waarna Vercauteren rustig in de directeurszetel plaats kon nemen – in de war. Het was Van Holsbeeck die De Boeck meedeelde dat zijn contract niet verlengd zou worden, maar het was niet de manager die de beslissing nam. Boven hem werd die genomen en dan is het zijn taak om het nieuws aan de betrokkene mee te delen. Met Jacobs had Van Holsbeeck andere plannen: hij moest de man worden die op termijn in de bestuurskamer gehoord werd als er over voetbal gepraat wordt. Zijn diplomatieke aanpak vergrootte de kans dat ook bestuurders die weinig oor hadden voor wat Vercauteren predikte hun eigen mening zouden bijsturen. Jacobs aanhouden als hoofdtrainer, de gedachte die groeide na de Europese kwalificatie, brengt dat plan in gevaar.

Het probleem is dat iedereen zich op dit moment goed voelt bij de trainersaanpak van Jacobs. Die pompte de twijfelende en krasselende ploeg weer zelfvertrouwen in. Anderlecht voetbalt bij momenten weer als Anderlecht, dominant en vooral als een hecht blok. Maar een kampioenenelftal is het nog niet. De opeenvolgende zeges in competitie- en bekerverband werden vooreerst behaald tegen uiterst bescheiden eersteklassers die niet zonder reden in de buik van de rangschikking vertoeven en de komende maanden nog moeten bewijzen dat ze een plaats in de eerste klasse waard zijn. Dit jaar was Zulte Waregem de eerste tegenstander uit de linkerkolom van de rangschikking. Meteen bleek het al een stuk moeilijker om voetballende oplossingen te vinden voor de hindernissen waar Francky Dury de Brusselaars mee confronteerde.

Hassan

De opeenvolgende zeges hebben ook te maken met de ruime kern waar de Brusselaars nu over beschikken. Moeiteloos de beste elf én de aangewezen opstelling distilleren, een paar maanden geleden een makkelijke opgave, wordt nu een stuk moeilijker. Jacobs kan zonder al te veel kwaliteitsverlies schuiven en goeie spelers op de bank zetten. Hij kreeg, door omstandigheden, de spelers waar Vercauteren tevergeefs op wachtte: een paar extra spitsen en nieuwe spelers aan de rechterkant.

Dat Anderlecht met twee verschillende elftallen speelt – één voor de Europese, één voor de Belgische wedstrijden -, komt omdat de twee nieuwe aanvallers Europees niet speelgerechtigd zijn. Dat wist de club vooraf. Dat ze toch werden gehaald, bewijst dat paars-wit zich ernstig zorgen maakte over een Europees ticket aan het eind van dit seizoen. Die Europese kwalificatie, via de beker of een ereplaats in competitie, is het hoofddoel voor dit seizoen. Dat Anderlecht vorige week toonde dat het Europees nog meetelt en niet de dwerg is waarvoor de Franse sportkrant L’Equipe de club hield (dat Bordeaux twee keer een veredeld invallersteam in lijn bracht, bevestigde die indruk), blijft een mooie opsteker maar mag de kampioen niet afleiden van zijn core-business voor dit seizoen.

Tot nu zijn bijna alle wintertransfers van paars-wit op zijn minst op korte termijn een succes. Een verdienste is dat voor manager Herman Van Holsbeeck, die na de mislukte zomertransfers met de vinger werd gewezen en die op het supportersforum al een poll zag verschijnen met zijn ontslag als item.

Guillame Gillet, gehaald als wisseloplossing voor de rechtsachter (maar daar zondag niet goed), bleek vanaf de eerste minuut op het middenveld de ‘box-to-box’ waar Anderlecht al zo lang naar zocht, ook al speelde hij voor zijn komst naar Brussel in de eerste klasse nog nooit op die positie. Ook Thomas Chatelle gaf als Belg én Brusselaar een extra sportieve én mentale dimensie aan de ploeg. Bijkomend resultaat van de sportieve injectie was dat ook andere spelers een stuk beter gingen voetballen. Jan Polak blijkt plots wél een versterking, met Chatelle voor hem vallen de technische gebreken van Marcin Wasilewski een stuk minder op, terwijl Boussoufa zich, gesteund door zo veel werkkracht rond hem, in een vrije rol kan uitleven.

Het gevolg? Twee maanden geleden hield iedereen bij Anderlecht zijn hart vast toen Ahmed Hassan afreisde naar de Afrika Cup. De Egyptenaar bleef tot dan ver onder zijn niveau van vorig seizoen, maar werd wel beschouwd als de enige Anderlechtenaar die iets kon forceren.

Toen Hassan vorige week – te laat – uit Egypte terugkeerde, vroeg iedereen zich af: waar gaat Anderlecht hem zetten? Het gemor in de kleedkamer suggereerde dat er een probleem zou zijn met wat zonder twijfel Anderlechts meest getalenteerde voetballer is. Tegen Bordeaux werd Hassan niet gemist, in de slotfase van de terugwedstrijd zag je hem zoeken naar waar en hoe hij kon lopen om zich nuttig te maken. Op Zulte Waregem mocht hij vanaf de zijkant 73 minuten toekijken. Zet hij in de slotminuut de strafschop om, loopt alles toch nog mooi in mekaar. Nu blijft voor Jacobs dé vraag: waar moet hij Hassan zetten om het raderwerk dat in diens afwezigheid is gaan draaien niet te storen én tegelijk het beste rendement te bekomen van de eergevoelige Egyptenaar? S

door geert foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content